Myers-Briggs typeindicator
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Myers-Briggs typeindicator (MBTI) is een psychometrisch instrument, dat wereldwijd wordt ingezet ten behoeve van persoonlijke ontwikkeling, teamontwikkeling en organisatieontwikkeling. De basis van het instrument is een vragenlijst met 88 items, gevolgd door zelfonderzoek en interactieve coaching. Het belangrijkste doel van de MBTI is het vergroten van het zelfbewustzijn, dat aan de basis ligt van alle persoonlijke ontwikkeling.
Door de individuele MBTI-voorkeuren en de voorkeur van anderen te onderzoeken kan men belangrijke verschillen tussen mensen en hun voorkeuren op de vier MBTI-dimensies beter begrijpen en leren waarderen. Hierdoor is de MBTI onder andere in te zetten als model voor de verbetering van de communicatie tussen mensen en teamontwikkeling.
Het model is ontwikkeld door Katharine Cook Briggs en haar dochter Isabel Briggs Myers op basis van theorieën van Carl Gustav Jung.[1][2] Katharine begon met haar onderzoek in 1917.
MBTI kent een dichotome onderverdeling van persoonlijkheidstypes en onderscheidt zich daarmee van de wetenschappelijk onderbouwde continu benadering van persoonlijkheidstrekken waarbij elke persoon spectra van verschillende dimensies heeft die elk weer onder te verdelen zijn in specifiekere trekken of facetten.
De wetenschappelijke onderbouwing van het instrument ontbreekt grotendeels en sluit niet aan bij wetenschappelijk onderbouwde benaderingen als de big five.[3]
De MBTI is echter ook niet met dit doel ontworpen, maar bedoeld als ontwikkelinstrument en wordt vooral gebruikt door arbeid- en organisatie psychologen, coaches en teams in het bedrijfsleven. De MBTI is geen test, maar een zelfevaluatie-instrument. Het instrument doet geen voorspelling over toekomstig gedrag van mensen en meet geen vaardigheden. De MBTI mag om deze reden dan ook niet ingezet worden voor werving en selectie.