Nationaal-Socialistische Nederlandsche Arbeiderspartij
politieke partij in Nederland / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Nationaal-Socialistische Nederlandsche Arbeiderspartij (NSNAP) was een Nederlandse nationaalsocialistische partij, die spoedig uiteenviel in drie partijen van die naam. Deze drie partijen gingen in 1941 gedwongen op in de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB).
De oorspronkelijke NSNAP werd in 1931 opgericht en geleid door Ernst Herman van Rappard en Bertus Smit (Adalbert Smit), kort daarna aangevuld met Albert de Joode (die zich 'de Joode van Waterland' noemde, en liever nog alleen 'van Waterland'). De NSNAP was net zo georganiseerd als de NSDAP en had ook een knokploeg, een SA. Ze kopieerde ook de zwarte swastika in een witte cirkel op een rode achtergrond als haar embleem.[1]
Doordat er binnen de partij veel rivaliteit was, ontstonden er veel afsplitsingen met dezelfde naam. Reeds vier maanden na de oprichting vond de eerste splitsing plaats. Smit kon zich niet verenigen met het standpunt van Van Rappard dat Nederland geheel in Duitsland zou moeten opgaan, en hij scheidde zich af. Niet veel later werd De Joode door Van Rappard uit de partij gewerkt, omdat de laatste vreesde dat De Joode zijn positie als leider in gevaar zou kunnen brengen. De Joode richtte eveneens een eigen NSNAP op, maar bleef daar niet lang leider van en werd vervangen door C.J.A. Kruyt.
Op 14 december 1941, de tiende verjaardag van de NSB, werden al deze bewegingen, voor zover ze nog bestonden, door de Duitsers gedwongen op te gaan in deze partij. Vanaf dat moment waren alle andere partijen, ook nationaalsocialistische, verboden door de bezetter.