Sneeuwleeuw
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De sneeuwleeuw (Tibetaans: གངས་སེང་གེ་, Wylie: gangs seng ge) is een Tibetaans boeddhistisch fabeldier. Het vliegt over de bergen en is een van de Shambhala-terma's en vertegenwoordigt onbevreesdheid en onvoorwaardelijke opgewektheid. In China zelf wordt de sneeuwleeuw Rui-Shi genoemd.
Sneeuwleeuw | ||||
---|---|---|---|---|
Sneeuwleeuwen die de wacht houdt voor het Potala | ||||
Tibetaans | གཡུ་རལ་ལྡན། སེང་གེ་དཀར་མོ། | |||
Wylie | g.yu ral ldan seng ge dkar mo | |||
Traditioneel Chinees | 雪山獅子 | |||
Vereenvoudigd Chinees | 雪山狮子 | |||
Hanyu pinyin | xuěshān shīzi | |||
|
In de Tibetaanse folklore bevat de melk van de sneeuwleeuw (Tibetaans: gangs sengemo) speciale voedingstoffen die het lichaam genezen en de harmonie herstellen. De melk symboliseert ook de dharma en de reinheid ervan.
De leeuw was een heilig en koninklijk symbool in veel oude culturen, vanaf het oude Egypte naar Griekenland, het Romeinse Rijk en oostwaarts richting Perzië, waarbij het uiteindelijk in de 2e eeuw via de zijderoute in India terechtkwam.
De tijger, garoeda (adelaar) en draak vormen met de sneeuwleeuw de 'vier waardigheden', die de Shambhala-krijger 'pawo' (hij die moedig is) zich eigen moet maken om het Windpaard Lungta (de energie van fundamentele goedheid) te wekken en te berijden. Op de Lungta vlag staat het Windpaard in het midden en de andere vier dieren in de hoeken, die de windrichtingen symboliseren.