Speeksel
vocht afgescheiden van de speekselklieren / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Speeksel (Latijn: phlegma; in oude uitdrukkingen: fluim) is een vloeistof die in de mond aangemaakt wordt door de speekselklieren. De vloeistof bestaat uit water, elektrolyten, slijm (mucines), verschillende enzymen, eiwitten en antistoffen.

Speeksel kan twee verschillende structuren hebben.
- Waterig speeksel (sereus), ontstaat wanneer licht en verteerbaar voedsel, zoals beschuit, wordt gegeten. Het bestaat hoofdzakelijk uit kalium (K+), natrium (Na+), waterstofcarbonaat (HCO3−) en het enzym α-amylase.
- Bij taai en moeilijk te verteren voedsel, als vlees, kan het speeksel slijmerig worden (muceus).
Speeksel heeft een pH van 5,5 tot 7,5 (een pH van 7 is neutraal).
Wanneer iemand een lege maag heeft, kan het zien of ruiken van voedsel en zelfs het denken aan voedsel, de speekselproductie stimuleren. Het 'water' loopt dan zogezegd in de mond. Dieren, kleine kinderen, of personen die minder controle over hun kaak- en mondspieren hebben kunnen dan gaan kwijlen. Kwijlen wordt om deze reden tevens met verlangen en seksuele lust geassocieerd. Stripverhalen, parodieën en dergelijke tonen dan ook vaak seksueel opgewonden karakters kwijlend en met de tong uit de mond, bij het zien van een aantrekkelijk persoon. Seksuele opwinding heeft echter geen aangetoond effect op speekselproductie.