Tibetaans dodenboek
boek van Padmasambhava / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het Tibetaans dodenboek (Tibetaans: Bardo Thödol, 'bevrijding door horen in de tussenstaat') is een tekst, die deel uitmaakt van een verzameling van honderden stervensteksten. De teksten maken deel uit van de culturele en literaire erfenis van de nyingmatraditie van het Tibetaans boeddhisme. Naast teksten over de drie bardo's, ofwel overgangsfasen tussen het sterven en wedergeboorte bevat de tekst beschrijvingen van drie andere overgangsfasen: het leven, de droom en meditatie.
Tibetaans dodenboek | ||||
---|---|---|---|---|
Tibetaans | བར་དོ་ཐོས་གྲོལ [pʰàrdo tʰǿɖøl]? | |||
Wylie | bar do thos grol | |||
Traditioneel Chinees | 中有聞解 | |||
Vereenvoudigd Chinees | 中有闻解 | |||
Hanyu pinyin | Zhōng yǒu wén jiě | |||
|
Een Tibetaans literair genre met een vergelijkbare thematiek is dat van de delok.
In het Tibet van voor 1960 was de tekst van het Tibetaans dodenboek nagenoeg volledig onbekend. De eerste Engelse vertaling kwam in 1927 uit onder verantwoordelijkheid van de Amerikaan Walter Evans-Wentz (1875-1965). Hij gaf de tekst als titel het Tibetaans dodenboek, vanwege de door hem veronderstelde culturele verwantschap met het toen al bekende Egyptisch dodenboek.