Van Leeuwenhoekmicroscoop
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Van Leeuwenhoekmicroscoop is een door Antoni van Leeuwenhoek in de 17e eeuw ontwikkelde microscoop. De enkelvoudige microscoop, feitelijk een loep, bestaat uit een miniem lensje ingeklemd tussen twee metalen platen met daarachter een verstelbare pinnetje om het te bestuderen preparaat op te spelden.[1] De plaat diende vlak bij het oog en in de richting van een lichtbron gehouden te worden. Van Leeuwenhoek behaalde vergrotingen van 275 maal, terwijl de beste microscopen uit die tijd tot 30 maal kwamen.
Vanuit zijn beroep als Delftse textielhandelaar was Leeuwenhoek bekend met de dradenteller, een loep die gebruikt werd om het weefsel te kunnen inspecteren in de textielindustrie.
Van Leeuwenhoek vervaardigde honderden microscopen. Iedere microscoop gebruikte hij om een bepaald bijzonder preparaat in zijn kabinet te kunnen tonen aan bezoekers. Gedurende zijn leven hield hij alle microscopen voor zichzelf, zelfs vooraanstaande bezoekende vorsten als Peter de Grote, George I van Groot-Brittannië en Frederik I van Pruisen kregen geen exemplaar mee.[2] Hij weigerde 50 jaar lang om zijn techniek voor het vervaardigen van zijn microscopen te delen, dit tot groot ongenoegen van Engelse wetenschappers.
Leeuwenhoek maakte in 1689 een aangepast exemplaar, een aalkijker, waarmee het mogelijk was om de bloedcirculatie te bekijken.[3]