Vrouwenstemrecht in Zwitserland
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het vrouwenstemrecht in Zwitserland werd op federaal niveau ingevoerd in een referendum op 7 februari 1971 en trad op 16 maart 1971 formeel in werking. Op kantonnaal niveau verkregen vrouwen stemrecht op verschillende momenten tussen 1959 en 1990. Zwitserland was daarmee een van de laatste landen in Europa die aan vrouwen het recht toekende om te stemmen, doch was het het eerste land waarbij dit recht werd ingevoerd door een referendum onder het mannelijk deel van de bevolking.
Op federaal vlak werd het vrouwenstemrecht in 1959 in een referendum verworpen. Op dat moment kenden enkel de kantons Vaud, Neuchâtel en Genève reeds het vrouwenstemrecht op kantonnaal niveau.[1]
Op kantonnaal niveau zou het nog tot 1990 duren voor alle kantons vrouwenstemrecht zouden invoeren. Het laatste kanton waar vrouwen stemrecht kregen was Appenzell Innerrhoden, nadat het Bondsgerechtshof op 27 november 1990 het uitsluiten van het vrouwenstemrecht ongrondwettelijk had bevonden. Enkele maanden eerder, op 29 april 1990, had een meerderheid van de mannen in de Landsgemeinde van dat kanton nog tegen de invoering van het vrouwenstemrecht gestemd.
De belangrijkste reden voor de late toekenning van het stemrecht aan de Zwitserse vrouwen ligt in het politiek systeem van Zwitserland, waarbij grondwetswijzigingen moeten worden goedgekeurd door zowel de bevolking als de kantons. Daarbij was telkens een meerderheid van het bestaande (mannelijke) electoraat vereist, en op federaal niveau ook nog een meerderheid van de kantons. Een ander obstakel was de Zwitserse Grondwet, die het stemrecht koppelde aan de militaire dienstplicht. Wie niet dienstplichtig was, werd van de actieve burgerrechten uitgesloten.