Vuile Oorlog (Argentinië)
Argentinië / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Vuile Oorlog (Spaans: Guerra Sucia) is de naam die door de junta zelf gegeven werd aan de periode van staatsterrorisme door de militaire dictatuur in Argentinië van 1976 tot 1983. In het proces tegen Miguel Etchecolatz, voormalig politieofficier van de provincie Buenos Aires en uiteindelijk veroordeeld voor misdaden tegen de menselijkheid, is het grootschalige geweld als genocide gekenschetst.[1]
Het bloedbad van Ezeiza bij de terugkomst van vroegere leider Juan Perón in 1973 markeerde het eind van de alliantie tussen linker- en rechterzijde van het peronisme. Na de dood van Perón in 1974 kwam de macht in de handen van zijn weduwe, Isabel Martínez de Perón, die toestemming verleende aan leger en politie om de linksgeoriënteerde oppositie te "vernietigen". Martinez de Perón werd verdrongen door een staatsgreep in 1976. De militaire junta die haar opvolgde stond onder leiding van Jorge Videla tot 1981 en daarna van Roberto Viola en Leopoldo Galtieri. Deze junta was verantwoordelijk voor de onwettige arrestatie, marteling, moord of gedwongen verdwijning van duizenden mensen (meestal vakbondsmedewerkers, studenten en andere activisten). Het rapport uit 1984 van de Nationale Commissie op de Verdwijning van Personen (CONADEP), een organisatie die na het herstel van de democratie van regeringszijde opdracht had gekregen de ‘Verdwijningen’ te onderzoeken, schatte dat tussen 1976 en 1983 ongeveer 9.000 mensen waren "verdwenen". Schattingen gedaan door mensenrechtenorganisaties plaatsen het aantal dichter bij 30.000. De commissie telde ook 458 moorden (toegeschreven aan de Argentijnse Anticommunistische Alliantie) en ongeveer 600 verdwijningen tijdens de democratische periode van 1973 en 1976.[2][3] In het kader van Operatie Condor, een samenwerkingsverband tussen Zuid-Amerikaanse dictaturen, werden ook veel Chileense en Uruguayaanse ballingen door Argentijnse veiligheidsdiensten vermoord. Een belangrijk slachtoffer was de in 1974 in Buenos Aires vermoorde Chileense generaal Carlos Prats. CIA documenten vrijgegeven in 2002 laten zien dat de gewelddadige politiek van het Argentijnse regime bekend was en werd toegelaten door het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken, geleid door Henry Kissinger onder het presidentschap van Gerald Ford en dat bekend was bij het Argentijnse leger dat de USA de repressie steunde.[4]
Er is een lang lopend debat in Argentinië over de kwestie van amnestie. Na het herstel van de democratie en de berechting van de militaire top was een vorm van amnestie bij wet aangenomen, maar deze was niet populair. In 2005 werden de amnestiewetten door de Argentijnse Hoge Raad nietig verklaard. Deze beslissing opent de mogelijkheid om bestuurders in dienst van de voormalige Junta te berechten.[5]