Wolfskinderen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Wolfskinderen of wilde kinderen zijn kinderen die van jongs af aan zonder menselijk contact zijn opgegroeid en dientengevolge nauwelijks of geen kennis hebben van menselijk gedrag en taal. Het gebeurt slechts zeer zelden dat wilde kinderen worden ontdekt. In de afgelopen eeuwen zijn zo'n honderd gevallen gedocumenteerd.
Een kind kan een wolfskind worden door in de jeugd door de ouders verlaten te worden (al dan niet opzettelijk), maar het komt ook voor dat ouders een kind volledig afgezonderd laten opgroeien. In dit laatste geval komen ook vaak andere (fysieke) vormen van kindermishandeling voor.
In de vrije natuur kan een wolfskind alleen overleven als de zorg wordt overgenomen door dieren. Zo zijn gevallen bekend van kinderen die werden 'geadopteerd' door wolven of beren en als soortgenoot zijn geaccepteerd. Het is opvallend dat deze wilde dieren zich zorgzaam voor mensenkinderen opstellen, terwijl ze zich tegenover volwassen mensen vaak agressief opstellen.
Voor de wetenschap zijn wilde kinderen interessant, omdat ze inzicht verschaffen in de taalontwikkeling en ontwikkeling van sociale vaardigheden bij jonge kinderen. Zie het experiment van farao Psammetichus I hieronder. Volgens de moderne ethiek is het immoreel een kind opzettelijk zo te laten opgroeien, zodat de wetenschap zich moet beperken tot toevallig gevonden wolfskinderen.
Wolfskinderen worden in romans en films vaak voorgesteld als mensen die in staat zijn zich later redelijk te handhaven in de menselijke maatschappij, maar in de praktijk hebben wilde kinderen een zeer moeilijk te overbruggen cognitieve en sociale achterstand.