Top Qs
Tijdlijn
Chat
Perspectief

Du

Van Wikipedia, de vrije encyclopedie

Remove ads

Du (oudere vorm: thu) was in het Oud- en Middelnederlands het gewone persoonlijk voornaamwoord van de tweede persoon enkelvoud.

Herkomst

Het Nederlandse woord du is verwant met het Latijnse woord tu, het Duitse/Zweedse/Deense/Noorse du, het Friese do, en het ouderwetse Engelse woord thou,[1] die alle dezelfde betekenis hebben.

Gebruik in het Oudnederlands

In een van de oudst bekende geschreven Nederlandse zinnen, vermoedelijk aan het eind van de 11e eeuw opgeschreven door een Vlaamse monnik in Kent, is de oudere vorm thu gebruikt:

Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hi enda thu.

Verdringing van du door gij

Oorspronkelijk was in het Middelnederlands du het persoonlijk voornaamwoord in het enkelvoud en ghi (Nieuwnederlands gij) hetzelfde in het meervoud. Maar al in de 13e eeuw begonnen sommigen in de Lage Landen elkaar met de pluralis referentiae aan te spreken, een bijzonder beleefde vorm. Dit geschiedde onder invloed van het Frans dat nu nog een tegenstelling tussen vous en tu heeft. Nog in de middeleeuwen nam het gebruik van ghi toe en dat van du af.

Tegen het einde van de 16e eeuw was ghi al de regel. De vertalers van de Statenbijbel gebruikten du niet meer, en dat zal voor veel lezers een reden geweest zijn het ook niet meer te gebruiken.[2]

Hedendaags gebruik

Du komt nog voor in het Brabants, Limburgs, Fries, en de Saksische dialecten van Oost-Nederland, zij het soms in een ietwat andere schrijfwijze en uitspraak.

Bezittelijk voornaamwoord

Het bezittelijk voornaamwoord dijn (jouw, van jou) is behouden gebleven in de uitdrukking ‘het verschil tussen mijn en dijn niet kennen’.

Zie ook

Bronnen

Loading related searches...

Wikiwand - on

Seamless Wikipedia browsing. On steroids.

Remove ads