Isotopen van palladium

Het chemisch element palladium (Pd), met een atoommassa van 101,07(2) u, bezit 6 stabiele isotopen: ¹⁰²Pd, ¹⁰⁴Pd, ¹⁰⁵Pd, ¹⁰⁶Pd, ¹⁰⁸Pd en ¹¹⁰Pd, waarvan ¹⁰⁶Pd het meest abundant is (ongeveer 27%). De overige 27 radio-isotopen zijn onstabiel en hebben een relatief korte halveringstijd (de meeste minder dan een seconde).

De kortstlevende isotoop van palladium is ⁹¹Pd, met een halfwaardetijd van ongeveer 10 milliseconden. De langstlevende is ¹⁰⁷Pd, met een halfwaardetijd van 6,5 miljoen jaar.

Palladium-103

Palladium-103 is een radio-isotoop die in de nucleaire geneeskunde wordt aangewend bij de behandeling van prostaatkanker en uveaal melanoom. Het nuclide kan gevormd worden uit palladium-102. Het bezit een halfwaardetijd van bijna 17 dagen en vervalt door elektronenvangst tot de stabiele isotoop rodium-103:^[1]

${\displaystyle {\ce {{^{103}_{46}Pd}+{e^{-}}->{^{103}_{45}Rh}+{\nu }_{e}}}}$

Tijdens dit proces wordt gammastraling uitgezonden met een energie van 21 keV.

Palladium-107

De isotoop palladium-107 is de langstlevende van alle radio-isotopen van het element en vervalt via zuiver bètaverval (zonder uitzending van gammastraling) tot de stabiele isotoop zilver-107:^[2]

${\displaystyle {\ce {{^{107}_{46}Pd}->{^{107}_{47}Ag}+{e^{-}}+{\bar {\nu }}_{e}}}}$

Stabiliteit

Alle stabiele palladiumisotopen worden geacht via onder meer radioactief verval over te gaan naar nog stabielere isotopen, hoewel dit verval nog nooit is waargenomen. Palladium-102 zou via dubbel bètaverval overgaan in de stabiele isotoop ¹⁰²Ru. De isotopen ¹⁰⁴Pd, ¹⁰⁵Pd, ¹⁰⁶Pd en ¹⁰⁸Pd zouden in staat zijn spontane splijting te ondergaan. De isotoop ¹¹⁰Pd, met een halfwaardetijd van 600 biljard jaar, zou via dubbel bètaverval vervallen tot de stabiele isotoop ¹¹⁰Cd. De facto kan deze isotoop als stabiel worden beschouwd, omdat de halfwaardetijd miljoenen malen groter is dan de leeftijd van het universum.

De stabiliteit van de isotopen is vergelijkbaar met die van molybdeen en van ruthenium.

Overzicht

Nuclide	Z (p)	N (n)	Isotopische massa (u)	Halveringstijd	Radioactief verval	VP	Kernspin	Isotopische verhouding (molfractie)	Natuurlijk voorkomen (molfractie)
	Excitatie-energie
91Pd	46	45	90,94911(61)	10 ms	β+	91Rh	7/2+
92Pd	46	46	91,94042(54)	1,1(3) s	β+	92Rh	0+
93Pd	46	47	92,93591(43)	1,07(12) s	β+	93Rh	(9/2+)
93mPd				9,3(+25-17) s
94Pd	46	48	93,92877(43)	9,0(5) s	β+	94Rh	0+
94mPd	4884,4(5) keV			530(10) ns			(14+)
95Pd	46	49	94,92469(43)	10 s	β+	95Rh	9/2+
95mPd	1860(500) keV			13,3(3) s	β+ (94,1%)	95Rh	(21/2+)
					IT (5%)	95Pd
					β+, p (0,9%)	94Ru
96Pd	46	50	95,91816(16)	122(2) s	β+	96Rh	0+
96mPd	2530,8(1) keV			1,81(1) µs			8+
97Pd	46	51	96,91648(32)	3,10(9) min	β+	97Rh	5/2+
98Pd	46	52	97,912721(23)	17,7(3) min	β+	98Rh	0+
99Pd	46	53	98,911768(16)	21,4(2) min	β+	99Rh	5/2+
100Pd	46	54	99,908506(12)	3,63(9) dagen	EV	100Rh	0+
101Pd	46	55	100,908289(19)	8,47(6) uur	β+	101Rh	5/2+
102Pd	46	56	101,905609(3)	stabiel			0+	0,0102(1)
103Pd	46	57	102,906087(3)	16,991(19) dagen	EV	103Rh	5/2+
103mPd	784,79(10) keV			25(2) ns			11/2−
104Pd	46	58	103,904036(4)	stabiel			0+	0,1114(8)
105Pd	46	59	104,905085(4)	stabiel			5/2+	0,2233(8)
106Pd	46	60	105,903486(4)	stabiel			0+	0,2733(3)
107Pd	46	61	106,905133(4)	6,5(3) × 106 jaar	β−	107Ag	5/2+
107m1Pd	115,74(12) keV			0,85(10) µs			1/2+
107m2Pd	214,6(3) keV			21,3(5) s	IT	107Pd	11/2−
108Pd	46	62	107,903892(4)	stabiel			0+	0,2646(9)
109Pd	46	63	108,905950(4)	13,7012(24) uur	β−	109mAg	5/2+
109m1Pd	113,400(10) keV			380(50) ns			1/2+
109m2Pd	188,990(10) keV			4,696(3) min	IT	109Pd	11/2−
110Pd	46	64	109,905153(12)	stabiel			0+	0,1172(9)
111Pd	46	65	110,907671(12)	23,4(2) min	β−	111mAg	5/2+
111mPd	172,18(8) keV			5,5(1) uur	IT	111Pd	11/2−
					β−	111mAg
112Pd	46	66	111,907314(19)	21,03(5) uur	β−	112Ag	0+
113Pd	46	67	112,91015(4)	93(5) s	β−	113mAg	(5/2+)
113mPd	81,1(3) keV			0,3(1) s	IT	113Pd	(9/2−)
114Pd	46	68	113,910363(25)	2,42(6) min	β−	114Ag	0+
115Pd	46	69	114,91368(7)	25(2) s	β−	115mAg	(5/2+)
115mPd	89,18(25) keV			50(3) s	β− (92%)	115Ag	(11/2−)
					IT (8%)	115Pd
116Pd	46	70	115,91416(6)	11,8(4) s	β−	116Ag	0+
117Pd	46	71	116,91784(6)	4,3(3) s	β−	117mAg	(5/2+)
117mPd	203,2(3) keV			19,1(7) ms	IT	117Pd	(11/2−)
118Pd	46	72	117,91898(23)	1,9(1) s	β−	118Ag	0+
119Pd	46	73	118,92311(32)	0,92(13) s	β−	119Ag
120Pd	46	74	119,92469(13)	0,5(1) s	β−	120Ag	0+
121Pd	46	75	120,92887(54)	400 ms	β−	121Ag
122Pd	46	76	121,93055(43)	300 ms	β−	122Ag	0+
123Pd	46	77	122,93493(64)	200 ms	β−	123Ag
124Pd	46	78	123,93688(54)	100 ms			0+