Top Qs
Tijdlijn
Chat
Perspectief
Jucha
lid van de Plesiosauria Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Remove ads
Jucha is een geslacht van de Plesiosauria dat tijdens het vroege Krijt leefde in het gebied van het huidige Rusland. De enige benoemde soort is Jucha squalea.

Vondst en naamgeving
Samenvatten
Perspectief
In 2007 vond Gleb N. Oespenski bij Slantsewi Roednik in de Oblast Oeljanovsk het skelet van een plesiosauriër.
In 2020 werd de typesoort Jucha squalea benoemd en beschreven door Valentin Fischer, Nikolai G. Zwerkov, Maxim S. Arkhangelski, Ilja M. Stensjin, Iwan W. Blagovetsjenski en Gleb N. Oesspenski. De geslachtsnaam is Joecha (Юха), een vrouwelijke demon uit de Turkse mythologie met een slangenhuid die zichzelf in een draak kan veranderen en haar hoofd kan afnemen om haar haar te kammen, een verwijzing naar het ontbreken van de kop bij het fossiel. De soortaanduiding betekent "schilferig" in het Latijn, een verwijzing naar het bedekt zijn van het fossiel met een korst pyriet. De Life Science Identifiers zijn A5A9FD2C-86CB-4CA5-A41A-22812277A226 voor het geslacht en A9BDEF1-47B6-4616-8A70-59B505DBD8FA voor de soort.
Het holotype, UPM 2756/1-53, is gevonden in de Speetoniceras versicolor-zone van de Klimowkaformatie die dateert uit het late Hauterivien, ongeveer 130 miljoen jaar oud. Het bestaat uit een skelet zonder schedel. Het omvat tweeëntwintig halswervels, zeventien ruggenwervels, twee borstwervels, een sacrale wervel, vier staartwervels, ribben, buikribben, twee ravenbeksbeenderen, beide opperarmbeenderen, een spaakbeen, een radiale, middenhandsbeenderen, kootjes, beide volledige dijbeenderen, een scheenbeen en een kuitbeen. Het betreft een volwassen individu.
In dezelfde formatie werden bij het dorp Poliwno nog eens twee postcraniale skeletten gevonden: de specimina UPM NV 15 en YKM 65729 + 66119 (dit exemplaar heeft twee inventarisnummers). Die werden toegewezen aan een cf Jucha.
Remove ads
Beschrijving
Samenvatten
Perspectief
Grootte
Jucha is ongeveer vijf meter lang.
Onderscheidende kenmerken
De beschrijvers stelden enkele onderscheidende kenmerken vast. Sommige daarvan zijn autapomorfieën, unieke afgeleide (dus nieuwe) eigenschappen, in dit geval ten opzichte van de Elasmosauridae. De voorste tot middelste halswervels zijn sterk ingesnoerd zodat hun wervellichamen in onderaanzicht het profiel hebben van een zandloper. De middelste tot achterste ruggenwervels hebben zijuitsteeksels die aan hun uiteinden massief verdikt zijn. De ravenbeksbeenderen worden niet gescheiden door een hartvormige fenestra. Het spaakbeen is groot en van voor naar achter langer dan de kop ofwel capitulum van het opperarmbeen.
Verder geven ze een unieke combinatie aan van op zich niet unieke, maar wel "eruit springende" eigenschappen. De voorste halswervels zijn verlengd, 1,36 maal langer dan hoog. Alle halswervels missen een inkeping in de onderrand. Het ravenbeksbeen heeft een driehoekige van voor naar achteren korte tak voorste middelste tak. Zowel de voorvin als de achtervin heeft een, in dit geval kleine en spleetvormige, tussenruimte ofwel spatium interosseum tussen de hoofdbeenderen van de onderarm of het onderbeen. Het scheenbeen is groot en van voor naar achter breder dan de kop van het dijbeen.
Skelet
Het holotype bewaart tweeëntwintig halswervels zonder atlas en draaier. De beschrijvers namen aan dat het werkelijke totaal veel hoger lag, ook omdat UPM NV 15 er negenentwintig bewaart. Het artikel toont een diagram met negenendertig halswervels. De voorste halswervels zijn opvallend verlengd zodat ze de "bierblikje"-vorm krijgen die beter bekend is van het Opper-Krijt. Ze hebben een ovale dwarsdoorsnede zodanig dat de bovenrand van het centrum onder het ruggenmergkanaal ligt. Het "verrekijkerprofiel" van latere vormen ontbreekt, omdat er geen inkeping in de onderzijde zit, maar een lip aan de onderzijde is er niet. De wervels zijn platycoel, dus plat aan de voorzijde, maar een bult in het midden van het facet ontbreekt. Direct achter het voorste facet ligt een opvallende ruwe band met lengterichels, vooral op de zijden. De ruggenwervels tonen dit niet. Boven de nekribben van de voorste en middelste halswervels liggen lengterichels. De zijuitsteeksels van de rug zijn opvallend dik in het midden vrij hoog gericht, aan de uiteinden meer afhangend. Ze hebben in het midden een trog in de onderzijde zodat het dwarsprofiel A-vormig wordt; bij de achterste wervels is het profiel rechthoekig. Die wervels hebben ook geen zandloperdoorsnede. Een los doornuitsteeksel lijkt erop te wijzen dat dit hoger was dan het wervellichaam, net als de zogenaamde Speeton Clay plesiosaur, een nog onbenoemde soort uit Engeland. De nekribben hebben een kleiner puntig voorste uitsteeksel, vrij dicht bij de basis, en een langer achterste uitsteeksel. Dit wijkt af van de bijlvormige uitsteeksels bij latere elasmosauriden.
De ravenbeksbeenderen hebben in het midden slechts een lage uitstulping aan de onderzijde. Hun voorste punt is vrij scherp. Die ligt vrij dicht op de uitstulping zodat een lange beenbalk ontbreekt, anders dan bij latere elasmosauriden. Een achterste binnenste tak lijkt te ontbreken en daarmee ook een hartvormig venster.
Het opperarmbeen is robuust en goed verbeend hoewel er een krachtige kraakbeenkap op de bovenzijde lijkt te zijn geweest. Het verwijdt zich snel naar onderen toe zodat een slanke schacht afwezig is, anders dan bij andere elasmosauriden. De bovenste binnenhoek is verbreed. Het spaakbeen heeft een groeve in de achterzijde, maar niet zeer diep. Bovenaan heeft het spaakbeen een afgeplat schuin vlak dat misschien de ellepijp niet raakt. Daarentegen heeft de onderzijde een opstaande scherpe rand. Het facet met het intermedium is veel kleiner dan dat voor het radiale en is daarvan niet duidelijke gescheiden, net als bij de Aristonectinae. Het radiale is dik met vier facetten.
Het dijbeen is kort en robuust met een dikke schacht. Het is recht in plaats van golvend. Het is niet sterk naar achteren gekromd. De bovenste trochanter is niet duidelijk gescheiden van de kop. De onderzijde is zo afgerond dat de facetten nauwelijks waarneembaar zijn net als bij Callawayasaurus. Andere overeenkomsten zijn dat het scheenbeen breder is dan de kop van het dijbeen en dat het scheenbeen als geheel groot en fors is met maar een kleine achterste inkeping. Het kuitbeen is iets kleiner en heeft een kleine voorste inkeping zodat er maar een klein foramen is met het scheenbeen.
Remove ads
Fylogenie
Jucha is in de Elasmosauridae geplaatst, in een zeer basale positie. Het zou gaan om de eerste elasmosauride met een erg lange nek, veel ouder dan de latere Aristonectinae en daar geen voorouder van.
Het volgende cladogram toont een mogelijke positie in de evolutionaire stamboom.
| Elasmosauridae |
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuur
- (en) Fischer, Valentin, Zverkov, Nikolay G, Arkhangelsky, Maxim S, Stenshin, Ilya M, Blagovetshensky, Ivan V (30 juli 2021). A new elasmosaurid plesiosaurian from the Early Cretaceous of Russia marks an early attempt at neck elongation. Zoological Journal of the Linnean Society 192 (4): 1167–1194. ISSN:0024-4082. DOI:10.1093/zoolinnean/zlaa103.
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Remove ads
