Top Qs
Tijdlijn
Chat
Perspectief

Koesj (oudheid)

oudheid Van Wikipedia, de vrije encyclopedie

Koesj (oudheid)
Remove ads

Koesj (ook wel Kush) was in de oudheid een rijk in Nubië, gecentreerd in het gebied waar de Blauwe Nijl en Witte Nijl samenvloeien. De benaming "Koesj" werd gebruikt door Egyptische en Hebreeuwse schrijvers voor het huidige zuidelijk Egypte, Soedan en de Hoorn van Afrika. De naam "Koesj" komt in de Hebreeuwse Bijbel voor als "Kus", de stamvader van de Afrikanen (met donkere huidskleur).[1]

Snelle feiten Kaart, Algemene gegevens ...
Thumb
Piramides bij Meroë
Thumb
De heilige berg Djebel Barkal
Thumb
Halsband van de Koesjitische koningin Amanishakheto
Remove ads

Geschiedenis

Samenvatten
Perspectief

Na de verovering van het koninkrijk Kerma was het gebied van de 16e tot de 11e eeuw v.Chr. een provincie van het Nieuwe Rijk van Egypte en werd geregeerd door een onderkoning, de vicekoning van Koesj. Tijdens de daaropvolgende instabiele derde tussenperiode van Egypte begonnen de Koesjieten zich los te maken van Egyptische farao's en vestigden de autonome staat Koesj, met de steden Napata (aan de voet van de heilige berg Djebel Barkal) en Meroë als belangrijkste machtscentra.

Koesj was een belangrijke economische machtsfactor. Het was rijk aan goud, ijzer en andere metalen en was de spil in de handel tussen Egypte en Afrika, India en China. De Koesjitische cultuur was sterk beïnvloed door de Egyptische cultuur. Zo werden hier ook piramides gebouwd. Deze graftombes waren echter maar zo'n tien meter hoog en veel steiler dan de Egyptische piramides. De meeste Meroïtische piramides zijn nu zwaar beschadigd omdat de Italiaanse schatzoeker Giuseppe Ferlini in 1832 de bovenkant van de piramides met explosieven opblies. Veel van de sieraden, beelden en gereedschappen die hij in de piramides aantrof zijn nu te bezichtigen in Duitse musea.

De Koesjitische farao Kashta (ca. 760-747 v.Chr.), letterlijk "de Koesjiet", stichtte de 25e dynastie van Egypte door het door onderlinge twisten tussen verschillende koningshuizen verzwakte Egypte te veroveren en te herenigen. Om zijn macht te verstevigen installeerde hij zijn dochter Amenirdis I als "Godsgemalin" (de machtige hoofdpriesteres van Amon).

Egypte en het Koesjitische rijk waren hierna ongeveer een eeuw lang verenigd. Het verenigde Egypte van de Koesjitische farao's strekte zich uit van het huidige Khartoem tot de Middellandse Zee en was aldus het grootste rijk in de geschiedenis van Egypte. De Egyptische invloed op Koesj nam in deze periode weer toe. De Koesjieten namen veel Egyptische gebruiken en kunst over. De farao's van de 25e dynastie voelden zichzelf ook Egyptisch. Zij waren grote aanbidders van Amon, de god van Thebe, en hun campagne om Egypte onder controle te krijgen werd door henzelf gezien als een goddelijke plicht om de kosmische orde, de Ma'at (een belangrijk aspect van de Egyptische religie), te herstellen door de twistzieke koningen van het verdeelde land opzij te schuiven (op dat moment werd Egypte immers 'geregeerd' door koningen van de naast elkaar bestaande 22e, 23e en 24e dynastie en nog enkele lokale heersers).

De zogenaamde "zwarte farao's" van de 25e dynastie bleven op de troon van Egypte tot de dood van farao Tantamani in ca. 653 v.Chr. Uiteindelijk werden de Koesjitische farao's door Assyrië verslagen en teruggedrongen tot het gebied ten zuiden van Aswan. Het duurde echter niet lang of de Assyriërs werden op hun beurt verdreven door een nieuw sterk koningshuis, de 26e dynastie, waarvan de eerste koning ook de nog altijd Koesjitische "Godsgemalin" door zijn eigen dochter liet opvolgen. Daarmee was het laatste restje Koesjitische invloed uit Egypte verdwenen.

Vanaf ongeveer 270 v.Chr. nam Meroë definitief de positie van Napata over als belangrijkste stad van Koesj. In deze periode begon Koesj Egypte ook minder te volgen en meer een eigen koers te varen. De god Amon verloor zijn leidende positie en werd vervangen door de oorlogsgod Apedemak.

Na de Romeinse verovering van Egypte kwam het regelmatig tot grensconflicten tussen Koesj en het Romeinse rijk. Uiteindelijk verbeterden de relaties met Rome en een Koesjitische koningin, Amanikhatashan, schoot de Romeinen zelfs te hulp met troepen tijdens de Joodse Oorlog in 70 n.Chr. In de 1e en 2e eeuw n.Chr. werd het rijk echter steeds zwakker, tot het in de 4e eeuw n.Chr. helemaal verdween. De Nobatae werden de nieuwe machtsfactor in Soedan. De redenen voor het verdwijnen van Koesj zijn nog altijd onduidelijk.

Remove ads

Cultuur

Loading related searches...

Wikiwand - on

Seamless Wikipedia browsing. On steroids.

Remove ads