Loading AI tools
stripreeks van Morris Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Lucky Luke is een Belgische stripreeks die sinds 1946 loopt. De hoofdpersoon is een cowboy die avonturen beleeft in het Wilde Westen. De strip werd bedacht door de Belg Maurice De Bevere uit Kortrijk. Maurice werkte onder het pseudoniem Morris. Twee jaar na diens overlijden in 2001 hervatte Hervé Darmenton (Achdé) het tekenwerk.
Lucky Luke | ||||
---|---|---|---|---|
Een iconisch beeld van Lucky Luke die sneller schiet dan zijn schaduw | ||||
Land van oorsprong | België | |||
Oorspronkelijke taal | Frans | |||
Genre | Westernstrip, humoristische strip, historische strip | |||
Creatieteam | ||||
Bedenker(s) | Morris | |||
Schrijver(s) | Morris René Goscinny Lode De Bevere[1] Lo Hartog van Banda | |||
Tekenaar(s) | Morris Hervé Darmenton (Achdé) | |||
Publicatie | ||||
Uitgever | Dupuis Dargaud Lucky Comics & Lucky Productions | |||
Publicatiemedia | Stripboeken | |||
Huidige status | Lopend | |||
Eerste publicatie | 1946 | |||
|
Lucky Luke is een humoristische stripreeks en heeft vele scenaristen gehad, waarvan René Goscinny de bekendste en meest gevierde was. De verhalen spelen zich alle af in de Verenigde Staten in de negentiende eeuw. Vaak worden de clichés van het westerngenre geparodieerd en ook bekende kleurrijke historische personages opgevoerd.
De strip behoort samen met De avonturen van Kuifje en Asterix tot de succesvolste Europese stripseries. De reeks is in 23 talen vertaald, waaronder enkele Afrikaanse en Aziatische talen.[bron?]
De stripserie draait om de rondzwervende cowboy Lucky Luke, die overal waar hij komt, helpt om onrecht en misdaad te bestrijden. Hij staat vooral bekend om het feit dat hij sneller schiet dan zijn schaduw. De overige hoofdpersonages zijn Lukes trouwe paard Jolly Jumper, de domste hond ter wereld Rataplan en de boevenbende De Daltons.
Alle verhalen spelen zich af in de 19e eeuw, zij het zonder duidelijke chronologie of vermelding van jaartallen. Lucky Luke ontmoet ook regelmatig beroemde historische figuren, zoals Calamity Jane, Billy the Kid, Jesse James, Abraham Lincoln en Sarah Bernhardt, en is betrokken bij verschillende historische gebeurtenissen, zoals de oprichting van de Pony Express, de aanleg van de eerste telegraafverbinding van de oostkust naar de westkust en de kolonisatie van Oklahoma. In werkelijkheid leefden deze personen van de vroege tot late 19e eeuw, en vonden de gebeurtenissen waar Luke bij betrokken is over een periode van vele jaren plaats. Zo ontmoet Lucky Luke in The Daily Star de journalist Horace Greeley voor diens reis naar New York, wat dit verhaal rond 1830 plaatst, terwijl Lukes betrokkenheid bij het gevecht met de Daltonbende in Coffeyville (in het album Vogelvrij) rond 1892 plaatsvindt.
In enkele verhalen begeeft Luke zich buiten het Wilde Westen en komt zelfs in het buitenland, in Mexico, Canada en Parijs.
Lucky Luke debuteerde in 1946 in het weekblad Robbedoes met het verhaal Arizona 1880. Morris koos voor dit blad in plaats van voor het weekblad Kuifje, omdat de speelse stijl van Robbedoes beter bij zijn verhalen paste.[bron?] Zijn strips zouden hierin jarenlang verschijnen en in het blad Spirou. De strip was bedoeld als een parodie op het destijds populaire western-genre en deze filminvloeden keren ook terug in de tekenstijl. Decors, coulissen, rekwisieten, wisselende cameraposities, beeldmontage en lay-out zijn allemaal goed door Morris bestudeerd en verwerkt in de strip. Sommige shots beeldde hij af op volle paginabreedte. Morris documenteerde zich voor ieder verhaal zorgvuldig, onder andere met behulp van bioscoopaffiches. Die kon hij niet zomaar in handen krijgen. Hij moest ze daarom uit de bioscoopvitrine stelen, waarbij zijn vriend André Franquin (tekenaar van onder meer Guust en Robbedoes en Kwabbernoot) op de uitkijk stond. De affiches (allemaal met afgescheurde hoeken) zijn bewaard gebleven.[2]
In 1948 vertrokken Morris, en de striptekenaars Jijé en Franquin naar de Verenigde Staten. Voor Morris was dit vooral om de stripcultuur van dit land in zich op te nemen. Hij werkte o.a. voor het tijdschrift MAD, wat een grote inspiratiebron voor de humor in Lucky Luke werd.[bron?] Ook maakte hij een reis door Mexico. Hij zou regelmatig paginagrote tekeningen van Lucky Luke naar de redactie van Robbedoes sturen die dan gepubliceerd werden. In 1949 kwam het eerste album uit, Dick Diggers goudmijn.
Morris was echter geen sterk scenarist. Zijn vroege verhalen missen vaak een plot en moeten het vooral hebben van de actiescènes en grappen. Dat veranderde toen hij in de VS René Goscinny ontmoette, die de verhalen ging schrijven. Tijdens hun samenwerking beleefde de strip haar gouden jaren. Na de dood van Goscinny in 1977 namen meerdere scenaristen het schrijfwerk van hem over, waaronder Vicq, Bob de Groot, Jean Léturgie en Lo Hartog van Banda.
In het album Vogelvrij uit 1954 krijgt Luke het aan de stok met de Daltonbende. Zij worden door Luke gedood, maar bleken als antihelden bijzonder populair. Na talloze brieven met het verzoek om de Daltons terug te laten keren, besloten Morris en Goscinny nieuwe verhalen te schrijven, met daarin de neven van de Daltons die hun plaats innemen.
Morris werkte voordien voor tekenfilmstudio C.B.A. Zijn tekenstijl was in het begin dan ook erg beïnvloed door de tekenfilm. Zo gaf hij Lucky Luke in het begin maar vier vingers zoals daar toen gebruikelijk was. Om een betere striptekenaar te worden, ging hij inwonen bij striptekenaar Jijé. Via Jijé leert hij de kunst van het striptekenen en gaandeweg verfijnde hij zijn tekenstijl, die als een van de meest opmerkelijke en efficiënte van de humorstrip wordt beschouwd.[3] De figuren hebben een cartoonachtig uiterlijk en dito houding. Morris speelde graag met de kleuren. De achtergrond heeft vaak een onlogische hippe kleur, bijvoorbeeld een roze lucht. Sommige figuren hebben opeens van top tot teen dezelfde kleur. De achtergrond is soms weggelaten. Dan zijn er opeens geen bomen of bergen meer te zien, maar alleen de personages. Op andere momenten zijn de decors juist zeer gedetailleerd. Het lijkt geïnspireerd op de popart. In een scène over een brand is de kleur op de hele bladzijde overwegend rood. Het bracht Morris soms in conflict met de drukkers die zijn aanwijzingen met betrekking tot de kleuren niet goed opvolgden.
De kleuren van de bovenkleding van Luke zijn rood, zwart en geel. In het album Een cowboy in Parijs wordt geopperd dat dit een verwijzing naar de vlag van België is.
Morris had grote moeite met de beperkingen die hem werden opgelegd en die hij als censuur zag. Vooral in Frankrijk was er een zeer strenge wetgeving om de jeugd te beschermen. Zo mocht er eigenlijk niet geschoten worden, geen alcohol gedronken worden en geen vrouwelijk bloot getoond worden. Meerdere malen moesten afbeeldingen aangepast worden en soms zelfs het verhaal aangepast. Enkele voorbeelden zijn de afbeelding waarin Billy the Kid als baby op een revolver sabbelt in het album Billy the Kid en het album Vogelvrij, waarin de Daltons gedood worden. De voorkant van Naijver in Painful Gulch moest Morris wel vier (mogelijk vijf) keer overdoen. Vanaf de jaren jaren tachtig zouden de originele tekeningen teruggeplaatst worden. Het idee van een revolverheld die niet schiet kon natuurlijk niet, maar er werd een compromis gevonden doordat Lucky Luke nooit op het lichaam schiet. Hij schiet bijvoorbeeld de revolvers uit de handen van zijn tegenstanders.
De cancandanseressen in de saloons zouden pas in de jaren zeventig geïntroduceerd worden. Deze erotische danseressen dragen echter dusdanig lange onderbroeken dat er niks te zien valt.
Bij de Amerikaanse uitgaven werden nog meer eisen gesteld. Zo moest de sigaret vervangen worden door een grasspriet om jongeren niet aan te zetten tot roken. Stereotypen zoals Mexicanen die doorlopend siësta houden, indianen die onduidelijk praten en Chinezen die de hele dag de was doen moesten ook anders weergegeven worden.
Morris zag alle beperkingen eigenlijk als een ontkenning van hoe het Wilde Westen ooit geweest was. Als verzet tekende hij een stripverhaal van één bladzijde waarin Lucky Luke whisky drinkt, mensen die hem ergeren doodschiet en naar bed gaat met een cancandanseres.
Na de dood van Morris in 2001 werd de serie voortgezet door de Franse tekenaar Achdé, in samenwerking met de schrijver Laurent Gerra. Later werden ook Daniel Pennac, Jacques Pessis en Tonino Benacquista betrokken in de scenario's. In 2015 werd Jul aangetrokken voor het scenario van het zevende album in de nieuwe reeks.[4] In deze serie, genaamd naar Morris treedt Luke ook enkele malen buiten het Wilde Westen en gaat naar Parijs om het Vrijheidsbeeld op te halen en naar het Louisiana van na de Amerikaanse Burgeroorlog.
Diverse personages die voorkomen in de strip hebben echt bestaan.
Morris was een filmfan en hield ervan om zijn personages het gezicht van bekende filmsterren te geven. Ook mensen uit de directe omgeving van Morris kregen een rol. Onder anderen:
In veel albums komt een doodgraver voor. Sommigen zijn gemodelleerd naar een leraar op het Sint-Jozefscollege te Aalst, waar Maurice De Bevere zijn middelbareschooltijd doorbracht.
In 2011 werd een spin-off van de reeks Lucky Luke gelanceerd: De avonturen van Kid Lucky. Hierin is Lucky Luke te zien in zijn kindertijd. De auteur van de reeks is Achdé, die de nieuwe strips rond Lucky Luke zelf tekent. Het eerste album verscheen in december 2011 en heet De Leerling-Cowboy. De strip bevat één kort verhaal en voor de rest gags op één pagina. In 2014 verscheen het tweede album: Lasso Mortale. In de gewone reeks van Lucky Luke verschenen ook twee verhalen rond Kid Lucky: Kid Lucky en Oklahoma Jim.[5]
In 1985 verschenen vier korte verhalen over Lucky Luke.
In 1983 maakte Hanna-Barbera, in coproductie met Gaumont en FR3,[6] van de stripverhalen een tekenfilmversie (Lucky Luke), die in verschillende Europese landen werd uitgezonden. De reeks telde aanvankelijk 26 afleveringen, maar in 1991 werden er nog eens 26 afleveringen gemaakt, dit keer door het Franse IDDH.[6] De scenario's in deze serie zijn direct overgenomen van de strips, zij het af en toe met wat aanpassingen. In Nederland zond men de serie in 1986 en 1987 uit op de VARA, later werd de serie herhaald door RTL 4 en Yorin. 48 van de 52 afleveringen zijn in twee boxen van vier dvd's uitgegeven, en ook nog in één megabox van acht dvd's. De volledige reeks werd ook uitgegeven op losse dvd's met twee of drie afleveringen. De oorspronkelijke begintune was een liedje dat in verschillende talen vertaald werd. De Nederlandse tekst van de begintune werd ingezongen door Edwin Rutten. De eindtune was het Engelse liedje I'm a poor, lonesome cowboy, die ook in de albums op het allerlaatste plaatje te lezen is, en werd in de Nederlandse versie gezongen door Gerard Cox.
In 2001 werd een nieuwe animatieserie gemaakt, bestaande uit 52 afleveringen. Deze serie stond ook wel bekend als De nieuwe avonturen van Lucky Luke. Deze serie bevat vooral nieuwe verhalen die nooit in stripvorm zijn uitgebracht.
In 2009 verscheen daarnaast ook de spin-offreeks De Daltons met korte tekenfilms rond de Daltons. In 2011 verschenen twee dvd's met elk negen afleveringen: Voor geen gat te vangen en De Daltontotem.
Naast de series kwamen er ook vier animatiefilms uit van Lucky Luke:
Deze laatste is in feite samengesteld uit drie afleveringen van de korte serie, nl. Ma Dalton, De Daltons kopen zich vrij en De Daltons in de blizzard. De korte aflevering De Daltons op vrije voeten is een ander verhaal dan de lange tekenfilm.
In december 2007 kwam nog een vierde lange animatiefilm uit in de Franstalige bioscopen: Tous à l'Ouest, in het Nederlands vertaald als Lucky Luke op naar het Westen. De film is gebaseerd op het album De karavaan.
In 1971 werd het album De rechter verfilmd. De film Le Juge werd geregisseerd door Jean Girault. Het hoofdpersonage Lucky Luke kwam wel niet in de film voor en werd vervangen door een nevenpersonage genaamd Buck Carson.[7]
Begin jaren 90 werden er twee speelfilms en een serie gemaakt met Terence Hill in de rol van Lucky Luke. De films werden opgevolgd door een live-actiontelevisieserie, eveneens met Terence Hill.
In 2004 verscheen de film Les Daltons, die hoofdzakelijk om de Daltons draaide maar waar Lucky Luke ook in voorkwam, dit keer gespeeld door Til Schweiger.
Op 21 oktober 2009 ging in Frankrijk een nieuwe versie van Lucky Luke in première. De film werd geregisseerd door James Huth. Jean Dujardin speelde hierin de hoofdrol als Lucky Luke.
In 2020 startte de productie van een Franse liveaction-televisiereeks. De hoofdrol is voor Michaël Youn.[8]
Vanaf 1984 zijn er meerdere Lucky Luke-computerspellen gemaakt. De meeste werden uitgebracht door Infogrames en waren soms alleen in Europa te krijgen.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.