Top Qs
Tijdlijn
Chat
Perspectief

Lust en Rust

plantage in Suriname Van Wikipedia, de vrije encyclopedie

Lust en Rust
Remove ads

Lust en Rust was een koffieplantage aan de Surinamerivier in het district Commewijne in Suriname; het lag tussen de suikerplantages Dordrecht en Belwaarde.

Snelle feiten

Ontstaan

De grond werd in 1735 uitgegeven aan Willem Gerard van Meel, Raad-fiscaal in Suriname en later griffier bij het Hof van Justitie in Paramaribo. Willem Gerard was een broer van Joan Hubert van Meel, de secretaris van de Sociëteit van Suriname. Omstreeks 1745 werd deze grond van duizend akkers in twee stukken verkocht. Het deel dat plantage Dordrecht zou worden werd gekocht door Pieter van der Werff. Het andere deel werd gekocht door Ephraim Comans Scherping.

Scherping kocht er gelijk driehonderd akkers bij en noemde de plantage 'Lust en Rust'. In sranantongo stond de onderneming ook wel bekend als Scherpin, naar de eigenaar.

Remove ads

Familie Scherping

Scherping was in 1730 door Jacobus Braat, koopman te Brielle en secretaris van Suriname aangenomen als minderjarige klerk.[1] Hij werd in 1737 secretaris van het Hof van politie en later ook Raadsheer van Politie. Scherping was ook eigenaar en aanlegger van de plantage 'Paracouba' aan de Pauluskreek.

Ephraim Comans Scherping overleed in 1763 en de plantages 'Lust en Rust' en 'Paracouba' werden verdeeld over drie groepen eigenaren, allen familie van Scherping. Een vierde aandeel in beide plantages vererfde via Susanna Nute, Scherpings weduwe, in 1774 op haar kleinzoon Ephraim Daniel Pichot. De steeds verder versnipperde eigendomssituatie kwam de productie van de plantage Lust en Rust niet ten goede. Het aantal slaven op de plantage daalde gestaag. Toen in 1842 Jacob Bennebroek Evertz de plantage overnam werkten er nog 34 slaven.

Remove ads

1863 en verder

Loading related searches...

Wikiwand - on

Seamless Wikipedia browsing. On steroids.

Remove ads