Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het platonisme heeft in de eerste plaats te maken met de filosofie van Plato en zijn invloed op latere filosofen. De term kan ook betrekking hebben op de betekenis die er later aan gegeven werd, namelijk het platonistisch realistisch standpunt ten overstaan van het bestaan van de universaliën.[1]
![]() |
Onderwerpen gerelateerd aan Plato |
Plato's jeugdjaren |
Werken |
Ideeënleer |
Platonische liefde |
Plato en Griekse religie |
Plato's theologie |
Plato's staatkunde |
Plato-commentaren |
Akademeia |
Anamnese |
Maieutiek |
Hermeneutiek |
Platonisme / neoplatonisme |
Allegorieën en metaforen |
Atlantis |
Allegorie van de grot |
Het verhaal van Er |
Ring van Gyges |
Plato's centrale filosofische concept is de theorie van de Vormen, ook Ideeënleer genoemd. Hierbij maakt hij onderscheid tussen de fenomenen die we om ons heen zien - veranderlijke objecten die geen onderwerp van kennis kunnen zijn - en 'Vormen' (of 'Ideeën'), die eeuwig, perfect en onveranderlijk zijn, en buiten ruimte en tijd geplaatst. Zij zijn de drager van de oorspronkelijke concepten van schoonheid, waarheid en het goede en de filosoof dient naar contact met deze Vormen te streven wil hij ware kennis en inzicht verwerven. Alle sensibele objecten die we in onze leefwereld met de zintuigen waarnemen, zijn slechts onvolkomen kopieën van deze Vormen. Vandaar Plato's misprijzen voor een kunstenaar, want hij maakte slechts kopieën van kopieën, waardoor een schilderij of beeld een soort derderangsobject werd.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.