Loading AI tools
watersnoodramp rond de Zuiderzee Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
De stormvloed van 1916, Zuiderzeevloed van 1916 of Januari-vloed is een watersnoodramp die zich in de nacht van 13 op 14 januari 1916 in Nederland rond de Zuiderzee voltrok.[1][2]
Stormvloed van 1916 | ||
---|---|---|
Schellingwoude gedurende de watersnood | ||
Jaar | 1916 | |
Datum | 14 januari 1916 | |
Regio | Noord-Nederland, Zuiderzeegebied en Biesbosch |
Op 13 en 14 januari 1916 stak een zware storm op in Nederland.[3] In de weken ervoor stond er al een krachtige tot stormachtige zuidwesten- en westenwind waardoor veel water vanuit de Noordzee tegen de kust aan werd gestuwd en in de Zuiderzee stroomde. Het water in Noordzee en Zuiderzee stond daardoor al 30-70 centimeter hoger dan gewoonlijk. Op 11 januari was er ook een storm uit het noordwesten die het water verder opstuwde.
Vanaf 13 januari trok er nogmaals een storm over, het gevolg van een lagedrukgebied bij IJsland. De wind kwam uit het noordwesten, waardoor nog meer Noordzeewater naar de Nederlandse kust werd gedreven. De storm hield lang aan, de wind bleef in Den Helder gedurende achttien uur ten minste windkracht 8 en maximaal 10 en bij Hoek van Holland werd zeven uur lang windkracht 11 gemeten.[3]
Het water bereikte bij vloed op verschillende plaatsen, zowel in het Zuiderzeegebied als aan de Noordzeekust, een stand van meer dan drie meter boven NAP. Voor het Zuiderzeegebied werden de hoogste waterstanden rond vijf uur in de ochtend van 14 januari bereikt.[3] Recordhoogtes werden gemeten in Spakenburg, Muiden, Zeeburg en Marken.
De stormvloed viel samen met een verhoogde waterstand in de bovenrivieren,[4] daardoor nam de druk op winterdijken sterk toe. Er ontstonden op tientallen plaatsen dijkbreuken en er was op veel plaatsen schade aan het binnenbeloop en de bekleding van de dijken.[3] In de provincie Noord-Holland vielen 21 doden, terwijl er bij diverse scheepsrampen nog eens 32 mensen omkwamen. Koningin Wilhelmina bezocht de getroffen gebieden.
Journalist Minne van der Staal bezocht enkele dagen na de ramp de getroffen dorpen Marken, Bunschoten en Spakenburg. In opdracht van het Watersnood-Comité schreef hij later dat jaar het boek Januari-vloed.[8] Enkele gemeenten raakten als gevolg van de door de watersnood veroorzaakte schade zo verarmd dat zij uit eigen beweging aansluiting vroegen bij de gemeente Amsterdam. Op 1 januari 1921 werden de gemeenten Buiksloot, Nieuwendam en Ransdorp in hun geheel geannexeerd door Amsterdam. In 2016 werd, 100 jaar na de ramp, op Marken een monument voor alle slachtoffers onthuld.[9] Het monument, ontworpen door Linda Verkaaik, staat op de Hogedijk en kreeg de titel The Wave.[10]
Cor Bruijn schreef een kinderboek over deze stormvloed in Waterland: De dijken breken.
Gerard Vissering, president van De Nederlandsche Bank, schreef in het Algemeen Handelsblad dat Nederland het Plan-Lely om de Zuiderzee af te sluiten moest uitvoeren. De Zuiderzeevereeniging organiseerde in Amsterdam een tentoonstelling hierover. Cornelis Lely diende op 9 september 1916 zijn definitieve ontwerp in.[3] Deze ramp in combinatie met de voedselschaarste gedurende de Eerste Wereldoorlog leidde tot de totstandkoming van de Zuiderzeewet. De dijkversterkingen die naar aanleiding van de ramp werden uitgevoerd, waren in 1926 voltooid.[3] In 1932 werd de Zuiderzee 'getemd' met de aanleg van de Afsluitdijk.[7] Dit leidde echter ook tot het einde van de Zuiderzeevisserij.
De watersnood leidde ook tot de oprichting in 1921 van de stormvloedseindienst.[11] In Noord-Holland werd het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier opgericht, dat het onderhoud van de dijken ten noorden van het Noordzeekanaal overnam van de kleinere waterschappen.
Alhoewel er in het Rijnmondgebied relatief weinig schade was, werd er wel een probleem geconstateerd. Bij de stormvloed van 1916 was de waterstand in Hoek van Holland vrijwel even hoog als in 1906 (302 en 297 cm boven NAP) maar in Rotterdam was het verschil veel groter (331 en 298 cm boven NAP). In de tussentijd was de Nieuwe Waterweg verdiept en waren er wat afsluitingswerken uitgevoerd. De vraag was dus of er wellicht door de verdieping van de Nieuwe Waterweg nog veel hogere waterstanden in Rotterdam zouden kunnen gaan voorkomen. De minister (Cornelis Lely) constateerde dat dit zowel technisch als politiek een moeilijk probleem was. Hij formeerde daarom een commissie waarin een aantal deskundigen van Rijkswaterstaat en het KNMI zaten, onder leiding van een gerespecteerd wetenschapper, de wiskundige (en sterrenkundige) prof. Van de Sande Bakhuyzen. De commissie heeft heel uitgebreid onderzoek gedaan en dit gerapporteerd in een lijvig en zeer goed onderbouwd rapport.
In eerste instantie werd geprobeerd het probleem rekenkundig op te lossen met een methode ontwikkeld door prof. De Vries Broekman van de TU Delft.[12] Deze methode bleek echter als grote beperking te hebben dat het uitvoeren van de berekening met een mechanische rekenmachine te veel tijd zou vergen (de berekening van één enkele situatie zou ongeveer 2,5 jaar kosten). Men heeft daarom gekozen voor een meer empirische benadering van ir. C.W. Lely (de zoon van Cornelis Lely). Hieruit volgde dat de extra verhoging in Rotterdam bij deze specifieke storm het gevolg was van het feit dat de storm erg lang aanhield en er een grote bovenafvoer van de Rijn was. Hierdoor kon het water niet afgevoerd worden naar zee gedurende het laagwater tussen twee hoogwatertoppen. De verdieping van de Nieuwe Waterweg speelde een marginale rol, en de andere werken hadden zelfs een positief effect. [13][14] Een paar jaar later liep prof. Lorentz als voorzitter van een onderzoekscommissie met betrekking tot de verwachte waterstanden na aanleg van de Afsluitdijk tegen een vergelijkbaar probleem aan. Toen is ervoor gekozen om een kleine vereenvoudiging van het rekenschema te maken waarmee het probleem behapbaar werd - weliswaar nog steeds door de inzet van veel rekenaars. Deze oplossing werkte niet voor de benedenrivieren, omdat er geen rivierafvoer in de berekening gebracht kon worden. Pas rond 1930 kon dit probleem door het werk van Mazure en Van Veen opgelost worden.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.