Top Qs
Tijdlijn
Chat
Perspectief

Tibetaanse annalen

Van Wikipedia, de vrije encyclopedie

Tibetaanse annalen
Remove ads

De Oude Tibetaanse annalen zijn het oudste gevonden document over de geschiedenis van Tibet. Het is de meest betrouwbare bron voor de geschiedenis van een groot deel van de periode van het Tibetaanse rijk. Dat is de periode van ongeveer 600-860.

Thumb
Paul Pelliot onderzoekt de manuscripten in de Mogao-grot 17

Achtergrond

Er zijn twee categorieën bronnen te benoemen voor de studie van het Tibetaanse rijk.

De eerste, geschreven door boeddhistische historici of die van de bönreligie, vangt aan vanaf het eind van de tiende eeuw, globaal anderhalve eeuw nadat het rijk was verdwenen. Die geschiedschrijving kijkt op de periode van het rijk vaak terug als een gouden eeuw, die dan ook wordt bewierookt. Het is in die geschiedschrijving dat personen als Padmasambhava en Songtsen Gampo mythische proporties aannemen. Het is vaak een vorm van geschiedschrijving, waar het beoogde religieuze en pedagogische doel prevaleert boven het streven naar historische juistheid.

De tweede categorie zijn de bronnen die geschreven zijn in ongeveer de periode waarover verhaald wordt. Dat kunnen Chinese bronnen zijn; bronnen in andere talen als Arabisch, Khotanees. Tot de vroegste Tibetaanse bronnen behoren inscripties in steles en aantekeningen op hout en daarna op papier. De grote waarde van de annalen is, dat het een sober en strikt zakelijk verslag geeft van gebeurtenissen gedurende de beschreven periode en de oorspronkelijke tekst geschreven moet zijn in ongeveer de jaren waarover het handelt.

Remove ads

De vondst van de annalen

Samenvatten
Perspectief

Het grootste deel van de vroegste Tibetaanse documenten is een deel van de manuscripten van Dunhuang. Dunghuang lag op een kruispunt waar delen van de zijderoute weer bij elkaar kwamen. Het was dan ook een belangrijke handelsplaats en entrepot. De grote hoeveelheid Tibetaanse documenten heeft alles te maken met de Tibetaanse bezetting van dit deel van de zijderoute tussen ongeveer 780 en 850. Ook na deze periode bleef in Dunhuang en omgeving het Tibetaans nog ruim honderd jaar de lingua franca.

De manuscripten zijn in 1900 ontdekt door de monnik Wang Yuanlu die zich had opgeworpen als beheerder van de honderden Mogao-grotten en met zeer beperkte middelen enkele daarvan trachtte te restaureren. Hij trof ongeveer 50.000 manuscripten aan in een grot, die kort na 1002 moet zijn afgesloten.

In 1908 en 1909 wisten Aurel Stein en Paul Pelliot omvangrijke collecties manuscripten hiervan te bemachtigen. Op de terugreis naar Parijs liet Pelliot in 1909 in Peking enkele documenten aan Chinese geleerden zien. Die informeerden de Chinese regering. Deze gaf het bevel alle nog resterende documenten naar Peking te zenden. Dat bevel werd niet geheel uitgevoerd. Als gevolg daarvan werden er in de jaren daarna ook nog kleinere hoeveelheden documenten verkocht aan Russische en Japanse onderzoekers.

Remove ads

De annalen

De in Dunhuang gevonden annalen bestaan uit twee delen. Het eerste deel beschrijft gebeurtenissen in de periode 640/641 - 747/748. Het kleinere tweede deel beschrijft de jaren 743/744 tot aan 747/748. Er is dus een vorm van overlap van enkele jaren. Daarna is er een hiaat van zeven jaar. Het volgende beschreven jaar is 755/756. Het eindigt met het jaar 762/764. Het laatste verslag is het enige in de annalen dat een periode van twee jaar beschrijft. Het Tibetaanse jaar liep in de periode van het rijk van medio april tot medio april.

Het is duidelijk dat in het tweede deel na het jaar 747/748 gesneden is. Bij het daarna weer aan elkaar plakken van de vellen moet door onachtzaamheid dat in een onjuiste volgorde gebeurd zijn, waardoor het hiaat van zeven jaar is ontstaan. Iedere onderzoeker gaat ervan uit, dat de oorspronkelijke versie die zeven jaren wel degelijk bevatte.

Een deel van het eerste deel van de annalen is nu aanwezig in de Bibliothèque nationale de France, het andere part alsmede het tweede deel is aanwezig in de collectie van de British Library. In 2009 werd in een bibliotheek in Sint-Petersburg een tot dan toe onbekend fragment van de annalen gevonden.[1]

De inhoud

Samenvatten
Perspectief
Thumb
Traditionele Tibetaanse papiervervaardiging, tussen 1910 - 1920, Gyantse.

De beschrijving van vrijwel ieder jaar begint met het vermelden van het jaar, zoals bijvoorbeeld Het gebeurde in het jaar van de draak. Daarna worden vrijwel altijd de verblijfplaatsen van de koning in dat jaar vermeld en waar de jaarlijkse conferenties gehouden werden. Daarnaast meldt het onder meer volkstellingen, bezoeken van belangrijk geachte personen aan Tibet, campagnes en andere militaire en politiek relevante gebeurtenissen.

Gebieden in de periferie van het rijk werden bestuurd door regionale bestuurscolleges. De jaarlijkse bijeenkomsten van het orgaan voor het gebied Amdo worden vanaf 704 vermeld.

De annalen openen met de mededeling van de aankomst van de Chinese prinses Wencheng in Tibet in 640. De laatste mededelingen in de annalen betreffen de plundering van de Chinese hoofdstad Chang'an door Tibetaanse troepen in 764 en het wegvoeren van de buit.

Vermoedelijk zijn de annalen van de eerste jaren geschreven op een houten raamwerk en later op papier gekopieerd. Dat is ook consistent met de mededelingen in Chinese annalen, dat pas na de aankomst van de prinses Wencheng in Tibet Chinese ambachtslieden daar gingen onderwijzen hoe papier en inkt gemaakt moest worden.

Remove ads

De annalen als voorbeeld en handboek

Loading related searches...

Wikiwand - on

Seamless Wikipedia browsing. On steroids.

Remove ads