Top Qs
Tijdlijn
Chat
Perspectief

Treinbeïnvloeding

Van Wikipedia, de vrije encyclopedie

Treinbeïnvloeding
Remove ads

Treinbeïnvloeding is de aanduiding van systemen die helpen voorkomen dat machinisten of treinbestuurders spoorwegseinen missen. Behalve bij treinen wordt treinbeïnvloeding ook wel toegepast bij light rail en metro's. Voor metro en treinverkeer bestaan er treinbesturingssystemen die de treinen geheel automatisch besturen.

Zie Automatische treinbeïnvloeding voor de treinbeïnvloedingssystemen die in Nederland worden gebruikt
Thumb
Vier bakens in Zwitserland. Het baken buiten het spoor en het baken in het midden van het spoor horen bij het treinbeïnvloedingssysteem Signum, de twee gele bij het nieuwere ZUB-121.
Thumb
Venlo spoor 1 naar Viersen
1: baken van het Duitse systeem PZB,
2: baken van het Nederlandse ATB-Vv,
3: flenssmeerpunten voor de reductie van geluidsoverlast
Remove ads

Ontwikkeling

Samenvatten
Perspectief

De eerste treinbeïnvloedingssystemen ontstonden rond 1865. Deze eerste systemen waren mechanisch. Een voorbeeld is de 'Fahrsperre' die nog tot 2023 bij de S-Bahn van Berlijn werd gebruikt. Bij een stoptonend sein klapt naast het sein een constructie uit die bij een passerende trein een schakelaar voor de rem indrukt.[1]

Bij latere systemen is geen fysiek contact met de trein meer nodig, wat slijtage voorkomt. Inmiddels is een grote variatie in treinbeïnvloedingssystemen ontstaan. Sommige treinbeïnvloedingssystemen waarschuwen alleen bij het passeren van seinen, andere grijpen automatisch in met een remming als niet correct op een sein wordt gereageerd en/of bewaken continu de snelheid van de trein.

De modernste systemen voor treinbeïnvloeding bieden meer functies dan alleen treinbeïnvloeding. Ze kennen bijvoorbeeld cabineseingeving. Baanseinen zijn dan niet meer nodig. Het European Rail Traffic Management System geeft daarnaast ook gedetailleerde informatie over de positie van de trein door. Met deze informatiestroom is een betere verkeersleiding van het spoorverkeer mogelijk. Voor metroverkeer zijn systemen ontwikkeld die bekendstaan als Communications-Based Train Control. Deze systemen nemen de gehele besturing van het metroverkeer voor hun rekening. Bij de meest geautomatiseerde versies is er geen personeel op de metrotreinen nodig.

Remove ads

Indelingen naar functionaliteit

Samenvatten
Perspectief

Treinbeïnvloedingssystemen kunnen we indelen op basis van wat het systeem kan, ofwel naar functionaliteit. Bij de indeling van treinbeïnvloedingssystemen naar functionaliteit wordt gekeken naar de manier waarop het treinbeïnvloedingssysteem de machinist of treinbestuurder ondersteunt bij het opvolgen van spoorwegseinen. De oudste systemen zijn eenvoudig en laten vaak alleen een signaal in de cabine of stuurpost horen, bijvoorbeeld als de trein een spoorwegsein passeert dat een remopdracht geeft.

Meer informatie Soort treinbeïnvloedingssysteem, Omschrijving ...

In Engeland zijn de termen train warning, train stop en train protection populair. Train stop en train warning zouden vertaald kunnen worden met waarschuwings­systemen en stopsystemen. Train protection systems zijn de systemen met meer functionaliteiten. Systemen voor remcurvebewaking worden in het Engels wel distance-to-go systems genoemd.

Remove ads

Overige indelingen

Samenvatten
Perspectief

Er is ook een aantal andere indelingen voor treinbeïnvloedingssystemen mogelijk.

Indelingen naar datatransmissie

Datatransmissie is de wijze waarop informatie van de baan naar de trein wordt overgebracht. In Duitsland zijn twee treinbeïnvloedingssystemen in gebruik die genoemd zijn naar de wijze van datatransmissie:

Continue datatransmissie vindt voortdurend en dus overal langs het beveiligde spoor plaats. Een voorbeeld is Linienförmige Zugbeeinflussung (LZB). Een versie voor snelheden groter dan 160 km/uur (LZB 80) is in gebruik bij de Duitse spoorwegen; metroversies zijn in gebruik bij de Amsterdamse[2] en Rotterdamse metro. De continue datatransmissie verloopt bij de Amsterdamse metro via een kabel tussen de rails, bij de Rotterdamse metro worden gecodeerde spoorstroomlopen gebruikt. Het Nederlandse ATB-EG kent ook continue datatransmissie via gecodeerde spoorstroomlopen.

Discrete ('puntvormige') datatransmissie betekent dat de informatie op vaste plaatsen langs het spoor wordt doorgegeven aan de trein. Een bekend voorbeeld is het Duitse Punktförmige Zugbeeinflussung (PZB). Nederlandse voorbeelden hiervan zijn ATB-NG en ATB-Vv.

Er zijn meerdere methoden voor het overbrengen van data voor treinbeïnvloeding, waaronder mechanisch en elektrisch contact, inductie en radiocommunicatie. Hoe jonger de wijze van datatransmissie, hoe meer data kunnen worden doorgegeven. Latere treinbeïnvloedingssystemen kennen vaak meerdere vormen van datatransmissie, waardoor ze het niet altijd eenduidig naar datatransmissie ingedeeld kunnen worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor het Franse TVM, waarbij informatie voor snelheidsbegrenzing via spoorstroomlopen wordt doorgegeven en andere informatie via kabellussen. TVM is ingedeeld op basis van de transmissiewijze van de snelheidsbegrenzing. Een ander voorbeeld is het ERTMS, dat gebruikmaakt van transponders, radio (GSM-R), kabellussen en in sommige gevallen zelfs ook van baanseinen, dus van seinen langs de spoorbaan. Het ERTMS is ingedeeld op basis van de transmissiewijze van de rijtoestemming in de toepassingsniveaus 2 en 3 van het ERTMS.

Meer informatie Datatransmissie, In gebruik vanaf ...

Indeling naar ERTMS-specificatie

Het European Rail Traffic Management System (ERTMS) is een specificatie, die is vastgelegd in verordening (EU) 2016/919 van de Europese Commissie.[7] Door het ERTMS als een vast te leggen is het mogelijk gemaakt dat meerdere leveranciers ERTMS-systemen kunnen aanbieden. Dit besluit onderscheidt treinbeïnvloedingssystemen van klasse A en van klasse B.[8] In het artikel over ERTMS staan voorbeelden van klasse A-systemen. Systemen van klasse B zijn treinbeïnvloedingssystemen die op 20 april 2001 binnen de Europese Unie in gebruik waren, maar niet aan de ERTMS-specificatie voldeden of voldoen.[9]

Systemen die niet klasse A of klasse B zijn mogen in Europa in principe niet gebruikt worden, maar uitzonderingen zijn wel mogelijk. Een eerste uitzondering is het Belgische TBL 1+. Deze uitzondering was mogelijk omdat TBL 1+ gezien kan worden als TBL 1 met toevoeging eurobalises. Eurobalises zijn ERTMS-componenten en daarom is TBL 1+ ook te zien als het begin van de aanleg van ERTMS. Een andere uitzondering is het Nederlandse ATB-Vv. Deze uitzondering was mogelijk omdat bij ATB-EG een veiligheidsgebrek onderkend werd. Dit veiligheidsgebrek bestaat hieruit dat ATB-EG als laagste snelheid 40 km/h bewaakt en niet controleert of een trein daarna voor een rood sein zal stoppen. Het stopsysteem ATB-Vv controleert dit wel en daarom mocht het snelheidsbegrenzingssysteem ATB-EG aangevuld worden met ATB-Vv.

Indeling naar automatiseringsgraad

Zie Automatische treinbesturing voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De indeling naar automatiseringsgraad[10] is afkomstig van de Union Internationale des Tranports Publics (UITP)[11]. Er zijn vijf graden van automatisering (Grade of Automation) gedefinieerd, aangeduid als GoA 0 t/m GoA 4.

Remove ads

Zie ook

Noten

  1. Een vroeg voorbeeld was 'Anderson's Audible Signal', geïntroduceerd in 1865 bij de North British Railway tussen Carlisle en Edinburgh. Op een locomotief of remwagen werd een gong geluid als een beugel onder de locomotief of onder het rijtuig tegen een houten blok stootte. Dit houten blok was verbonden met een sein. Bij een onveilig sein werd het verschoven naar een positie waar het geraakt zou worden door de beugels onder de trein, bij een veilig sein werd het blok opzij geschoven.[3]
  2. In 1880 installeerde de Amerikaanse Pennsylvania Railroad bij wijze van proef een glazen buis in de remleiding van de trein nabij de rails. Het was ontworpen om te breken als het in aanraking kwam met een beugel of pen die omhoog kwam als het sein op rood staat. Het is bekend als Wood & Vogt's train stop system.[4]
  3. Het eerste krokodilsysteem werd gebruikt door het Franse Chemins de Fer du Nord.[5]
  4. ZBMS, standaard voor meter- en smalspoorbanen.[6]
Remove ads

Externe bronnen

  • (en) Coenraad, ir. W.J., An Introduction to Intermittent and Continuous ATP (pdf). IRSE (13 februari 2012). Gearchiveerd op 16 april 2023. Geraadpleegd op 16 april 2023.
  • (en) Connor, Piers, Signalling Pages. Railway Technical Web Pages. Gearchiveerd op 27 februari 2009. Geraadpleegd op 26 oktober 2013.

Verwijzingen

Loading related searches...

Wikiwand - on

Seamless Wikipedia browsing. On steroids.

Remove ads