ja

Niet te verwarren met: já

Uitspraak

• Geluid:  ja    (hulp, bestand)
• IPA: / ja / (1 lettergreep); /jaː/

Uitspraak

• IPA

  jɑː

  geluid

Woordafbreking

• ja

Woordafbreking

• ja

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈjâː/

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van Middelhoogduitse ja

Uitspraak

• IPA: /ja/
• Geluid:  ja    (hulp, bestand)

Bijwoord

ja

1. inderdaad

Voegwoord

ja

1. en

Uitspraak

• IPA: /ja/, /jaː/

Bijwoord

ja

1. ja

Schrijfwijzen

• 𐌾𐌰

Uitspraak

• IPA: /ja/

Bijwoord

ja

1. reeds

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈjâː/

Voegwoord

ja

1. wanneer

Uitspraak

• IPA: /jaː/

Uitspraak

• IPA: /jaː/

Uitspraak

• IPA: /jaː/

Woordafbreking

• ja

Woordafbreking

• ja

Uitspraak

• IPA: /ja/

Uitspraak

• Geluid:  ja    (hulp, bestand)
• IPA: / jɑː /

Woordafbreking

• ja

Bijwoord

ja

1. al, reeds

   «Ja lo sot bien, il lo celat.^[1]»

Schrijfwijzen

• jà

Bijwoord

ja

1. ja; duidt bevestiging, instemming, toestemming, inwilliging of toegeving aan

Overerving en ontlening

• Middelnederlands: ja
  • Nederlands: ja
    • Afrikaans: ja
      • → Engels: ja
      • → Portugees: iá

Bijwoord

ja

1. ja

Overerving en ontlening

• Middelnederduits: ja
  • Nedersaksisch: ja

Tussenwerpsel

ja

1. ja

Schrijfwijzen

• ya

Uitspraak

• Geluid:  ja    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈja/

Woordafbreking

• ja

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈja/

Woordafbreking

• ja

Woordafbreking

• ja

Uitspraak

• Geluid:  ja    (hulp, bestand)