kat

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van katal

Uitspraak

• Geluid:  kat    (hulp, bestand)
• IPA: / kɑt / (1 lettergreep)

Zelfstandig naamwoord

Kat

1. (roofdieren) kat

Schrijfwijzen

• katte

Synoniemen

• hoeskat
• poes

Uitspraak

• IPA: /kɐt/

• geluid

Zelfstandig naamwoord

kat g

1. (roofdieren) kat

   «Min kat er bange for mus.»

   Mijn kat is bang voor muizen.

Verbuiging

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	kat	katten	katte	kattene
genitief	kats	kattens	kattes	kattenes

Synoniemen

• (taxonomisch) Felis sylvestris catus 

Zelfstandig naamwoord

kat

1. (roofdieren) kat

Schrijfwijzen

• katte

Zelfstandig naamwoord

kat

1. qat (plant)

Schrijfwijzen

• gat
• qat
• khat
• tschat

Zelfstandig naamwoord

kat g

1. (roofdieren) kat

Synoniemen

• (taxonomisch) Felis sylvestris catus 

Zelfstandig naamwoord

kat

1. scheut, spruit

Uitspraak

• IPA: /kɑt/ (Etsbergs)

Zelfstandig naamwoord

kat

1. (roofdieren) kat

Schrijfwijzen

• Katt
• katte
• Katte

Synoniemen

(schertsend) dakhaeze (schertsend) dakhaos (schertsend) dakhaoze

hoeskat poes puus

Zelfstandig naamwoord

kat

1. (beroep) beul, scherprechter; de uitvoerder van executies

Synoniemen

• wobjesaŕ
• wobjesowaŕ

Verwante begrippen

• katowaś

Zelfstandig naamwoord

kat

1. (beroep) beul, scherprechter; de uitvoerder van executies

Verwante begrippen

• katować

Uitspraak

• IPA: /kat/
• Geluid:  kat    (hulp, bestand)

Zelfstandig naamwoord

kat

1. (roofdieren) kat

Schrijfwijzen

• katte

Synoniemen

• (schertsend) dakhaeze

Uitspraak

• IPA: /kat/

Uitspraak

• IPA: /kat/

Zelfstandig naamwoord

kat

1. (roofdieren) kat

Schrijfwijzen

• katte

Zelfstandig naamwoord

kat

1. (roofdieren) kat

Schrijfwijzen

• katte

Synoniemen

• (schertsend) dakhaos
• (schertsend) dakhaoze
• poes
• puus

Persoonlijk voornaamwoord

kat

1. jij