nul

Uitspraak

• Geluid:  nul    (hulp, bestand)
• IPA: / nʏl / (1 lettergreep), /nɵl/

Hoofdtelwoord

nul

1. nul; getal, één minder dan één, in Arabische cijfers 0

Uitspraak

• geluid

Hoofdtelwoord

nul

1. nul

Hoofdtelwoord

nul

1. nul

Uitspraak

• Geluid:  nul    (hulp, bestand)

	enkelvoud	meervoud
mannelijk	nul	nuls
vrouwelijk	nulle	nulles

Hoofdtelwoord

nul

1. nul

Woordafbreking

• nul

Uitspraak

• IPA: /nʊl/

Woordafbreking

• nul

Woordafbreking

• nul