pa

Niet te verwarren met: Pa, på, pā, pá, pà, pâ, pä, Pã

Uitspraak

• Geluid:  pa    (hulp, bestand)
• IPA: /pa:/

Uitspraak

• geluid

Zelfstandig naamwoord

pa

1. (familie) pa

Voorzetsel

pa

1. op

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Angelsaksische pāwa / pēa

Uitspraak

• IPA: /pa/
• Geluid:  pa    (hulp, bestand)

Uitspraak

• IPA: /pa/