water

Uitspraak

• Geluid:  water    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈwatər / (2 lettergrepen); /ˈʋaːtər/

Zelfstandig naamwoord

water

1. (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H₂O)

Schrijfwijzen

• waoter

Uitspraak

• IPA

  /ˈvɑːtər/

  geluid

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	water	waters

Zelfstandig naamwoord

water

1. water

Zelfstandig naamwoord

water

1. (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H₂O)

Schrijfwijzen

• waeter
• waoter

Uitspraak

• Geluid:  water    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈwɔːtə(ɹ)/ (UK)
• Geluid:  water    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈwɔtɚ/ (US)

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Uitspraak

• IPA: /waːtɐ(r)/ (Etsbergs)

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Angelsaksische wæter

Woordherkomst en -opbouw

• van Oudsaksisch watar ^[1]

Woordherkomst en -opbouw

• van Oudnederlands watar ^[1][2][3]

	enkelvoud	meervoud
nominatief	water	watre
genitief	waters	watre
datief	water, watre	watren
accusatief	water	watre

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Oudsaksische watar, via het Middelnederduitse water

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	water	waters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

water

1. (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H₂O)

Schrijfwijzen

• wouter

Zelfstandig naamwoord

water

1. (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H₂O)

Schrijfwijzen

• wäter

Zelfstandig naamwoord

water

1. (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H₂O)

Zelfstandig naamwoord

water

1. (scheikunde) water; een geurloze, kleurloze en smaakloze vloeistof waarvan de moleculen bestaan uit één atoom zuurstof en twee atomen waterstof (H₂O)

Schrijfwijzen

• wäter
• waoiter
• waoter

Zelfstandig naamwoord

water o

1. (meteorologie) bliksem; lichtgevende stralen die uit de hemel barsten bij onweer ten gevolge van een elektrische ontlading

Schrijfwijzen

• waoter
• vāter