eind

eind n (plural einden, diminutive eindje n)

end
Het feest was aan het eind van de straat. ― The party was at the end of the street.

Het einde is nabij. ― The end is nigh.

Aan het eind van de avond was ik helemaal afgepeigerd. ― At the end of the evening I was totally exhausted.
a (short) length of something, particularly rope
De matroos had een eind touw in zijn hand. ― The sailor was holding a length of rope.

Ik heb een eindje garen nodig. ― I need a short length of yarn.
a considerable distance
Het is een heel eind van hier naar de stad. ― It's quite a distance from here to the city.

Ik ga even een eindje hardlopen. ― I'm going to run some distance.

The sense "short length [of rope]" is attested for the spelling einde as well, but is vanishingly rare with that spelling compared to eind.
The sense "considerable distance" is limited to forms of this word without final -e. "Een einde lopen" is thus absolutely incorrect, whereas "een eind lopen" is not.

“eind” in Woordenlijst Nederlandse Taal – Officiële Spelling, Nederlandse Taalunie. [the official spelling word list for the Dutch language]

Dutch