Top Qs
Timeline
Chat
Perspective

stromen

From Wiktionary, the free dictionary

Remove ads
See also: strömen and Strömen

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈstroː.mə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: stro‧men
  • Rhymes: -oːmən

Etymology 1

From Middle Dutch strômen. Equivalent to stroom + -en.

Verb

stromen

  1. (intransitive) to flow
Conjugation
Derived terms
verbs
  • aanstromen
  • afstromen
  • bestromen
  • bijeenstromen
  • binnenstromen
  • buitenstromen
  • doorstromen
  • heenstromen
  • instromen
  • langsstromen
  • leegstromen
  • losstromen
  • meestromen
  • nastromen
  • nederstromen
  • neerstromen
  • omhoogstromen
  • omlaagstromen
  • omstromen
  • onderstromen
  • ontstromen
  • opeenstromen
  • openstromen
  • opstromen
  • overstromen
  • rondstromen
  • samenstromen
  • tegenstromen
  • terugstromen
  • toestromen
  • uitstromen
  • verstromen
  • volstromen
  • voorbijstromen
  • voortstromen
  • vooruitstromen
  • weerstromen
  • wegstromen
Descendants
  • Afrikaans: stroom
  • Negerhollands: stroom

Etymology 2

See the etymology of the corresponding lemma form.

Noun

stromen

  1. plural of stroom

Anagrams

Remove ads

Middle Dutch

Etymology

From strôom + -en.

Verb

strômen

  1. to stream, to flow

Inflection

This verb needs an inflection-table template.

Descendants

  • Dutch: stromen
  • Limburgish: stroume, ströjme

Further reading

Wikiwand - on

Seamless Wikipedia browsing. On steroids.

Remove ads