Top Qs
Timeline
Chat
Perspective
trappen
From Wiktionary, the free dictionary
Remove ads
See also: Trappen
Danish
Noun
trappen c
Dutch
Pronunciation
Etymology 1
From Middle Dutch trappen. Equivalent to trap + -en.
Verb
trappen
- (intransitive) to step, to tread
- (intransitive) to pedal
- (transitive) to kick
- Synonym: schoppen
Conjugation
Derived terms
nouns
nouns
- aaneentrappen
- aantrappen
- achteruittrappen
- aftrappen
- betrappen
- bijeentrappen
- binnentrappen
- buitentrappen
- doodtrappen
- doortrappen
- fijntrappen
- intrappen
- kapottrappen
- kleintrappen
- lostrappen
- mistrappen
- natrappen
- nedertrappen
- neertrappen
- omhoogtrappen
- omlaagtrappen
- omtrappen
- omvertrappen
- ondertrappen
- opeentrappen
- opentrappen
- optrappen
- overtrappen
- plattrappen
- samentrappen
- stuktrappen
- terugtrappen
- toetrappen
- uiteentrappen
- uittrappen
- vasttrappen
- vertrappen
- voorttrappen
- vrijtrappen
- wegtrappen
Descendants
Etymology 2
See the etymology of the corresponding lemma form.
Noun
trappen
Remove ads
German
Etymology
From Low German, compare Dutch trappen.
Verb
trappen (weak, third-person singular present trappt, past tense trappte, past participle getrappt, auxiliary haben)
- (uncommon) to tramp, clump
- 1915, Alfred Döblin, Die drei Sprünge des Wang-lun [The Three Leaps of Wang Lun], Berlin: S. Fischer, page 270:
- Er schürte, den Atem oft einhaltend, ein kleines Feuer im Ofen und unter der Herdplatte; dann trappte er, nachdem er das Fenster weit aufgestoßen hatte, herunter in die Apotheke an seine Arbeit, zum Mischen der offizinellen Pillen.
- (please add an English translation of this quotation)
Conjugation
1Rare except in very formal contexts; alternative in würde normally preferred.
Related terms
Further reading
Remove ads
Norwegian Bokmål
Alternative forms
Noun
trappen m or f
Swedish
Noun
trappen
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Remove ads