Bestuursrecht (Nederland)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het bestuursrecht (ook wel administratief recht genoemd) regelt de manier waarop het openbaar bestuur kan ingrijpen in de openbare rechtsorde. In tegenstelling tot de rechtspositie van burgers in het privaatrecht, waar burgers alles mogen, tenzij het bij wet verboden is, mag in het bestuursrecht een bestuursorgaan niets, tenzij het wordt toegestaan door een wettelijk voorschrift. Dit is het legaliteitsbeginsel.
Net als het privaatrecht heeft ook het bestuursrecht een formeel, oftewel procesrechtelijk deel.
Het materiële deel van het bestuursrecht bestaat uit allerlei beleidsterreinen, bijvoorbeeld:
- Ambtenarenrecht: dit recht heeft betrekking op de rechtspositie van de ambtenaar
- Belastingrecht
- Verkeershandhaving
- milieuvergunningen
- Ruimtelijke ordeningsrecht: besluiten in het kader van bestemmingsplannen
- Vreemdelingenrecht en asielbeleid
- Bouwrecht: dit regelt de verlening van bouwvergunningen, aanlegvergunningen en handhavingsbeleid
- Socialezekerheidsrecht: dit heeft betrekking op het recht van de burger op een bepaalde uitkering, zoals een werkloosheidsuitkering of een uitkering volgens de Wet werk en bijstand
- Overige bestuursrechtelijke zaken waaronder subsidies, naturalisaties, onderwijs- en waterschapszaken
Nog een kenmerkend verschil met het privaatrecht is dat een privaatrechtelijke overeenkomst alleen rechtsgevolgen heeft voor de partijen bij die overeenkomst. Een besluit van een bestuursorgaan heeft altijd consequenties, hoe klein ook, voor iedere burger. Als de inspecteur van belastingen belastinggeld teruggeeft, betekent dat voor iedereen minder geld in de staatskas. Afgifte van een parkeervergunning aan iemand, betekent dat het aantal beschikbare parkeerplaatsen met 1 afneemt, en de kans voor iemand anders op een parkeervergunning wordt eveneens kleiner.