Loading AI tools
Joods feest Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Chanoeka (Hebreeuws חנכה of חנוכה 'inwijding'; uitspraak: [χanuˈka]?; in het Nederlands is de uitspraak wisselend: [ˈχanuka]? of [χaˈnuka]?[1]) is een joods feest. Het feest staat ook wel bekend als 'het feest van de lichtjes' (חג האורות: Chag Ha'Orot) of inwijdingsfeest. Het feest duurt acht dagen, ter nagedachtenis aan het 'oliewonder' in de Tweede Tempel van Jeruzalem in 164 v.Chr. De eerste dag van dit feest begint na zonsondergang van de 24e dag van de joodse maand kislew.
Met het feest wordt de herinwijding van de Tweede Tempel in 164 v. Chr. door Judas Makkabeüs gevierd. Na de herinwijding was er volgens de beschrijving van het wonder van de olie in de Talmoed slechts één kruikje kosjere olie voorradig om de menora te branden tijdens de reiniging van de Tempel. Het kruikje raakte echter niet leeg voordat nieuwe zuivere olie was toebereid, maar schonk genoeg olie om de menora gedurende acht dagen brandend te houden.
Het verhaal van Chanoeka draait om Juda de Makkabeeër. De Makkabeeën waren een familie van hogepriesters.[2] Hun aanhangers worden ook onder de Makkabeeën gerekend.
Juda leefde in het Hellenistische tijdperk, toen de Joden wat betreft hun geloofsbelijdenis zwaar onderdrukt werden. Het kwam zelfs zover dat de Seleucidische Grieken uit het huidige Syrië[3] de Tempel in Jeruzalem ontwijdden door op het altaar een varken te offeren, een dier dat voor joden onrein is volgens de spijswetten. Ook wilden de Grieken een beeld van Zeus in de Tempel neerzetten.[2]
Voor de Joden was dit de laatste druppel en een groepje onder leiding van Juda besloot om terug te slaan. Dit groepje kreeg steeds meer aanhangers en ze wonnen steeds meer stukken land terug uit de handen van de bezetter. Hun populariteit werd zelfs zo groot, dat het gewone Joodse volk de leider 'Jehuda haMakabi' ging noemen, Hebreeuws voor 'Juda de Hamer'. Anderen geloven dat Juda 'haMakabi' werd genoemd omdat hij en zijn manschappen op hun banieren de letters Mem מ, Kaf כ, Beth ב, Jod י voerden. Zij beweren dat deze letters staan voor de woorden 'Mi Chamocha Ba'elim Adonai?', letterlijk vertaald: Wie is zoals U onder de goden, Eeuwige? De manschappen van Juda werden naarmate ze meer veldslagen wonnen bekend als de Makkabeeërs.
Uiteindelijk bereikten Juda en zijn mannen Jeruzalem en na een bloedige strijd overwonnen ze de Grieken. Toen ze echter de Tempel binnenkwamen, zagen ze dat de Grieken alles vernield hadden (traktaat Sjabbat 21a-24b[4] uit de Talmoed). De tempel was verontreinigd.[3] Het was de taak van de hogepriester om de Tempel weer in ere te herstellen. Zij moesten onder andere de afgodenbeelden verwijderen, een nieuw altaar in plaats van het verontreinigde altaar bouwen en nieuwe heilige bekers vervaardigen.
De hoge menora die in de Tempel stond was door de Grieken omgegooid en moest weer recht gezet worden. Nadat dit gedaan was, merkten de priesters dat er geen oliekruiken meer waren. Een van hen vond echter nog een klein kruikje, met de juiste verzegeling door de kohen gadol (de hogepriester),[5] met daarin nog net genoeg olie om de menora een dag te laten branden. De menora werd aangestoken en de Tempel werd opnieuw ingewijd. De priesters moesten op zoek naar meer ritueel gezuiverde olijfolie om de menora te laten branden, maar konden die niet vinden. De volgende dag was het kruikje echter opeens weer vol. De dag daarna gebeurde hetzelfde en zo ging het acht dagen lang. Op miraculeuze wijze was de kleine hoeveelheid olie uit het gevonden kruikje dus voldoende voor acht dagen, de tijd die nodig was om nieuwe olie te persen en te zuiveren. Volgens een andere visie duurden de feestelijkheden van de inwijding van de tempel acht dagen, omdat de Makkabeeën gedurende twee jaar ondergrond leven niet de mogelijkheid hadden gehad om Soekot te vieren, en dat ze bij hun terugkeer in Jeruzalem een uitgesteld Soekot vierden.[3]
De hogepriester, priesters, Makkabeeën en het gewone volk vierden een groot feest en de hogepriester stelde dit feest in op dezelfde tijd van het jaar, de maand kislew, opdat de Joden deze wonderlijke gebeurtenis niet zouden vergeten. Daarom vieren de joden jaarlijks vanaf de 25e kislew het feest van Chanoeka, dat '(her)inwijding' betekent.
Juda stichtte na zijn overwinning op de Grieken een zelfstandige staat die tot de Romeinse overwinning in 63 v. chr. zou blijven bestaan.[2]
Het feest van Chanoeka heeft geen Bijbelse oorsprong, zoals alle andere religieuze joodse feesten dat wel hebben.[6] De boeken over de Makkabeeën zijn niet opgenomen in de Hebreeuwse Bijbel, de Tenach, maar zijn in het Grieks overgeleverd als apocriefe teksten. Mogelijk vonden de Rabbijnen die de definitieve versie van de Hebreeuwse bijbel vaststelden in de eerste eeuw na chr. het verhaal te militaristisch. Mogelijk speelde ook een rol dat de heersers vanuit de Makkabeeën, de Hasmoneeën, later corrupt werden.[6] Ondanks dat, werd Chanoeka eeuwenlang gevierd. Om het feest een religieuze betekenis te geven werd een wonder aan de gebeurtenis toegevoegd, het wonder van de olie die gedurende 8 dagen werd aangevuld.
Chanoeka was oorspronkelijk een van de kleinere joodse feesten. Echter, veel middeleeuwse synagogen bezaten wel een chanoekia om het feest te vieren.[6]
Bij de opkomst van het zionisme aan het eind van de negentiende eeuw werden de Makkabeeën bewonderd, omdat zij ook streefden naar politieke onafhankelijkheid.[6] Het feest werd daarmee ook belangrijker in de Joodse gemeenschappen. Zelfs sommige seculiere Joden, die verder niks aan het geloof doen, vieren het feest.[6]
In het moderne Israël heeft het feest een nieuwe symboliek gekregen, en staat voor militaire dapperheid en de geboorte van de nieuwe natie.[3] De Makkabeeën leven voort in de Israëlische versie van de Olympische spelen, de Maccabiade.
Het verhaal – zonder het wonder van de olie – staat in de deuterocanonieke boeken 1 Makkabeeën en 2 Makkabeeën. Een seculiere versie van de relatief recente gebeurtenis is opgeschreven in het boek van Flavius Josephus: 'geschiedenis van de Joden'. Volgens Josephus werd het feest in de volksmond het feest van de lichten genoemd. Volgens Flavius Josephus stonden de lichten symbool voor de vrijheid die de Joden verkregen, op de gebeurtenis die op het feest wordt gevierd.
Het verhaal van het wonder van de olie is opgetekend in de Talmoed (met name in traktaat Sjabbat). In de Talmoed ontbreekt echter het oorlogsverhaal van de Makkabeeën.[7] In de Talmoed worden twee versies van de gebruiken rond Chanoeka beschreven. Het was gebruikelijk om acht lampen op de eerste nacht van het feest te laten schijnen, en het aantal iedere volgende nacht telkens met een te reduceren. Een ander gebruik was om juist op de eerste nacht met een brandende lamp te beginnen, en iedere nacht een extra aan te steken tot er acht brandden, op de achtste nacht. Het eerste gebruik werd door de volgers van Sjammai gevolgd, het laatste door die van Hillel en is tegenwoordig de algemeen geaccepteerde praktijk. In de letters van het Hebreeuwse woord Chanoeka wordt daartoe een aanwijzing gezien: Chet (achtste letter van het Hebreeuwse alfabet), Noen, Waw (oe-klank), Chaf (of Kaf), He: Chet Nerot OeKehilchat Hillel – 'acht lichten en volgens de regel van Hillel'.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.