Gehakt
gemalen vlees / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Gehakt is – traditioneel – gemalen vlees. Meestal is het gemaakt van rundvlees of varkensvlees, maar ook van kippenvlees, of schapenvlees kan gehakt gemaakt worden. Ook een mengsel van vleessoorten is mogelijk. Gehakt wordt gemaakt door de vleesbrokken in een gehaktmolen door een matrijsplaat met meerdere gaatjes te persen.
Van oorsprong is gehakt een restproduct, bestaande uit kleine stukjes vlees die overblijven bij het slachten en fileren tezamen met vet- en bindweefselresten. Dit snijafval werd dan in kleinere stukjes gehakt (vandaar de naam) of gemalen en vermengd.
De normen voor het vetgehalte van gehakt liggen in Nederland vast in het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten. Gehakt mag maximaal 25 gram vet per 100 gram vlees bevatten, mager rundergehakt maximaal 15 gram. Voor (biefstuk-)tartaar geldt een maximum van 10 gram per 100 gram.[1] Gehakt is ook te koop onder de naam half-om-half (of halfom), dat wil zeggen dat het deels uit runder- en deels uit varkensgehakt bestaat, met een onderlinge afwijking van ten hoogste 10 procent. Een variant komt voor bij sommige Islamitische slagers, een mengsel van runder- en lamsgehakt.
Gehakt heeft zeer veel gebruiksmogelijkheden. Zo wordt het gebruikt in pastagerechten, ovenschotels en voor het maken van gehaktballen, gehaktbrood, hamburgers en in de Amerikaanse keuken voor de Salisbury steak.