Kleine honingklaver
soort uit het geslacht Melilotus / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De kleine honingklaver (Melilotus indicus, synoniem: Melilotus parviflora) is een eenjarige plant uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae). De soort komt van nature voor in Zuidwest-Azië, Noord-Afrika en Zuid-Europa en is van daaruit over de hele wereld verspreid. In Nederland is de soort een ingeburgerde exoot. Het aantal chromosomen is 2n=16[1]
Kleine honingklaver | ||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||||||||
Melilotus indicus (L.) All. (1785) | ||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | ||||||||||||||||||||
Kleine honingklaver op Wikispecies | ||||||||||||||||||||
|
De plant wordt 10-40 cm hoog. De omgekeerd-eivormige tot langwerpig-wigvormige, 10-25 mm lange en 8-10 mm brede bladeren zijn drietallig met aan de voet vaak iets getande, 4-6 mm lange, lancetvormige steunblaadjes. De bladeren hebben 7-9 paar zijnerven.
De kleine honingklaver bloeit van juni tot in oktober met gele, 2-3 mm lange bloemen, waarvan de vlag iets langer is dan de zwaarden en de kiel. De bloeiwijze is een 1,5-4 cm lange, dichtbloemige tros met 15-25 bloemen en die later langer wordt.
De bijna bolvormige, kale, eerst witachtige, later olijfgroene peul is 1,5-3 mm groot en sterk netvormig geaderd. De peul bevat 1 donkerbruin, 1,5 mm groot zaadje.
De kleine honingklaver komt voor op natte tot vochtige, voedselrijke grond aan waterkanten, ruderale plaatsen, ruigten en langs spoorwegen.
- Illustratie in Flora Batava
- Plant
- Stengel
- Blad
- Bloemen
- Vruchten