Oera Linda
literaire vorm van geschiedsvervalsing / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Oera Linda, ook wel Oera Linda-boek of Ura Linda Chronik genoemd, is een manuscript in pseudorunenschrift dat in 1867 door Cornelis over de Linden naar buiten is gebracht. Het document werd lange tijd beschouwd als een vervalsing; tegenwoordig gaat men eerder uit van een mystificatie, zonder een kwade intentie van bedrog.[1] De literaire vorm is die van geschiedsvervalsing, hier echter als onderdeel van een parodie, waardoor het lijkt alsof de vervalsers slecht werk hebben geleverd.
In pseudowetenschappelijke kringen wordt het boek soms voor echt gehouden. Dat gebeurde al bij de uitgave uit 1872. De suggestie van ongeloofwaardigheid was zo sterk dat het bijna onmogelijk was om aan een bewuste vervalsing te denken. Dat bracht de bekende schrijver Multatuli tot de verzuchting:
... bovendien, er komen ook passages in voor die te kinderachtig zyn om van te spreken. Maar juist hierin ligt 'n nieuwe waarschuwingh tegen snel oordelen en hoovaardig verwerpen. Want meent men dat de toch altyd zeer bekwame vervalscher niet op de hoogte was om intezien dat die zwakke zotte passages hem diskrediteeren zouden? Geen schooljongen zelfs zou van Neef Theunis hebben durven spreken. Ik zeg dat het Oera Linda Bok 'n ernstige behandeling verdient.[2]
De uitgave van Goffe Jensma uit 2006, die rekening houdt met de context waarbinnen het manuscript is ontstaan, geldt als maatgevend. Oudere uitgaven hielden de mogelijkheid open dat de tekst een historische kern zou bevatten. Het boek is opgenomen in de Canon van Friesland.