Rode bloedcel
cel in het bloed voor zuurstofdoorvoer / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Rode bloedcellen of erytrocyten zijn bloedcellen die, dankzij het transporteiwit hemoglobine dat hun hoofdbestanddeel vormt, via het bloed zorgen voor het transport van zuurstof en koolstofdioxide, tussen de longen en de andere weefsels in het lichaam.


Het woord erytrocyt komt uit het Griekse erythros voor rood en kytos voor holte, tegenwoordig vertaald als cel.
Rode bloedcellen van zoogdieren hebben, in tegenstelling tot vrijwel alle andere cellen in het lichaam, geen celkern. Daarom wordt vaak de benaming bloedlichaampje gebruikt. Een rode bloedcel heeft een levensduur van 120 dagen. De rode bloedcellen van andere gewervelden (vissen, vogels, reptielen en amfibieën) hebben wel een celkern.