Skûtsje
Friese zeilboot / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een skûtsje (uitspraak: skoetsje, Fries voor 'schuitje') is een houten of stalen Friese tjalk gebouwd voor het vervoer van vracht in Friesland. Afhankelijk van het seizoen vervoerden ze mest, terpaarde, aardappelen en andere bulkgoederen. De schipper en zijn gezin woonden aan boord van het skûtsje.
Deze zeilschepen werden vanaf de 18e eeuw gebouwd tot circa 1930. De lengte bedraagt 12 tot 20 m. De breedte hangt samen met de afmetingen van bruggen en sluizen in het vaargebied en is gemiddeld 3,5 m, maximaal een meter of vier. De scheepjes zijn gebouwd om te zeilen en waren oorspronkelijk dan ook niet voorzien van een motor. In de loop van de jaren twintig en dertig werden veel skûtsjes voorzien van hulpmotoren, maar pas na de Tweede Wereldoorlog werden de zeilen vervangen door motoren. De skûtsjes verdwenen als vrachtschip van het water toen de motor-binnenvaartschepen die vele honderden tonnen lading konden meenemen, hun rol overnamen. Veel skûtsjes werden vervolgens omgebouwd tot woningen op het water.
Een skûtsje is kleiner dan de skûte.[1] Het onderscheidt zich verder van andere tjalken doordat het:
- in Friesland is gebouwd
- niet langer is dan 20 m
- gebouwd is voor zeilend vrachtvervoer op het binnenwater
Hoewel skûtsjes niet waren gebouwd voor reizen over de Zuiderzee werden ze desondanks toch gebruikt om terpaarde en mest te vervoeren van Friesland naar het gebied rond Warmond. Veelal echter werd de mest in plaatsen als Workum overgeladen in grotere schepen, beter Zuiderzeewaardig. Sinds 1974 wordt op dit traject tijdens de herfstvakantie de Strontrace gevaren.
In het Zuiderzeemuseum ligt een beurtschip. Dit skûtsje is in 1904 bij Wildschut te Gaastmeer gebouwd.[bron?] Waarschijnlijk is het het eerste ijzeren schip dat deze werf heeft gebouwd. Het schip is in eerste instantie gebruikt voor de beurtdienst tussen It Heidenskip (nabij Workum) en Leeuwarden. Bekend is dat de beurtschippers vroeger op ongeveer hetzelfde tijdstip vertrokken uit een stad en terugzeilden naar hun dorpen, en dan elkaar voorbij probeerden te varen. Uit deze onofficiële wedstrijden is het huidige skûtsje-silen gegroeid, dat vroeger ook werd aangeduid als wedstrijden voor vracht- en beurtschepen.[2]
De bekendste scheepswerf was Scheepswerf De Pijp in Drachten.