UNIQUAC
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
UNIQUAC (is het porte-manteau voor universal quasichemical) en is een activiteitscoëfficiënt model dat door Abrams en Prausnitz in 1975 werd ingevoerd en dat vooral in de chemische industrie wordt gebruikt voor de beschrijving van vaste stof-vloeistof, vloeistof-vloeistof en gas-vloeistof fasenevenwichten.[1] [2] Het statistisch thermodynamische model veronderstelt dat de locale samenstelling rondom een molecuul niet gelijk is aan de bulk samenstelling, omdat op korte afstand associatie kan optreden. Dit idee is ontleed van het Wilson model dat echter alle moleculen als bollen van gelijke grootte verondersteld. De associatie wordt in het UNIQUAC model gezien als een quasi-chemisch binding. Dit is een idee dat Guggenheim in 1940 al voorstelde in zijn quasi-chemische theorie. Deze quasi-bindingen kunnen de zwakke van der Waals bindingen zijn, de meer sterkere elektrostatische wisselwerkingen, zoals de dipool-dipool wisselwerking, of de vrijwel permanente waterstofbruggen. Aanvankelijk werd het model opgesteld als een roostermodel, maar deze aanname is later niet als essentieel gebleken. De interactiebeschrijving tussen moleculen wordt in het UNIQUAC model volgens een eerste order benadering afgeleid. In deze benadering wordt de locale beschrijving rondom een type molecuul onafhankelijk gezien van dat van een ander type molecuul met zijn locale samenstelling. Dit is in de werkelijkheid niet het geval, en daadoor is het UNIQUAC model niet volledig consistent.[2] Voor niet al te extreme interacties is echter het verschil tussen UNIQUAC en het consistente COSMOSPACE te verwaarlozen. [3]
Het UNIQUAC model kan gezien worden als een tweede generatie van activiteitscoëfficiënt modellen, omdat de vergelijking voor de excess Gibbs energie bestaat uit een entropie en een enthalpie term, waarbij de entropie term rekenschap geeft aam de grote en vorm van de moleculen. Dit is een verbetering op eerdere modellen als het van Laar model, het Wilson model en het NRTL model dat alle moleculen beschouwt als bollen van dezelfde afmeting.