In 610 ontvangt Mohammed als hij mediteert in een grot de eerste openbaringen van God via de engel Djibriel (Gabriël). Twee jaar later begint hij met het geven van zijn eerste preken.
In 622 vertrekt Mohammed door de vijandige houding van de Qoeraisj uit Mekka naar Yathrib (nu Medina). Deze migratie noemt men de hidjra en markeert het begin van de islamitische jaartelling. Vanuit Yathrib weet Mohammed grote politieke en religieuze invloed te verwerven, onder meer door allianties aan te gaan met de verschillende Arabische stammen.
In 630 kan Mohammed weer terug te keren naar Mekka. Door het plegen van gewelddadige raids op de karavaanroute[1] krijgt hij Mekka op de knieën. Zo wordt de pre-islamitischeKa'aba veranderd in een heiligdom waar slechts de ene God zal worden aanbeden en de 360 afgodsbeelden die er tot dan toe werden aanbeden worden vernield. Volgens de islamitische traditie wordt de Ka'aba hierdoor opnieuw het middelpunt van de aanbidding van God, waarvoor het na de schepping van de aarde bedoeld was.
In 632 sterft Mohammed. De opvolgers van Mohammed worden kaliefen genoemd. De eerste vier kaliefen worden door de soennieten de rasjidoen of rechtgeleide kaliefen genoemd. Zij zijn Aboe Bakr (632-634), Omar ibn al-Chattab (634-644) Oethman ibn Affan (644-656) en Ali ibn Abu Talib (656-661). Met name Omar verovert veel gebieden, bekering tot de islam is geen hoofddoel in de veroverde gebieden. Onder de derde kalief, Oethman ibn Affan, begon het proces van officiële codificatie van de verzamelde teksten van de Koran.
In 661 wordt Ali nabij de stad Koefa gedood. Hij is de neef en schoonzoon van Mohammed en de vierde rechtegeleide kalief en de eerste sjiitische kalief. Na zijn dood wordt de scheiding tussen soennieten en sjiieten definitief; de soennieten kiezen voor de soenna van Mohammed, de sjiieten kiezen voor de Sji'iat Ali (de partij van Ali) en hechten veel waarde aan de familieleden van Ali.
Kalifaat van de Omajjaden (661-750)
Van 661-750 regeert het kalifaat van de Omajjaden. Damascus wordt de hoofdstad van de Omajjaden, die overigens eveneens uit Mekka afkomstig zijn. Verschillende malen worden aanvallen ondernomen richting Constantinopel, de hoofdstad van het Oost-Romeinse Rijk.
In 680 wordt Hoessein ibn Ali ibn Abu Talib, de leider van de sjiieten die in opstand komt tegen de Omajjaden, nabij de stad Karbala gedood. Zijn dood wordt nog elk jaar herdacht tijdens Ashoera.
Nadat de Moren de Pyreneeën zijn overgestoken worden zij in 732 door Karel Martel in de Slag bij Poitiers verslagen. De islam verspreidt zich zodoende niet verder over Europa.
In 755 richt Abd al-Rahman I, een gevluchte Omajjade, in Spanje een zelfstandig islamitisch rijk op. In 929 ontstaat in Spanje het kalifaat Córdoba. Dit kalifaat kent een grote bloeitijd in de 10e eeuw. Het Alhambra en Mezquita is een herinnering aan deze periode.
800 - 1100. In deze periode komt de islamitische cultuur tot grote bloei. In het oosten oefent de wijsgeer Avicenna invloed uit. In Spanje heeft, rond 1150, de wijsgeer Averroës veel invloed, vooral voor latere christelijke denkers. Averoës schrijft commentaren op de werken van de Griekse wijsgeer Aristoteles.
In 1077 wordt Jeruzalem door de Seltsjoeken veroverd. Deze gebeurtenis is aanleiding voor de kruistochten. De Eerste Kruistocht duurt van 1096 tot 1099 en dankzij de verdeeldheid onder de Seltsjoeken resulteert die in de inname van Jeruzalem in 1099 en de stichting van het koninkrijk Jeruzalem.
In 1189 worden de kruisvaarders door Saladin verdreven uit Jeruzalem, maar hij richt in tegenstelling tot de kruisvaarders geen bloedbad aan.
In 1258 veroveren de Mongolen Bagdad en zetten de kalief af. Vrijwel alle inwoners van de stad worden vermoord en voorgoed is Bagdad zijn weelde en grandeur kwijt. De Mongolen gaan een eeuw later weer wel tot de islam over.
Het Ottomaanse rijk (1281-1923)
1281-1326. Osman I regeert over het hedendaagse Turkije, dat in de 11e en 12e eeuw geleidelijk onder islamitische invloed komt. Osman weet een groot aantal kleine Turkse gemeenschappen in Klein-Azië om te vormen tot een grote mogendheid, het Ottomaanse rijk. Zijn opvolger is Orhan, de sultan van de Ottomanen.
In 1356 veroveren de Ottomanen Thracië. Ook nemen zij bezit van Europees gebied.
In 1789 komt de hervormingsgezinde sultan Selim III op de troon.
In 1803 bezetten de Saoedi's, een Arabische stam, de voor de islam heilige plaatsen Mekka en Medina.
Nadat in 1830 de Grieken zich hebben losgemaakt van het Ottomaanse rijk brokkelt laatste in de tweede helft van de 19e eeuw steeds verder af; zo worden in 1878Servië, Bulgarije en Roemenië onafhankelijk. En in 1881 bezetten de FransenTunesië en in 1882 de BrittenEgypte.
Circa 200.000 Armeniërs worden in 1895 afgeslacht door sultan Abdülhamit II omdat hij niet wenst in te gaan op het verzoek van Europese kerken en regeringen om rechten toe te kennen aan de christelijke Armeniërs. Dit zal in 1915 verder escaleren in de Armeense Genocide.
1908: revolutie van op Europa georiënteerde officieren, de Jong-Turken, die een modern Turkije wensen en af willen van het absolutisme van het sultanaat.
In 1926 eindigt een vergadering van islamitische landen om een nieuwe kalief te kiezen zonder resultaat.
Secularisme versus islam
In 1921 komt in Iran sjahReza Pahlavi aan de macht, die de islam langzaamaan een steeds minder prominente rol geeft. Twee jaar later wordt Turkije seculier.
In 1922 wordt Egypte formeel onafhankelijk, maar de Britten houden controle over het land. In 1928 wordt de islamistischeMoslimbroederschap opgericht, de eerste politieke partij gebaseerd op de islam. Islamitische partijen die de verkiezingen winnen, worden echter door de Britten gedwongen afstand te doen van de overwinning ten gunste van seculiere partijen.
1967Zesdaagse Oorlog tussen Israël en zijn Arabische buurlanden. De vernederende nederlaag voor de Arabieren leidt tot een heropleving van de islam, omdat het secularistische beleid in de ogen van velen gefaald heeft.
1981 President Anwar al-Sadat wordt vermoord door islamitische extremisten.
1991-2000 Het islamistische FIS wint verkiezingen in Algerije, maar deze overwinning wordt door de zittende, seculiere regering (ondersteund door Frankrijk) niet erkend, waarna de Algerijnse Burgeroorlog uitbrak.
2003 - 2010 De onder leiding van de Verenigde Staten staande buitenlandse (overwegend westerse) troepenmachten wekken weerzin bij veel moslims, en spanningen tussen de westerse en de islamitische wereld lopen op, waarbij een tijdlang veel sympathie is voor Al Qaida, totdat dat overgaat tot meer bloedige aanslagen met veel onschuldige slachtoffers.
2010 - heden Een reeks volksopstanden tegen (seculiere) dictators in de Arabische wereld, bekend geworden als de Arabische Lente, brengt belangrijke politieke, religieuze en maatschappelijke verschuivingen teweeg: in Tunesië, Egypte en Jemen worden de dictators na grote straatprotesten met enkele honderden doden verdreven, in Libië breekt een acht maanden durende burgeroorlog uit die rebellen na militaire steun van de NAVO en enkele andere landen winnen, in de overige Arabische landen houden de regimes stand en worden protesten gewelddadig neergeslagen, in Syrië is er nog een burgeroorlog gaande tussen soennitische rebellen en niet-soennitische aanhangers van president Bashar Assad. In Tunesië, Libië en Egypte werden voor het eerst in decennia vrije verkiezingen gehouden, maar staan zowel de prille democratie als de rechtsstaat onder druk door antidemocratische islamisten en (gewapende) salafisten enerzijds en lokale milities (Libië) en een coupplegend leger (Egypte) anderzijds en duurt politiek-religieuze onrust voort. In 2012-2013 woedde de Malinese Burgeroorlog tussen de Malinese regering, islamistische en nationalistische rebellen. Sinds mei 2013 vinden er in Turkije protesten plaats tegen het islamistische bewind van premier Erdogan.