Loading AI tools
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Morfologische generatiewisseling[1][2] is het aspect van de levenscyclus dat betrekking heeft op de afwisseling van generaties. Een generatie is een meercellig stadium in de ontwikkeling van een organisme, dat begint met een voortplantingscel zoals een spore of een zygote, en dat - na een periode van duidelijke vegetatieve groei en ontwikkeling - eindigt met de vorming van andere reproductieve cellen, zoals sporen of gameten (geslachtscellen).
Levenscyclus algemeen | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Gametofyt (n) |
ongeslachtelijke voortplanting | Meiosporofyt (2n) | ||||
→ | gelijkwaardige sporen | ← | ||||
→ | gameten (n) | meiosporen (n) | ← | |||
geslachtelijke voortplanting |
Generatiewisseling is in 1848 voor het eerst beschreven door Wilhelm Hofmeister waarbij hij de levenscyclus van mossen, varens en zaadplanten vergeleek. Het begrip wordt vooral gebruikt in de plantkunde in de oude, zeer ruime omgrenzing bij algen, schimmels en planten.
Vaak worden de termen levenscyclus en generatiewisseling zonder onderscheid gebruikt, en wordt er gedoeld op kernfasewisseling, de afwisseling van de haplofase en de diplofase.
Diplont met monogenetische cyclus (bij dieren)[3] | |||||||||||
kernfase | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
diplofase (2n) | ← → | haplofase (1n) | |||||||||
Ge- ne- ra- tie | ♀ zygote | ♂ zygote |
| (♂) zaadcellen (♀) eicellen | |||||||
↓ | ↓ | ↑ ↑ | |||||||||
♀ dier |
| ↗ ↑ | |||||||||
♂ dier |
| ↗ | |||||||||
Bij dieren en bij enkele planten zoals bij verschillende algen, slijmzwammen en schimmels ontwikkelen na de bevruchting de mannelijke en de vrouwelijke zygoten zich tot volledig diploïde mannelijke en vrouwelijke individuen.
Bij geslachtelijke rijpheid vormt het individu door meiose de haploïde geslachtscellen (zaadcel of eicel). Na de bevruchting (na de versmelting van de geslachtscellen) vormt de zygote weer het begin van de diploïde generatie. De volledige cyclus wordt hier gevormd door één enkele generatie en er kan dus niet gesproken worden van generatiewisseling.
Bij veel andere organismen verloopt de ontwikkeling anders: uit de zygote ontwikkelt zich een organisme dat morfologisch verschilt van het individu dat de geslachtscellen vormt.
De termen sporofyt en gametofyt bij planten (in de oude, ruime betekenis, vrijwel alle eukaryotische organismen, zoals algen, mossen, planten, schimmels, zonder de dieren) zijn verbonden met de geslachtelijke voortplanting:
Op grond van het aantal generaties tussen een zygote en de volgende vorming van een zygote, gelet op het onderscheid tussen gametofyt en sporofyt, zijn er drie typen levenscycli te onderscheiden: monogenetische, digenetische en trigenetische cyclus.
Biologische levenscyclus van organismen met geslachtelijke voortplanting | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Cyto- logische kernfase- wisseling |
Organisme: → | Haplont | Diplont | Diplohaplont = Haplodiplont | ||||
Levenscyclus: → | Haplofasisch | Diplofasisch | Diplohaplofasisch = Heterofasisch | |||||
Kernfasen: → | Haplofase | Diplofase | Haplofase en diplofase afwisselend | |||||
Meiose: → | Zygotisch | Gametisch | Sporisch = Intermediair | |||||
Morfo- logische generatie- wisseling |
Monogenetisch: (monofasisch) → |
Monogenetische haplont |
Monogenetische diplont |
|||||
Digenetisch: (difasisch) → |
Digenetische diplont |
Digenetische diplohaplonten
| ||||||
Trigenetisch: (trifasisch) → |
Trigenetische diplohaplont |
Bij de monogenetische cyclus ontwikkelt zich uit de zygote de gameten producerende gametofyt. Er is maar één generatie en hier kan dan ook niet gesproken worden van generatiewisseling.
De diploïde zygote kan meiose (reductiedeling) ondergaan, waarna zich een haploïde gametofyt ontwikkelt. Men spreekt dan van zygotische meiose en van een haplofasische cyclus. Bij dit type cyclus komt eenhuizigheid (individuën zijn tweeslachtig) en tweehuizigheid (individuën zijn of mannelijk of vrouwelijk) voor.
Organismen met alleen een haploïde generatie zijn haplonten.
Dit type cyclus komt voor bij verschillende algengroepen (Dinophyta, Heterokontophyta, Chlorophyta), slijmzwammen (Acrasiomycota) en schimmels (Chytridiomycota, Zygomycota, Ascomycota en Oomycota).
Diplont met monogenetische cyclus[3] | ||||||||
kernfase | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
diplofase (2n) | ← → | haplofase (1n) | ||||||
Ge- ne- ra- tie | zygote |
| ♂ gameten ♀ gameten | |||||
↓ | ↑ ↑ | |||||||
gameto- fyt |
| ↗↗ | ||||||
De andere mogelijkheid is dat de diploïde zygote zich door gewone celdeling (mitose) ontwikkelt tot een eveneens diploïde gametofyt, die de gameten vormt na een reductiedeling (meiose). Men spreekt dan van gametische meiose en van een diplofasische cyclus.
Organismen met alleen een diploïde generatie zijn diplonten.
Dit type cyclus komt voor bij verschillende algengroepen (Heterokontophyta, Chlorophyta), en schimmels (Oomycota en Ascomycota).
Bij de digenetische cyclus is er een afwisseling van twee verschillende generaties: een gametofyt, ontstaan uit een (meio-)spore - eventueel een mannelijke en een vrouwelijke gametofyt - en een (meio-)sporofyt.
Bij de digenetische cyclus valt onderscheid te maken tussen een gametische cyclus en een sporische cyclus op grond van het moment van de reductiedeling:
Op grond van het verschil in grootte, morfologie en levensduur van de individuen onderscheidt men de isomorfe en de heteromorfe generatiewisseling. Dominantie in de ruimte gaat meestal gepaard met dominantie in de tijd: de morfologisch meest ontwikkelde fase leeft meestal ook het langst. De dominante generatie kan de gametofyt zijn, zoals bij mossen, of de sporofyt, zoals bij varens en zaadplanten.
Diplont met digenetische cyclus[3] | ||||||||
kernfase | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
diplofase (2n) | ← → | haplofase (1n) | ||||||
Ge- ne- ra- ties | zygote |
| ♂ gameten ♀ gameten | |||||
↓ | ↑↑ | |||||||
mito- sporofyt | ↑↑ | |||||||
↓ | ||||||||
mitospore | ||||||||
↓ | ||||||||
gameto- fyt |
| ↗↗ | ||||||
Bij de gametische cyclus worden door mitose de diploïde sporen gevormd, de zgn. mitosporen. De gametofyt die hieruit ontstaat is dan diploïde. In de gametangia ontstaan door meiose de haploïde gameten.
Diplohaplont met digenetische cyclus[3] | ||||||||||
kernfase | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
diplofase (2n) | ← → | haplofase (1n) | ||||||||
Ge- ne- ra- ties | zygote |
| ♂ gameten ♀ gameten | |||||||
↓ | ↑↑ | |||||||||
gameto- fyt | ||||||||||
(meio-) sporo- fyt | ↑ | |||||||||
| spore | |||||||||
Bij de sporische cyclus worden door meiose de haploïde (meio-)sporen gevormd. De levensduur en de complexiteit van de bouw van de gametofyt, vergeleken met die van de sporofyt, is een volgend indelingscriterium dat bepaalt of de gametofyt en de sporofyt van vergelijkbare bouw en levensduur zijn (isomorfe digenetische cyclus) dan wel verschillend (heteromorfe digenetische cyclus). Daarbij kan de gametofyt overheersen, of de sporofyt kan overheersen.
Bij een isomorfe diplohaplont zijn de haploïde generatie (gametofyt) en de diploïde generatie (sporofyt) morfologisch en in levensduur vrijwel gelijk; men spreekt dan van isomorfe generatiewisseling.
Een dergelijke cyclus wordt aangetroffen bij enkele Bruinwieren (Phaeophyta), Roodwieren (Rhodophyta) en Groenwieren (Chlorophyta), evenals bij alle slijmzwammen van de divisie Plasmodiophoromycota en enkele schimmels van de divisies Chytridiomycota en Ascomycota.
Als de gametofyt overheerst spreekt men van heteromorfe generatiewisseling met dominante gametofyt. Een dergelijke cyclus wordt gevonden bij talrijke algen (Haptophyta, verscheidene Bruinwieren (Phaeophyta), Groenwieren (Chlorophyta) en Roodwieren (Rhodophyta), Levermossen (Marchantiophyta), Hauwmossen (Anthocerotophyta) en Mossen (Bryophyta).
Als de sporofyt overheerst spreekt men van heteromorfe generatiewisseling met dominante sporofyt. Dit type cyclus komt voor bij enkele algen (diverse Bruinwieren, Groenwieren), enkele slijmzwammen, bepaalde groepen schimmels (enkele Chytridiomycota) en bij varens, Naaktzadigen (gymnospermen) en Bedektzadigen). Een voorbeeld van twee verwante groepen die verschillen in de geslachtsverdeling:
Diplohaplont met trigenetische cyclus[3] | ||||||||
kernfase | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
diplofase (2n) | ← → | haplofase (1n) | ||||||
Ge- ne- ra- ties | zygote |
| ♂ gameten ♀ gameten | |||||
↓ | ↑↑ | |||||||
mito- sporofyt | gameto- fyt | |||||||
↓ | ||||||||
mitospore | ||||||||
↓ | ↑ | |||||||
(meio-) sporo- fyt |
| spore | ||||||
Bij de trigenetische cyclus met sporische meiose is er een afwisseling van drie verschillende generaties: één gametofyt-generatie en twee sporofyt-generaties. Men kent dit type cyclus bij de Florideophycideae, behorende bij de Roodwieren (Rhodophyta), bij de Basidiomycota en bij enkele groepen van de Ascomycota (de Taphrinomycetidae en Ascomycetidae). In het geval van de Roodwieren wordt de extra generatie gevormd door een uit de zygote ontwikkelde diploïde carposporofyt. De carposporofyt vormt (door mitose) de carposporen, die zich ontwikkelen tot de diploïde meiosporofyt, ook wel tetrasporofyt geheten. Deze laatste vormt dan (door meiose) de tetrasporen. Deze sporen ontwikkelen zich tot de haploïde gametofyt.
Het samenvattende overzicht laat het verband zien tussen de kernfasewisseling en de generatiewisseling. Om de typen kernfasewisseling aan te geven zijn er verschillende terminologieën, afhankelijk van het centraal gestelde verschijnsel: het type meiose, de aard van de levenscyclus of van het type organisme. Bij de generatiewisseling staan het aantal (een, twee of drie) en de onderverdeling in typen van generaties centraal.
Biologische levenscyclus van organismen met geslachtelijke voortplanting | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Cyto- logische kernfase- wisseling |
Organisme: → | Haplont | Diplont | Diplohaplont = Haplodiplont | ||||
Levenscyclus: → | Haplofasisch | Diplofasisch | Diplohaplofasisch = Heterofasisch | |||||
Kernfasen: → | Haplofase | Diplofase | Haplofase en diplofase afwisselend | |||||
Meiose: → | Zygotisch | Gametisch | Sporisch = Intermediair | |||||
Morfo- logische generatie- wisseling |
Monogenetisch: (monofasisch) → |
Monogenetische haplont |
Monogenetische diplont |
|||||
Digenetisch: (difasisch) → |
Digenetische diplont |
Digenetische diplohaplonten
| ||||||
Trigenetisch: (trifasisch) → |
Trigenetische diplohaplont |
Het onderstaande overzicht laat het verband zien tussen de kernfasewisseling, de generatiewisseling en de afwisseling van individuen. De overeenkomst tussen de verschillende typen levenscyclus is de vorming van de gamete en de daaropvolgende bevruchting en de vorming van een zygote, waarbij echter het voorkomen van een dikaryonfase (door een 'uitgestelde kernversmelting') bij sommige soorten met een trigenetische cyclus niet is gespecificeerd.
Levenscyclus. Afwisseling van kernfasen, van generaties en van individuen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Cytologische kernfase- ↓ wisseling ↓ |
Morfologische generatiewisseling | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Monogenetische cyclus (1 generatie) |
Digenetische cyclus (2 generaties) |
Trigenetische cyclus (3 generaties) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Haplont Haplofasische cyclus (alleen haploïde generatie) Zygotische meiose → |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Diplont Diplofasische cyclus (alleen diploïde generatie) Gametische meiose → |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Diplohaplont Diplohaplo- fasische cyclus (afzonderlijke haploïde en diploïde generaties) Sporische meiose → |
|
|
Biologische levenscyclus bij algen, schimmels en planten[4] | |||||
Cytologische kernfase wisseling |
Morfologische generatiewisseling | ||||
---|---|---|---|---|---|
Monogenetische cyclus (slechts 1 generatie) |
Digenetische cyclus (met 2 generaties) | Trigenetische cyclus (met 3 generaties) | |||
Isomorfe digenetische cyclus |
Heteromorfe digenetische cyclus met | ||||
dominante gametofyt: |
dominante sporofyt: | ||||
Haplont Haplofasische cyclus, zygotische meiose |
|
||||
| |||||
| |||||
Diplont Diplofasische cyclus, gametische meiose |
|||||
| |||||
Diplohaplont Diplohaplo- fasische cyclus, intermediaire of sporische meiose |
|||||
|
|||||
|
| ||||
|
|||||
"mossen": |
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.