Top Qs
Tijdlijn
Chat
Perspectief
Traskasaura
geslacht van de Plesiosauria Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Remove ads
Traskasaura is een geslacht van de Plesiosauria dat tijdens het late Krijt leefde in het gebied van het huidige Canada. De enige benoemde soort is Traskasaura sandrae.

Vondst en naamgeving
Samenvatten
Perspectief
November 1988 vonden de amateurpaleontologen Michael Trask en diens twaalfjarige dochter Heather Trask op Vancouvereiland op de zuidelijke oever van de Puntledge ten westen van Courtenay het skelet van een plesiosauriër. Heather ontdekte de beenderen het eerst. De paleontologen Rolf Ludvigsen en Elizabeth Nicholls voerden hierop een eerste opgraving uit gesubsidieerd door de provincie British Columbia. Na het veiligstellen van verdere fondsen werd het fossiel in 1990 geheel geborgen met de inzet van veertig vrijwilligers. Het werd geprepareerd in het Courtenay & District Museum. In 2002 werd de vondst voorlopig beschreven door Elizabeth Nicholls en Dirk Meckert. Daarbij werd geconcludeerd dat het ging om een elasmosauride, de eerste die op Vancouver Island aangetroffen was.

Tijdens werkzaamheden aan Highway 19 aan de oostkust van Vancouver Island werd in 2020 bij de rivier de Trent een tweede skelet gevonden, van een jong dier. Dit was completer dan het oorspronkelijk skelet. Verder werd op dezelfde locatie door R. Ross een rechteropperarmbeen aangetroffen van een wat groter exemplaar.
Het museum maakte een indrukwekkend skeletmodel van het oorspronkelijke fossiel; afgietsels daarvan zijn ook opgehangen aan het plafond van hallen van het Burke Museum of Natural History and Culture en het Canadian Museum of Nature. British Columbia besloot een prehistorische vondst tot het officiële "provinciale fossiel" uit te roepen. In 2018 werd daarover een opiniepeiling gehouden waarbij 48% van de respondenten de plesiosauriër verkoos. In 2023 was de officiële status een feit na een wetsvoorstel door R. R. Leonard. In de literatuur was het taxon tot dan toe aangeduid als de Courtenay elasmosaur, Puntledge elasmosaur of Haslam elasmosaur. Geld werd uitgetrokken om het dier opnieuw te beschrijven en het te benoemen. Tijdens dat proces bleek dat de extra informatie geleverd door het tweede skelet, gecombineerd met de inzichten die moderne analyses over de evolutie van plesiosauriërs verschaften, toestonden te concluderen dat het een nog onbekende soort betrof. In 2024 werd de benoeming aangekondigd in de wetenschappelijke literatuur.
In 2025 werd de typesoort Traskasaura sandrae benoemd en beschreven door Frank Robin O’Keefe, Elliott Armour Smith, Robert O. Clark, Rodrigo Antonio Otero, Anna Perella en Patrick Trask. De geslachtsnaam eert het gezin Trask. De soortaanduiding eert wijlen Sandra Lee O'Keefe-Markey, de in 2007 overleden moeder van Robin.
Het holotype, CDM 002, is gevonden in een laag van de Haslamformatie (eerst Penderformatie) die dateert uit het late Santonien, ongeveer vijfentachtig miljoen jaar oud. Het is het oorspronkelijke fossiel. Het bestaat uit een skelet met schedel. Het bestaat uit twee stukken linkerbovenkaaksbeen met daarin één tand, de onderzijde van de hersenpan, achtentwintig losse tanden, de onderkaken, zesenzestig wervellichamen uit alle delen van de wervelkolom, ribben, beide schaambeenderen, beide zitbeenderen, stukken van een ravenbeksbeen, vier propodia, drie epipodia, en talrijke gastrolieten. Het betreft een volwassen exemplaar. Veel botten zijn sterk geërodeerd.
CDM 161, het jonge dier, werd aangewezen als het paratype. Het bestaat uit een romp met ledematen. Het opperarmbeen, specimen CDM 2006.8.1, werd toegewezen.
Remove ads
Beschrijving
Samenvatten
Perspectief
Grootte en onderscheidende kenmerken

De lengte van Traskasaura is geschat op tien à twaalf meter.
De beschrijvers hebben verschillende onderscheidende kenmerken vastgesteld. Sommige daarvan zijn autapomorfieën, unieke afgeleide eigenschappen, ten opzichte van de Plesiosauria als geheel. De tanden zijn rond met rond de hele omtrek opvallende lengtegroeven. De ribben van de voorste en middelste halswervels liggen dichter bij het achterste facet van het wervellichaam en verplaatsen zich over de reeks naar voren. Het deel van het schoudergewricht op het ravenbeksbeen is breed en schuin naar buiten en beneden gericht. De hartvormige inham van het ravenbeksbeen is klein en beperkt tot het achterste deel van het element, maar blijft rond, anders dan bij Aristonectes, resulterend in een achterste tak van het ravenbeksbeen dat zowel lang is als breed. De schacht van het opperarmbeen is recht waarbij zowel de bovenste en onderste gewrichten (het gedeelde vlak van de articulaties met de onderarm) een haakse hoek met de schacht maken. Er bevindt zich een groot prearticulair facet op de rand van het opperarmbeen aan de kant van het spaakbeen dat een haakse hoek maakt met het gewricht met het spaakbeen. Er is een welgevormd gewrichtsfacet aanwezig voor een postaxiaal bot achter het gewricht met de ellepijp, welk bot bij volwassen exemplaren halvemaanvormig is. Het dijbeen heeft een gewrichtsvlak voor een preaxiaal element dat vóór het scheenbeen ligt. Zowel het opperarmbeen als het dijbeen tonen een opvallende onderste buiging op het onderste uiteinde bekeken net als, voor zover bekend, de rij van onderarmbotten of onderbeenbotten.

Verder is er een reeks autapomorfieën die alleen afwijkend zijn ten opzichte van de Elasmosauridae. De rand van de bovenkaak is tussen de tanden golvend geschulpt. Achter de vensters tussen de pterygoïden vormt ieder pterygoïde een schuin naar beneden en buiten gerichte beenplaat die zich plat naar binnen en achteren uitstrekt, zonder ingedeukt te zijn. Het retroarticulair uitsteeksel van de achterste onderkaak is kort. De voorste tanden hebben een ronde dwarsdoorsnede. De voorste en middelste halswervels zijn veel langer dan hoog. De wervellichamen van de staartwervels hebben een lengte die meer dan 85% van de hoogte bedraagt. De schacht van het darmbeen is recht, zonder kromming. Het darmbeen heeft geen bult op het midden van de schacht. De plaat van het zitbeen is korter van voor naar achter dan overdwars. De as van de uiteinden van de vinnen maakt een hoek met het opperarmbeen of dijbeen ten gevolge van een relatief kleine ellepijp en kuitbeen. Het opperarmbeen is minder dan 40% langer dan breed. Het uiteinde van het opperarmbeen is vooraan breed ten opzichte van de lengteas, vergelijkbaar met de verbreding achteraan.
Verder is er een unieke combinatie van op zich niet unieke kenmerken. De boog van de sleutelbeenderen is boemerangvormig met een uitstekende kiel op de onderzijde. De voorrand van de boog van de sleutelbeenderen is bol, de achterrand heeft een diepe inham. Er zijn tweeëntwintig voorste ruggenwervels met inkepingen op hun onderzijden.
Skelet

Het skelet toont een mengeling van basale en afgeleide kenmerken. Basaal is dat de tanden groot zijn en de symfyse van de onderkaken breed ondanks in het algemeen smalle onderkaken. Een andere basaal kenmerk is het lage aantal halswervels, misschien niet meer dan zesendertig, maar wellicht toch zo hoog als vijftig. Afgeleid is dat de nekribben naar voren gericht zijn, een kenmerk gedeeld met de Aristonectinae hoewel de halswervels, anders dan bij die groep, niet verkort zijn. De oriëntatie van de nekribben werd daarom gezien als een geval van convergente evolutie. Dat kan ook gelden voor de sleutelbeenderen aangezien die lijken op die van Aristonectes.
De rechteronderkaak heeft een bewaarde lengte van 521,3 millimeter. Misschien waren er maar zestien tanden in iedere onderkaak, een laag aantal. De pterygoïden zijn gesloten onder de hersenpan, anders dan bij andere plesiosauriërs.
Remove ads
Fylogenie
Samenvatten
Perspectief
In 2002 werd het fossiel bij de Elasmosauridae ondergebracht. O'Keefe dacht in 2024 nog dat het een lid was van de Aristonectinae, maar gesprekken met Zuid-Amerikaanse onderzoekers brachten hem op andere ideeën. De analyse uit 2025 plaatste Traskasaura basaler in de Elasmosauridae, als zustersoort van Nakonanectes.
Het volgende cladogram toont de positie in de evolutionaire stamboom volgens het beschrijvende artikel.
| Elasmosauridae |
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Levenswijze
Traskasaura toont volgens de beschrijvers aanpassingen om snel te duiken, maar de schedel mist de aanpassingen in de onderkaken van de Aristonectimae. Van bovenaf konden ammonieten aangevallen worden waarvan de schelpen doorboord konden worden door de grote voorste tanden.
Literatuur
- Nicholls, Elizabeth L & Meckert, Dirk. 2002. "Marine reptiles from the Nanaimo Group (Upper Cretaceous) of Vancouver Island". Canadian Journal of Earth Sciences. 39(11): 1591–1603
- O'Keefe, F.R.; Armour Smith, Elliot; Otero, Rodrigo A., Trask, Patrick. 2024. "A new genus of elasmosaur from the Santonian Haslam Formation of Vancouver Island, British Columbia, with aristonectine-like postcranial adaptations". Society of Vertebrate Paleontology 84th Annual Meeting. pp. 415–416
- (en) O’Keefe, F. Robin, Armour Smith, Elliott, Clark, Robert O., Otero, Rodrigo A., Perella, Anna (31 december 2025). A name for the Provincial Fossil of British Columbia: a strange new elasmosaur taxon from the Santonian of Vancouver Island. Journal of Systematic Palaeontology 23 (1). ISSN:1477-2019. DOI:10.1080/14772019.2025.2489938.
Remove ads
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Remove ads
