In Nederland wordt de term veerboot gebruikt voor een schip dat twee zeehavens met elkaar verbindt, terwijl veerpont refereert aan een vaartuig waarmee mensen (met of zonder een vervoermiddel, zoals een auto of een fiets) naar de andere kant van het water (rivier, kanaal, meer, baai of sloot) worden gebracht. De eerste vaart veelal volgens een dienstregeling, de tweede naar behoefte.
Remove ads
Ponttypes
Samenvatten
Perspectief
Op minder dan vijf kilometer drie veren over de Waal, midden 19e eeuw, Topografische Militaire Kaart: voetveer Haaften–De Kluit; gierpont Tuil–Zaltbommel, destijds een regionaal vrij belangrijke noord-zuid-verbinding; voetveer Waardmanshuis–PanovenDe dienst Nijmegen–Lent in 1930 met twee grote zijladers toont het belang van de verbinding toen er toch al spoorbruggen over de Waal warenNieuwe veerboot Vlissingen-Breskens, 1932
Het Oijense veer over de Maas, 2008Een vrij varende pont wordt aangedreven door een motor. Meestal is dit een dieselmotor. Tot in de jaren 70 van de 20e eeuw waren er stoomponten die werden aangedreven door een stoommachine. Deze zijn geleidelijk vervangen door dieselmotoren. Sommige ponten hebben meerdere rompen, catamarans, zoals de Koegelwieck (met dit schip kunnen geen auto's mee). Andere veren, meestal alleen voor voetgangers en fietsers, worden aangedreven door een elektromotor, die gevoed wordt door een accu en/of zonnecellen. Dergelijke veren kunnen ook uitgevoerd zijn als een bak die is bevestigd aan een kleine boot.
Een kabelpont is verbonden met een of twee doorlopende kabels of ketting van de ene naar de andere oever. Grotere ponten voor auto's hebben een dieselmotor. Kleinere worden aangedreven met een elektromotor of met de hand. De aandrijving kan zijn door dat de pont aan de kabel trekt om over te komen of dat de aandrijving verloopt via een schroef in het water. Sommige kabelponten die met de hand moeten worden aangedreven zijn zelfbedieningsponten.
Een gierpont is met een kabel bevestigd aan een punt in het midden van de rivier op de bodem, of ook aan een kaap of strekdam, zoals blijkt uit 19e-eeuwse kaarten.[1]
Door het schip schuin op de stroming te draaien, zal de boot door de stroming de overkant bereiken. Gierponten schakelen over op een dieselmotor ter ondersteuning om sneller aan de overkant te komen. De lengte van de kabel is onder meer afhankelijk van de breedte van de rivier. Omdat het ankerpunt en de pont op enige afstand van elkaar zijn wordt de verbindingskabel boven water gehouden met een of meer kleine bootjes (bocht-aken) ter grootte van een roeiboot. Deze bootjes zijn voor het overige scheepsverkeer een teken dat een gierpont gebruikt wordt en tevens dat men de pont diende te passeren aan de andere kant van de bootjes. Omdat een ongemotoriseerde gierpont langzaam is en dus ook hinderlijk voor het overige scheepvaartverkeer kan zijn, zijn er in Nederland en België alleen nog gemotoriseerde gierponten.[2]
Ook kan een onderverdeling gemaakt worden naar:
Voet- en fietsveren voor voetgangers en fietsers. Deze liggen in de regel op plaatsen waar andere oeververbindingen ontbreken. Gemotoriseerd verkeer wordt daar omgeleid via de dichtstbijzijnde algemene oeververbinding. Veel voet- en fietsveren varen niet het hele jaar door. In de eenvoudigste vorm is een voetveer een roeiboot en vaak hangt er een bel op de oever om de veerman te roepen. Er zijn ook voetveren die langs een kabel varen en die door de gebruiker zelf moeten worden aangedreven door aan een slinger te draaien.
Autoveer (voor alle voertuigen, veelal ook vrachtvervoer). De veerboot die auto's, vrachtwagens mee kan nemen heeft meestal een voor- of achterlaadklep, soms beide. De klep wordt aangeduid met de Engelse term ramp die eigenlijk helling betekent.
In Nederland wordt er wettelijk onderscheid gemaakt tussen een veerboot en een veerpont. Volgens het in Nederland geldige Binnenvaartbesluit[3] is een:
Veerboot: een schip dat is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan 12 personen buiten de bemanningsleden en dat een openbaar vervoersdienst onderhoudt tussen plaatsen gelegen aan de Dollard, de Eems, de Waddenzee met inbegrip van de verbindingen met de Noordzee, of de Westerschelde en de zeemonding daarvan.
Veerpont: een schip, niet zijnde een veerboot, dat is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van een of meer personen buiten de bemanningsleden en dat een openbaar vervoersdienst onderhoudt.
Nederlandse veerponten zijn meestal onderdeel van het Nederlandse wegennet en eigenlijk geen besloten of openbaar vervoer. Ze worden geëxploiteerd in opdracht van de wegbeheerder of door de wegbeheerder zelf en worden deels of helemaal betaald uit de wegengelden. Sommige veerdiensten worden wel gerekend onder het besloten collectief vervoer, vooral de toeristische c.q. zomerse fiets- en voetveren, en de waterbus en watertaxi in diverse steden.
Veerponten over rivieren en kanalen horen bij het wegennet, net als tunnels en bruggen, die meestal gratis te gebruiken zijn. Overtochten zijn daarom relatief goedkoop en soms gratis. Zo zijn de Amsterdamse veren over het IJ gratis voor voetgangers en fietsers. Veerboten daarentegen zijn vrijwel nooit gratis.
Nederland telt anno 2021 313 veren, die tezamen jaarlijks ruim 54 miljoen personen overzetten. Daarmee worden bijna 500 miljoen omrijkilometers bespaard. De directe economische betekenis van alle veerdiensten in Nederland bedraagt 99,1 miljoen euro. Gezamenlijk bieden de utilitaire veren, recreatieve veren en zoute veren werkgelegenheid aan 1.001 fte en zijn er 842 vrijwilligers actief bij de recreatieve veren. Het maatschappelijk belang van de utilitaire veren bedraagt 427,7 miljoen euro. Dat van de recreatieve veren 45,1 miljoen euro. Het totale economisch en maatschappelijk belang van alle veerdiensten in Nederland komt daarmee uit op 571,9 miljoen euro.[4] Het waterrijke fietsland Nederland telt ruim 150 fiets- en voetveren en slechts enkele internationale veerverbindingen.
een wit helder rondom schijnend licht in plaats van een toplicht
een groen helder rondom schijnend licht ongeveer 1 meter boven dit witte licht.
Een niet-vrijvarende veerpont voert geen boordlichten of een heklicht, maar alleen:
een wit helder rondom schijnend licht in plaats van een toplicht
een groen helder rondom schijnend licht ongeveer 1 meter boven dit witte licht.
daarnaast moet het meest bovenstrooms gelegen bootje van een gierpont een wit helder rondom schijnend licht voeren.
Ongevallen
Vanwege ongevallen met voertuigen die vanaf de veerstoepen te water raken, wordt gepleit voor maatregelen als goede (knipper)verlichting en het plaatsen van bijvoorbeeld slagbomen of drempels. De veerstoepen blijken regelmatig onvoldoende op orde, en aanduidingen voor het verkeer zijn soms minimaal en worden door weggebruikers niet gezien.[5]
Oostende – Killingholme (Ferryways nv, alleen vracht)
Gent – Göteborg (DFDS Seaways, "de Volvoboot"[8], vrachtschip met een tiental kajuiten voor passagiers)
Varia
De oversteek naar de onderwereld van Joachim Patinir, begin 16e eeuw
In de Griekse oudheid geloofde men dat overledenen met een veerboot de mythische rivier de Styx (ook wel Acheron) over moesten steken naar Hades, het aan de overkant liggende dodenrijk. Hiervoor moesten ze de veerman, Charon, betalen met een munt (obool) die daarom bij overledenen op de tong gelegd werd.