my

Niet te verwarren met: му

Uitspraak

• geluid

	enkelvoud		meervoud
	onderwerp	voorwerp	onderwerp	voorwerp
1e persoon	ek	my	ons	ons
2e persoon (informeel)	jy	jou	julle	julle
2e persoon (formeel)	u	u	u	u
3e persoon (mannelijk)	hy	hom	hulle	hulle
3e persoon (vrouwelijk)	sy	haar
3e persoon (onzijdig)	dit	dit

Uitspraak

• Geluid:  my (VS)    (hulp, bestand)
• IPA: /maɪ/

Persoonlijk voornaamwoord

my

1. eerste persoon enkelvoud voorwerpsvorm: mij

Uitspraak

• Geluid:  my    (hulp, bestand)
• IPA: /'mɨ/

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈmi/ (West-Slowakije); /ˈmɨ/ (Oost-Slowakije)

Uitspraak

• Geluid:  my    (hulp, bestand)
• IPA: /mɪ/