Russische literatuur
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Russische literatuur omvat alle in het Russisch geschreven teksten waaraan literaire waarde wordt toegekend. De Russische literatuur kende een grote bloeiperiode in de 19e eeuw, met schrijvers als Poesjkin, Tolstoj, Dostojevski, Toergenjev en Tsjechov. Lange periodes, maar met name ook in het grootste deel van de twintigste eeuw, zwichtte de Russische literatuur sterk onder de censuur van het Russische staatsbewind.
Aleksandr Poesjkin, 1827.
Ivan Toergenjev, 1874.
Leo Tolstoj, 1873.
Fjodor Dostojevski, 1872.
Anton Tsjechov, door Osip Braz,1898.
Anna Achmatova, 1922.
Vladimir Majakovski, 1917.
Ivan Boenin, 1937.
Boris Pasternak, door zijn vader Leonid.
Oops something went wrong: