Bernhardt werd in Parijs geboren als buitenechtelijke dochter van de Nederlandse jetset courtisane Julie Bernardt en een Normandische vader, een advocaat uit Le Havre. Haar grootvader Moritz Bernardt was een berucht Joods koopman in Amsterdam.[1] Haar tantes van moederszijde waren overwegend eveneens courtisanes. Zij allen hadden voor de kleine Rosine amper tot geen tijd, zodat haar opvoeding aan anderen overgelaten werd. Als meisje was zij vaak ziek en bedlegerig, vanaf haar 15e werd dat veel minder. Zij gaf kenbaar non te willen worden in een klooster. Maar het werd het Parijse conservatorium, op aandringen van Charles hertog de Morny; halfbroer van keizer Napoleon III.
Sarah Bernhardt werd een van de allergrootste actrices van haar tijd en blijft de grootste Franse theaterlegende uit de geschiedenis. Ze trad niet alleen op in Parijs, waar een schouwburg naar haar werd vernoemd, maar maakte vele tournees rond de wereld en trad op in Londen, New York, Amsterdam en Antwerpen. De Britse schrijver Oscar Wilde zou bij een optreden in Londen lelies aan haar voeten hebben geworpen en haar "The Divine Sarah" (De Goddelijke Sarah) hebben genoemd, hetgeen altijd haar bijnaam bleef. In de Verenigde Staten zei de schrijver Mark Twain: "Er zijn vijf soorten actrices: slechte, redelijke, goede, geweldige. En dan heb je Sarah Bernhardt."[2]
Het bekendst was haar vertolking in La Dame aux Camélias van Alexandre Dumas fils. Op latere leeftijd speelde ze tevens de hoofdrol in een reeks films, waarvan vooral Les Amours de la reine Élisabeth (1912) een wereldwijd succes was. In Amerika werd deze Franse stomme film vertoond als "Queen Elizabeth" en was het de allereerste lange speelfilm die landelijk aldaar werd uitgebracht. Met haar tegenspeler, de 37 jaar jongere Nederlandse acteur Lou Tellegen, had Bernhardt een relatie.
Bernhardt was als meisje van 11 jaar katholiek gedoopt. Als dochter van een Joodse moeder presenteerde ze zich al naar de gelegenheid als joods of katholiek. Tijdens de Dreyfusaffaire benadrukte ze haar joodse kant en ze betuigde in een brief haar steun aan Émile Zola voor zijn geruchtmakend artikel "J' accuse" in L' Aurore.
Sarah had een affaire met een Belgische edelman, Charles-Joseph Eugène Henri Georges Lamoral de Ligne (1837–1914), zoon van Eugène de Ligne (8e prins de Ligne), met wie ze haar enige kind kreeg: zoon Maurice Bernhardt (1864–1928). Maurice werd geen acteur, maar werkte het grootste deel van zijn leven als manager en agent voor diverse theaters en toneelspelers, inclusief zijn moeder.
Haar kleindochter Lysiane Bernhardt (1896-1977) was eveneens actrice en schreef daarnaast onder het pseudoniem M.-T. Bernhard politieromans. Zij was enige tijd getrouwd met de toneelschrijver Louis Verneuil.
Bernhardt bezat een aanzienlijke verzameling sieraden, die na haar dood verspreid is geraakt. Zij gaf met regelmaat opdracht aan René Lalique om juwelen voor haar te ontwerpen. Beroemd is haar armband uit 1899 in de vorm van een slang, ontworpen door Alphonse Mucha en uitgevoerd door Jean Fouquet.
In 1876 shockeerde ze de wereld door een lange broek te dragen. Haar "look" werd over de hele wereld, met name Hollywood, gekopieerd. Ze wilde tot het einde indruk maken en liet zich daarom begraven in een roze kist.[5]
In deze lijst zijn geen hernemingen of speciale voorstellingen opgenomen.
1916: L'Etoile dans la Nuit (Henri Cain), rol van Jane de Mauduit.
1919: La Fée d'Alsace (Auguste Villeroy)
1920: Athalie (Jean-Baptiste Racine), rol van Athalie.
1920: Daniel (Louis Verneuil), rol van Daniel Arnault.
1920: Comment on écrit l'Histoire (Sacha Guitry), rol van Mariette.
1921: La Gloire (Maurice Rostand), rol van La Gloire.
1922: Régine Armand (Louis Verneuil), rol van Régine Armand.
1922: La Mort de Molière (Maurice Rostand), rol van "La douleur" (De pijn).
1900: Le Duel d'Hamlet (William Shakespeare), regie Clément Maurice. Sarah Bernhardt in de rol van Hamlet.
1908: La Tosca (André Calmettes, Victorien Sardou), regie Charles Le Bargy, André Calmettes. Een knieblessure tijdens de opname was aanleiding tot amputatie van haar been. De film werd nooit uitgebracht.
1912: La Dame aux Camélias (Camille) (Alexandre Dumas fils, Henri Pouctal), regie André Calmettes, Henri Pouctal. Sarah Bernhardt in de rol van Camille (Marguerite Gauthier).
1912: La Reine Elisabeth (Emile Moreau), regie Henri Desfontaines, Louis Mercanton. Sarah Bernhardt in de rol van Koningin Elisabeth I.
1912: Sarah Bernhardt à Belle-Isle. Sarah Bernhardt speelt zichzelf.
1913: Adrienne Lecouvreur (Ernest Legouve, Eugène Scribe), regie Henri Desfontaines, Louis Mercanton. Sarah Bernhardt in de rol van Adrienne Lecouvreur.
1915: Ceux de chez nous (biografisch)
1915: Jeanne Doré (Tristan Bernard), regie René Hervil, Louis Mercanton. Sarah Bernhardt in de rol van Jeanne Doré.
1917: Mères Françaises (Jean Richepin), regie René Hervil, Louis Mercanton. Sarah Bernhardt als verpleegster van het Rode Kruis.
1923: La Voyante (Sacha Guitry), regie Leon Abrams, Louis Mercanton. Sarah Bernhardt overleed tijdens de opname en haar rol werd overgenomen door Jeanne Brindeau (post-mortem double).
In deze lijst zijn enkel de oorspronkelijke uitgaven opgenomen (geen vertalingen).