Top Qs
Tijdlijn
Chat
Perspectief
Brusselse stadsbus
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Remove ads
Het Brusselse stadsbusnet is een uitgebreid stadsbusnetwerk in de 19 gemeenten van het Hoofdstedelijk Gewest van Brussel en elf randgemeenten in Vlaams-Brabant. Het stadsbusnetwerk wordt geëxploiteerd door MIVB en kent anno 2014 50 stadslijnen en 11 nachtlijnen. De belangrijkste knooppunten van het stadsnet zijn De Brouckèreplein, Station Brussel-Zuid, Station Brussel-Centraal, Station Brussel-Noord, Station Brussel-Luxemburg, Station Brussel-Schuman, Station Brussel-West, Station Brussel-Groendreef, Station Simonis, Beursplein en Station Bockstael.
Remove ads
Geschiedenis
Samenvatten
Perspectief
Aan het einde van de 19e eeuw waren er verschillende kleine vervoersbedrijven actief in de stad Brussel. Sommige waren actief door middel van paarden omnibussen. Een enkeling ervan stapten begin 20e eeuw over op door benzine aangedreven bussen.
Al sinds 1874 baatte Tramways Bruxellois enkele tramlijnen uit in de stad Brussel. In 1882 werden de activiteiten uitgebreid met enkele paarden omnibussen. In 1907 werden 3 bussen gekocht, waarmee de laatste paarden omnibussen uit dienst gehaald konden worden. De bussen werden ingezet op een lijn tussen de Beurs en het gemeenteplein van Elsene. Door vele pechgevallen werden de bus activiteiten in 1913 gestaakt. Pas in 1924 kwam de bus weer in beeld en op 27 mei 1926 werd hierop de maatschappij Autobus Bruxellois opgericht. Hiermee kon Tramways Bruxellois zich volledig richten op de tram activiteiten en Autobus Bruxellois op de bus activiteiten.
In 1890 begon een paarden omnibus lijn tussen de stations Brussel-Noord en Brussel-Zuid te rijden. In het begin heette het bedrijf dat de exploitatie uitvoerde Polydore Vanderschuren et Compagnie, maar in 1894 werd de naam gewijzigd in Tram-Car Nord-Midi. Dit bedrijf koopt in 1906 een door benzine aangedreven autobus van het merk Germain. Na deze aankoop breidt het bedrijf zijn netwerk en diensten meer uit. In 1920 kwamen meer bussen in dienst van het merk De Dion Bouton. In 1992 werd nog de naam gewijzigd in S.A. Bruxelloise d’Auto Transport. In 1924 werd nogmaals een uitbreiding gedaan in het wagenpark door de aankoop van 24 bussen van het type Renault MU. In 1926 wordt Tram-Car Nord-Midi door koninklijk besluit overgenomen door Autobus Bruxellois, waarmee het gehele wagenpark en de buslijnen werden overgedragen.
In 1893 begon een ander bedrijf met de exploitatie van een paardenomnibuslijn. Dit was La Compagnie du Central-Car, die in 1906 ook een benzinebus bestelde. De lijn liep tussen de Antwerpsepoort en het Surlet de Chokierplein. In 1909 wordt het bedrijf overgenomen door Compagnie Générale des Autobus. Dit bedrijf bracht gelijk nieuwe bussen in dienst op de lijn en breidde het netwerk uit met nieuwe lijnen. In totaal bestond het wagenpark van Compagnie Générale des Autobus uit 42 bussen van het merk Ryknield Motor Company, die een carrosserie hadden van Dyle et Bacalan. In 1911 moesten de activiteiten van Compagnie Générale des Autobus gestaakt worden.
In 1926 nam Autobus Bruxellois een deel van het busnetwerk over. Het doel was het aanvullen van het tramnetwerk door middel van de bussen. De lijnen die over werden genomen bestonden uit de verbindingen tussen Station Noord en Station Zuid en tussen de Munt en de Militaire Laan. Deze werden toen uitgebaat door S.A. Bruxelloise d’Auto Transport. In het begin maakte Autobus Bruxellois nog gebruik van bussen van diens voorganger, maar in 1929 kwamen al nieuwe bussen in dienst. Dit waren bussen van het type Renault MUL, Miverva HTM en Scemia-Renault TN6. In 1933 worden, bij wijze van proef, enkele bussen omgebouwd en voorzien van een dieselmotor in plaats van een benzinemotor. Deze proef werd geslaagd, waarop alle bussen, behalve de oudste bussen, werden omgebouwd.
In 1931 werd de maatschappij Autobus Urbains opgericht die een lijn exploiteerde tussen de Brusselse Beurs en het Meiserplein. Dit werd aanvankelijk gedaan met vier bussen, maar later kwam daar een vijfde bus bij. In 1940 moest Autobus Urbains al zijn bussen afstaan, waarvan geen enkele na de oorlog terug zou keren. Autobus Urbains hield hierdoor op met bestaan.
Door de Tweede Wereldoorlog werden veel bussen opgevorderd door het Belgische leger en door de Duitsers. Hierdoor werden veel bussen zwaar beschadigd en konden de activiteiten na de oorlog moeilijk worden hervat. Pas na komst van nieuw materieel konden de activiteiten worden hervat en ook het netwerk worden uitgebreid.
In 1954 werd de MIVB opgericht en in 1955 werd de exploitatie van alle vervoersbedrijven die in het stedelijk gewest exploiteerden overgenomen. In het begin waren de bus activiteiten nog maar enkel als randverschijnsel aanwezig. Dit veranderde echter snel. Verschillende tramlijnen werden omgezet naar buslijnen in de jaren '60 van de 20e eeuw. Hierdoor werd het wagenpark gauw uitgebreid met nieuwe bussen.
Trolleybus (1936-1964)
In 1939 werd door de Brusselse vervoermaatschappij Tramways Bruxellois een trolleybuslijn gestart, lijn 54. Deze lijn liep tussen het centrum van Vorst en het Luxemburgplein. De trolleybus was noodzakelijk omdat de exploitatie tussen de twee gebieden niet gedaan kon worden door trams, vanwege de steile hellingen, krappe bochten en smalle straten. Hiervoor waren bussen nodig met krachtige motoren. Maar omdat de krachtige motoren niet noodzakelijk waren voor de rest van de lijn werd besloten om gebruik te maken van een trolleybus. In hetzelfde jaar werd de lijn verlengd naar Haren en Machelen. Vanaf 1940 tot 1945 werd de exploitatie van de trolleybuslijn zeer moeilijk. Dit kwam door achterstallig onderhoud aan de voertuigen, wegen en bovenleidingen, maar ook door gebrek aan banden en materieel en beschadiging van het nog beschikbare materieel. Desondanks was de trolleybuslijn toen zeer populair. Aan het einde van de oorlog reden nog maar twee voertuigen een beperkte rit tot aan Vorst. Na de oorlog kwamen er in 1945 nog tien nieuwe voertuigen en in 1956 twee nieuwe voertuigen bij ter versterking, maar werden de trolleybussen steeds moeilijker te exploiteren. Niet alleen doordat sommige bussen oud waren en moeilijk in onderhoud. Ook de technologie van andere vervoersmiddelen werd steeds beter en deze waren goedkoper te exploiteren. In 1964 werden daarom de trolleybussen vervangen door gewone bussen. Eén exemplaar werd behouden en staat in het trammuseum Woluwe.[1][2][3]
De dubbele bovenleiding volgde de normale trolleybusrit, maar zonder aftakking naar de remise Leuvensesteenweg (ook een tramremise). Daarom reden de trolleybussen russen de remise en hun reisweg met één stang op de trambovenleiding, de andere stang (massastang) neergehaald, en een metalen keten in een tramrail om het stroomcircuit te sluiten.
Remove ads
Wagenpark
Samenvatten
Perspectief

Het Brusselse stadsnet wordt integraal vanuit de stelplaatsen Jacques Brel, Haren en Delta van de MIVB gereden. Alle bussen in deze stelplaatsen worden ingezet op de stadsdienst. Voor de stadsdienst maakt MIVB veelal gebruik van bussen van de merken Van Hool en Mercedes-Benz (Evobus) en een klein aantal bussen van het merk Jonckheere. In het verleden reden er ook bussen rond van onder andere de merken Brossel, Büssing, Mack, Magirus-Deutz en Bus & Car/Eagle Bus.
In de laatste 10 jaar nam het reizigersaantal over het gehele vervoersnetwerk van de MIVB met 80% toe en deze tendens houdt aan. Om deze groei het hoofd te bieden, besloot de MIVB in 2012 om 355 nieuwe bussen aan te schaffen tegen 2016. Deze zullen ook deels enkele oude bussen vervangen. 172 van deze bussen zullen in de loop van 2014 en 2015 in dienst komen. Het gaat hierbij om 93 standaard bussen en 79 gelede bussen van het type Mercedes-Benz Citaro. De bedoeling van de MIVB is om in de toekomst alleen nog maar milieuvriendelijke bussen in dienst te hebben. De dieselbussen zullen hierdoor van straat verdwijnen om uitsluitend bussen met alternatieve aandrijving over te houden. De nieuwe dieselbussen die instromen voldoen ook aan de strengste milieunormen.[4] De overige 183 bussen zullen volgens de MIVB hybride bussen worden. In eerste instantie werden tussen december 2012 en februari 2013 elektrische bussen getest en viel de keuze op die bussen, maar wegens de beperkte actieradius van de batterijen werd er gekozen voor hybride bussen.[5][6] Om de groeiende reizigersopvang tijdelijk op te vangen zouden in 2012 ook 20 tweedehands bussen aangeschaft worden. Dit plan werd echter afgewezen, waardoor er gekozen werd voor 20 nieuwe bussen.
In juni 2017 werd bekendgemaakt dat de MIVB enkele hybride bussen voor een periode van twee maanden zal gaan testen, met het oog op de aankoop van 235 nieuwe hybride bussen die binnen twee jaar in dienst moeten komen. Hiervoor reden drie standaard bussen van drie verschillende fabrikanten vanaf augustus tot en met oktober 2017 op lijn 64[7] en drie gelede bussen van drie verschillende fabrikanten vanaf 30 oktober tot en met 22 december 2017 op lijn 66.[8] Op 26 juli 2017 werd bekendgemaakt dat MIVB bij Solaris Bus zeven elektrische midibussen had besteld van het type Solaris Urbino. Deze komen eind 2018 in dienst.[9][10] Op 26 september 2017 werd bekendgemaakt dat de MIVB vijf elektrische standaardbussen had besteld bij een nog onbekende leverancier. Deze bussen zullen in de loop van 2018 geleverd worden.[11]
In 2023 kan men hybride gewone en gelede MIVB-bussen zien rijden, meestal van Volvo en Iveco, evenals helemaal elektrische bussen van Solaris (midibussen en gelede bussen) en van Bolloré Bluebus (gewone bussen). Meer hybride en meestal elektrische bussen zijn besteld: zie hieronder, In dienst gekomen na 2010.
Onderstaande lijsten tonen de verschillende busseries die rijden of hebben gereden voor MIVB (en/of diens voorgangers).[12]
- = In dienst
- = Deels in dienst
- = Uit dienst
- = Nog te leveren
- = (Deels) in dienst als lesbus
In dienst gekomen tussen 1900 en 1929
Deze lijst is (mogelijk) incompleet. U wordt uitgenodigd op bewerken te klikken om de lijst uit te breiden.
In dienst gekomen tussen 1930 en 1941
Deze lijst is (mogelijk) incompleet. U wordt uitgenodigd op bewerken te klikken om de lijst uit te breiden.
Het nog rijdbare materieel wat na de oorlog terugkeerde werd omgenummerd in deugdelijkheidsnummer 101-110 en werden na komst van nieuwe bussen in 1948 afgevoerd.
In dienst gekomen tussen 1945 en 1949
In dienst gekomen tussen 1950 en 1959
In dienst gekomen tussen 1960 en 1969
In dienst gekomen tussen 1970 en 1979
In dienst gekomen tussen 1980 en 1989
In dienst gekomen tussen 1990 en 1999
In dienst gekomen tussen 2000 en 2010
In dienst gekomen na 2010
Remove ads
Lijnenoverzicht
Samenvatten
Perspectief
Anno 2019 zijn er 50 stadslijnen, die de 19 gemeenten binnen Hoofdstedelijk Gewest van Brussel en elf randgemeenten in Vlaams-Brabant bedienen.
Daglijnen
Hieronder een tabel met de huidige stadslijnen die overdag rijden. De meeste haltes zijn tweetalig; in sommige gevallen geldt een enkele naam (bv. iemands naam) voor beide talen; namen van haltes in Vlaamse gemeentes zonder faciliteiten bestaan alleen in het Nederlands (bv.: de MIVB vertaalt niet Vilvoorde station tot Gare de Vilvorde, in tegenstelling met wat de NMBS doet). In onderstaande tabel zijn alleen de Nederlandse benamingen van de haltes vernoemd.
Afgeschafte lijnen (vanaf 2000)
Nachtlijnen
Onder de naam Noctis exploiteert MIVB sinds 2007 enkele nachtlijnen. Dit zijn in totaal elf lijnen die iedere vrijdag- en zaterdagnacht, van middernacht tot ca. 3 uur 's ochtends, om de 30 minuten rijden. Iedere lijn heeft het Centraal Station als begin-/eindpunt. Hieronder een tabel met de huidige stadslijnen die 's nachts rijden. De meeste haltes zijn tweetalig, in onderstaande tabel zijn, indien van toepassing, alleen de Nederlandse benamingen van de haltes vernoemd.[13]
Remove ads
Trivia
- Het busnetwerk bestaat uit 445 km aan buslijnen en 2.200 haltes verspreid over het hele Brussels Hoofdstedelijk gewest.
- Het busnetwerk zorgt voor ongeveer 27% van de klanten van MIVB in totaal.
Externe links
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Remove ads