Loading AI tools
Belgisch wielrenner Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Baron Edouard Louis Joseph (Eddy) Merckx (Meensel-Kiezegem, 17 juni 1945) is een voormalig Belgisch wielrenner die actief was in de jaren 60 en 70. Hij is met 521 overwinningen op de weg met afstand de beste wielrenner van zijn generatie.[1][2] Hij won vijf keer de Ronde van Italië, vijf keer de Ronde van Frankrijk, één keer de Ronde van Spanje en werd drie keer wereldkampioen. Daarnaast won hij vrijwel alle klassiekers en brak hij het werelduurrecord. Na zijn carrière richtte hij een fietsenbedrijf op genaamd Eddy Merckx Cycles.
Eddy Merckx | ||||
---|---|---|---|---|
Eddy Merckx in 1973 | ||||
Persoonlijke informatie | ||||
Bijnaam | ▪ De kannibaal ▪ De zwarte van Tervuren ▪ De Tamburlaine van de pedalen ▪ De beul van de fiets ▪ De Beethoven van de ronde | |||
Geboortedatum | 17 juni 1945 | |||
Geboorteplaats | Meensel-Kiezegem, België | |||
Nationaliteit | Belgische | |||
Sportieve informatie | ||||
Huidige ploeg | Gestopt | |||
Discipline(s) | ▪ Wegwielrennen ▪ Baanwielrennen ▪ Veldrijden | |||
Specialisatie(s) | Allrounder | |||
Ploegen | ||||
1965 1966–1967 1968–1970 1971–1976 1977 1978 |
Solo-Superia Peugeot-BP Faema Molteni Fiat France C&A | |||
Beste prestaties | ||||
Milaan-San Remo | 1e (1966, 1967, 1969, 1971, 1972, 1975, 1976) | |||
Gent-Wevelgem | 1e (1967, 1970, 1973) | |||
Ronde van Vlaanderen | 1e (1969, 1975) | |||
Parijs-Roubaix | 1e (1968, 1970, 1973) | |||
Amstel Gold Race | 1e (1973, 1975) | |||
Luik-Bastenaken-Luik | 1e (1969, 1971, 1972, 1973, 1975) | |||
Ronde van Lombardije | 1e (1971, 1972) | |||
Ronde van Italië | 1e (1968, 1970, 1972, 1973, 1974) 24 etappezeges | |||
Ronde van Frankrijk | 1e (1969, 1970, 1971, 1972, 1974) 34 etappezeges | |||
Ronde van Spanje | 1e (1973) 6 etappezeges | |||
WK op de weg | 1e (1967, 1971, 1974) | |||
|
Eddy Merckx werd geboren in Meensel-Kiezegem als oudste zoon van Jules Merckx en Eugenie "Jenny" Pittomvils en als broer van de tweeling Michel en Micheline. In 1946, toen Merckx één jaar was, verhuisden zijn ouders van Kiezegem naar Sint-Pieters-Woluwe, aan het Goudvinkenplein, waar ze een kruidenierswinkel overnamen. De familie Merckx was nauw betrokken bij de dramatische gebeurtenissen die tijdens en na de oorlog in het dorp hadden plaatsgevonden. Op vijfjarige leeftijd vervoegde Eddy zijn ouders in Woluwe.[3] Tot die leeftijd woonde hij bij zijn oma Martha Roskin.[4] Tijdens zijn jeugd viel de mollige maar hyperactieve Merckx op door zijn durf, deugnieterij en sportieve veelzijdigheid. Zo speelde hij onder meer tennis en basketbal en voetbalde hij bij de miniemen van het toenmalige Royal White Star A.C. (1958-1960),[5], voor die club fusioneerde met Racing White. Zijn schoolse prestaties waren eerder matig en bijgevolg verliet hij het middelbaar onderwijs, zonder diploma.[6]
Als kind keek Merckx erg op naar Stan Ockers en Jacques Anquetil. Onder impuls van gewezen profwielrenner Félicien Vervaecke, die in dezelfde straat van de bevriende familie Merckx een fietsenwinkel uitbaatte, ging Eddy zich volop toeleggen op het wielrennen. Vervaecke zou tot 1964 Merckx' vaste begeleider, verzorger en mecanicien zijn. In zijn tienerjaren leerde Eddy ook baanwielrenner Patrick Sercu, voetballer Paul Van Himst en een wielrenner (Willy Vekemans) kennen, leeftijdsgenoten die later zijn boezemvrienden werden.[7]
Eddy Merckx begon zijn wielercarrière bij de nieuwelingen in juli 1961. Op 1 oktober 1961 won hij zijn eerste wielerwedstrijd, een kermiskoers die elk jaar door de wielerclub Pédale Petit-Enghiennoise in Lettelingen werd georganiseerd.[8] Drie jaar later werd hij in het Franse Sallanches wereldkampioen bij de liefhebbers.
Zijn profdebuut maakte Merckx in 1965 toen hij in het shirt van Solo-Superia deelnam aan de Waalse Pijl. Omwille van de rivaliteit met kopman Rik Van Looy stapte de ambitieuze Merckx al na één jaar over naar Peugeot-BP.[9] In 1966 won hij zijn eerste van zeven Milaan-San Remo's, een record dat nog steeds niet is geëvenaard. Een jaar later werd hij in Heerlen wereldkampioen wielrennen op de weg, zijn eerste van drie wereldtitels.
In 1968 sloot Merckx zich samen met Martin Van Den Bossche en de West-Vlaamse sprinter Guido Reybrouck aan bij de Italiaanse wielerploeg Faema. Mede dankzij het kopwerk van meesterknecht Van Den Bossche, zoals tijdens de befaamde sneeuwetappe naar de Tre Cime di Lavaredo, won Merckx als eerste Belg de Ronde van Italië, zijn eerste grote ronde. Toen hij een jaar later opnieuw aan de Giro deelnam, werd hij uit de wedstrijd gehaald wegens dopinggebruik. Merckx is echter altijd blijven beweren dat men geknoeid had met de test. Op 2 juni 1969, een paar uur voor de start van de 17e etappe, suggereerde een ontredderde en huilende Merckx in een legendarisch interview met radioreporter Jan Wauters dat hij was geflikt door de Duitse renner Rudi Altig, op aandringen van diens kopman Felice Gimondi.[10][11] In september 1968 etaleerde Merckx zijn kwaliteiten als tijdrijder in de Ronde van Catalonië. Hij won het eindklassement en stak daarmee zijn concurrent Felice Gimondi naar de kroon. Toch was Merckx' eerste jaar bij Faema geen onverdeeld succes. De overwegend Italiaanse renners waren Merckx niet echt genegen en reden liever in functie van hun kopman Vittorio Adorni. Hier kwam verandering in toen Lomme Driessens in 1969 op instigatie van Merckx' manager en zaakwaarnemer Jean Van Buggenhout de nieuwe Faema-ploegleider werd.[12]
In 1969 won hij voor het eerst de Ronde van Frankrijk. Hij won zes ritten, het eindklassement, het puntenklassement én het bergklassement. Merckx kon rekenen op een erg sterke Faema-ploeg, die in tegenstelling tot het voorgaande jaar bijna uitsluitend uit Belgische renners bestond. Naast zijn bergluitenant Martin Van Den Bossche reden ook Guido Reybrouck, Joseph Spruyt, Julien Stevens, Roger Swerts, Georges Vandenberghe, Victor Van Schil en de enige niet-Belg Pietro Scandelli volledig in zijn dienst. De sterkte van de ploeg bleek onder meer uit de overwinning in de ploegentijdrit in Sint-Pieters-Woluwe aan het begin van de Tour. Bij zijn thuiskomst werd Merckx als een held onthaald, omdat het dertig jaar geleden was dat een Belg, met name Sylvère Maes, nog eens de Ronde van Frankrijk had gewonnen.[13] Hij zou daarna de Ronde van Frankrijk nog vier keer winnen, in 1970, 1971, 1972 en 1974.
Op 9 september 1969 kwam Merckx op de piste zwaar ten val tijdens een dernycriterium in Blois. Merckx' gangmaker op de derny Fernand Wambst kwam daarbij om het leven, Merckx zelf hield er een gekneusde rugwervel en een verdraaid bekken aan over. Het fietsen, dat tot dan toe voor hem als vanzelf ging, werd vanaf dat moment moeizamer en uitputtender.[14] Om de haverklap begon hij toen de positie van zijn zadel bij te stellen. Des te opmerkelijker is wel dat hij daarna, ondanks deze vervelende blessure, nog een zeer groot aantal wedstrijden wist te winnen. Vanaf 1971 reed Merckx voor het Italiaanse Molteni, de ploeg die beeldbepalend werd voor zijn carrière. In het jaar 1971 won hij zelfs 54 van de 120 wedstrijden die hij reed. Zijn onophoudelijke honger naar overwinningen leverde hem de bijnaam De kannibaal op.
In 1972 brak hij in Mexico-Stad het werelduurrecord, dat pas twaalf jaar later door Francesco Moser op een speciaal ontworpen fiets opnieuw zou worden gebroken. In 2000 besloot de UCI dit record niet langer te erkennen. Het record van Merckx werd in ere hersteld en sindsdien worden verbeteringen alleen erkend wanneer ze worden behaald op een fiets die door de UCI is goedgekeurd.
In 1973 deed Merckx niet mee aan de Ronde van Frankrijk, maar nam hij in plaats daarvan deel aan de Ronde van Spanje. In die Vuelta schreef hij zes ritten en het eindklassement op zijn naam.
In 1975 won Merckx in Meerbeke voor de tweede en laatste maal de Ronde van Vlaanderen met een halve minuut voorsprong op zijn medevluchter Frans Verbeeck en meer dan vijf minuten voorsprong op de rest van het peloton. Merckx reed op 104 kilometer van de aankomst weg met in zijn kielzog een aanklampende Verbeeck. Zijn indrukwekkende machtsvertoon ontlokte bij een uitgeputte Verbeeck na de aankomst in een interview met sportcommentator Fred De Bruyne de gevleugelde woorden: "Het is ongelooflijk, Fred, hoe dat die rijdt. (...) Hij rijdt vijf per uur te snel voor ons. Ik weet niet wat dat is. Hij rijdt eens zo rap als verleden jaar nog."
In januari 1978 tekende Merckx een nieuw sponsorcontract bij het speciaal voor hem opgerichte wielerteam C&A met als ploeggenoten onder anderen Joseph Bruyère, Ward Janssens, Walter Planckaert, Lucien Van Impe, Jos Deschoenmaecker en Ludo Loos, en als ploegleider de Duitser Rudi Altig.
Op 19 maart 1978 reed Merckx in Kemzeke met de Omloop van het Waasland zijn laatste officiële wielerwedstrijd op slechts 32 jarige leeftijd . Hij eindigde als twaalfde, net na José De Cauwer, huidig wielercommentator bij de VRT.[15]
Op 18 mei 1978 kondigde een mentaal moegestreden Merckx tijdens een persconferentie het definitieve einde van zijn sportieve loopbaan aan.[16] Na een korte periode als ploegleider van C&A richtte hij begin 1980 het gelijknamige fietsbedrijf Eddy Merckx op. Na zijn wielercarrière trad hij ook regelmatig op als commentator bij wielerwedstrijden.
Van 1986 tot 1997 was Eddy Merckx actief als bondscoach van de Koninklijke Belgische Wielerbond. Daar stond hij in voor het bepalen van de selecties en de tactiek voor alle wereldkampioenschappen, Europese kampioenschappen en olympische kampioenschappen waar Belgische wegrenners aan deelnemen.
Van 1989 tot 2001 was Merckx lid van de Raad van Beheer van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC). De laatste vijf jaar was hij er actief als vicevoorzitter. Door toedoen van Pierre-Olivier Beckers trad Merckx in 2005 opnieuw toe het BOIC, ditmaal als voorzitter van het Ontwikkelingscomité van de Belgische Sport (OCBS), de commerciële cel van het BOIC.[17][18]
Begin 2008 lanceerde hij als ambassadeur de nieuwe campagne van Damiaanactie. Hij kon het werk van de organisatie in de strijd tegen lepra en tuberculose op het terrein in de Democratische Republiek Congo zelf vaststellen.
Op 22 maart 2012 verscheen de Britse biografie Eddy Merckx, The Cannibal, waarin de Italiaanse cardioloog Giancarlo Lavezzaro zegt dat Merckx een bijzondere hartafwijking heeft, zonder symptomen, maar wel met het gevaar van acuut hartfalen. Na de derde rit in de Giro van 1968, nam Lavezzaro een cardiogram af bij de renner, waaruit de hartafwijking duidelijk werd.[19][20]
In 2017 kondigde het ASO aan dat de Ronde van Frankrijk 2019 in Brussel zou starten en er twee dagen zou blijven om Merckx' vijftigjarige jubileum van zijn eerste van vijf Tourzeges te vieren. De eerste etappe deed ook Sint-Pieters-Woluwe aan, de plaats waar Merckx zijn eerste gele trui veroverde en waar zijn ouders jarenlang een kruidenierszaak runden. Ook werd het honderdjarig bestaan van de gele leiderstrui gevierd.[21][22]
Men neme de benen van Merckx, het hoofd van Merckx, de spieren van Merckx, het hart van Merckx en de zegedrift van Merckx.
— Jacques Anquetil beschrijft de ideale wielrenner
Van de 1800 wegwedstrijden die Eddy Merckx reed, won hij er 521, waaronder 442 van de 1582 als beroepsrenner.[1] Daarnaast won hij ook 98 baanwedstrijden en 2 veldritten.
Grote Rondes
Monumenten
Kampioenschappen
|
|
1965 – 9 zeges
1966 – 20 zeges
1967 – 27 zeges
1968 – 32 zeges
1969 – 43 zeges
1970 – 52 zeges
1971 – 54 zeges
1972 – 50 zeges
1973 – 50 zeges
1974 – 36 zeges
1975 – 37 zeges
1976 – 15 zeges
1977 – 17 zeges
Totaal: 442 zeges
Jaar | BK |
EK |
Zesdaagsen | Totaal aantal zeges |
---|---|---|---|---|
1965 | Gent (met Patrick Sercu) | ... | ||
1966 | Ploegkoers | ... | ||
1967 | Ploegkoers | Gent (met Patrick Sercu) | ... | |
1968 | Ploegkoers | Charleroi (met Ferdinand Bracke) | ... | |
1969 | ... | |||
1970 | Ploegkoers | ... | ||
1971 | Milaan (met Julien Stevens) | ... | ||
1972 | ... | |||
1973 | Dortmund (met Patrick Sercu) Grenoble (met Patrick Sercu) |
... | ||
1974 | Ploegkoers | Antwerpen (met Patrick Sercu) | ... | |
1975 | Ploegkoers | Omnium | Gent (met Patrick Sercu) Antwerpen (met Patrick Sercu) Grenoble (met Patrick Sercu) |
... |
1976 | Ploegkoers | Antwerpen (met Patrick Sercu) Rotterdam (met Patrick Sercu) |
... | |
1977 | Berlijn (met Patrick Sercu) Gent (met Patrick Sercu) Maastricht (met Patrick Sercu) München (met Patrick Sercu) Zürich (met Patrick Sercu) |
... | ||
1978 | Ploegkoers | ... | ||
Totaal | 6 | 3 | 17 | 98 |
1970 – 1 zege
1971 – 1 zege
Totaal: 2 zeges
Merckx werd gedurende zijn wielercarrière drie keer betrapt op het gebruik van doping. Een eerste maal was tijdens de Ronde van Italië van 1969. Op 1 juni 1969 werd Merckx, als drager van de roze leiderstrui, na de aankomst van de zestiende etappe in Savona positief getest op het gebruik van fencamfamine.[61] Zowel in het A-staal als in het B-staal van de tegenexpertise was de concentratie fencamfamine volgens professor Genovese onbetwistbaar uitzonderlijk hoog. Deze dopamineagonist was afkomstig van het stimulerende middel Réactivan, een product dat in die tijd erg populair was in het wielermilieu en het jaar voordien ook in de Giro nog werd teruggevonden bij Felice Gimondi. Bij een nieuwe controle, daags na zijn positieve plas, ditmaal op verzoek van Merckx en in aanwezigheid van drie getuigen, werden door de Universiteit van Milaan geen sporen van fencamfamine aangetroffen. Niettemin werd Merckx door de Italiaanse Wielerfederatie geschorst voor één maand. Intussen leidde de hele dopingaffaire tot een heuse politieke en diplomatieke rel tussen België en Italië. Frans Van Mechelen, toenmalig minister van Nederlandse Cultuur en Sport, oefende druk uit op de Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken om een grondig onderzoek uit te voeren. Zelfs Pierre Harmel, Belgisch minister van Buitenlandse Zaken, vond het nodig een telegram te sturen naar zijn Italiaanse collega Pietro Nenni met het dringende verzoek 'het mysterie van Savona op te lossen'.[62] En in de Italiaanse Senaat werd de bevoegde minister tweemaal geïnterpelleerd over de wettelijkheid van het Italiaanse dopingreglement. Op 5 juni besliste de BWB op grond van procedurefouten om de schorsingsperiode terug te brengen tot één week. Dit leidde tot grote consternatie bij heel wat andere renners zoals Jean Stablinski en Jan Janssen, die spraken over een ongeoorloofde voorkeursbehandeling en zelfs dreigden met een staking. Uiteindelijk, na heel wat juridisch getouwtrek, besliste de Internationale Wielerunie onder leiding van voorzitter en Tourbaas Félix Lévitan op 14 juni om Merckx 'het voordeel van de twijfel te gunnen' en de eerder uitgesproken schorsing van één maand op te heffen. Zo kon Merckx toch nog op tijd verschijnen aan de start van de Tour op 28 juni.[63]
De tweede keer dat Merckx positief werd bevonden was na zijn overwinning in de Ronde van Lombardije op 13 oktober 1973, toen sporen van norefedrine in zijn urine werden aangetroffen. Pas drie weken later, op 8 november, werden de feiten openbaar gemaakt. Merckx bekende dat zijn ploegdokter Angelo Cavalli hem de hoestsiroop Mucantil had voorgeschreven ter behandeling van een bronchitis, maar beweerde ook niet te weten dat er verboden producten in zaten. Cavalli was ironisch genoeg de arts van de Italiaanse Wielerfederatie die hem vier jaar eerder in Savona positief had bevonden op fencamfamine. Ook nu werd Merckx gediskwalificeerd ten voordele van Gimondi, maar ditmaal kon hij zijn straf van één maand schorsing en een boete van 150.000 lire niet ontlopen.[64]
De derde en laatste keer dat Merckx positief testte was na de Waalse Pijl van 1977, toen hij werd betrapt op het gebruik van pemoline, in het wielermilieu beter bekend onder de merknaam Stimul,[65] een amfetamine dat nog niet lang op de dopinglijst stond. Niet minder dan vierentwintig Belgische wielrenners liepen tegen de dopinglamp, onder wie enkele grote namen zoals Walter Godefroot en Freddy Maertens. Volgens professor en notoir dopingjager Michiel Debackere was Merckx' positieve controle helemaal geen verrassing, vermits zijn broer apotheker was geworden met een thesis over pemoline. In 2007 gaf Merckx het gebruik van dit middel toe.[66]
In 1993 verklaarde Merckx in de Franse sportkrant L'Équipe dat het vaak gebeurde dat, indien hij niet kon plassen bij dopingcontroles, hij urine kreeg van andere renners, zoals Roger De Vlaeminck.[67][68]
In 2007 werd Merckx, samen met onder anderen Dietrich Thurau, Rudi Altig en Gianni Bugno, niet uitgenodigd om het wereldkampioenschap wielrennen in Stuttgart bij te wonen. Gemotiveerd om het wielrennen voortaan 'zuiver' te houden, wilden de organisatoren komaf maken met iedereen die in het verleden op dopinggebruik was betrapt. De afwijzing lokte bij Merckx heel wat verontwaardiging uit.[69]
Veel buitenlandse wielersupporters konden het niet verkroppen dat Merckx zo vaak won. Zelfs Jacques Goddet, de organisator van de Ronde van Frankrijk, vroeg Merckx om in 1973 niet aan zijn wedstrijd deel te nemen. Het ernstigste voorval vond plaats in 1975, toen Merckx trachtte voor de zesde maal de Tour te winnen en de 55-jarige Franse toeschouwer Nello Breton een harde slag in Merckx' lever gaf tijdens de beklimming van de Puy de Dôme. Breton beweerde de slag niet met opzet te hebben gegeven en zei dat hij geduwd werd en zijn evenwicht wou behouden. Hij werd later veroordeeld tot het betalen van een symbolische schadevergoeding van 1 frank. Merckx werd ernstig gehinderd door de blessure die hij eraan overhield. Bovendien brak hij de volgende dag zijn kaak. Bernard Thévenet won dat jaar de Tour, Merckx eindigde op de tweede plaats.
Midden jaren zeventig kreeg Merckx ook felle kritiek omdat hij als sportman reclame had gemaakt voor het sigarettenmerk R6.[70]
In 1988 zorgde een uitzending van BRT-docureeks ‘De tijd der Vergelding’ van onderzoeksjournalist Maurice De Wilde voor opschudding.[71] Met name de aflevering “Terreur in het dorp” van 29 april waaruit bleek dat (verre) familieleden van Eddy Merckx actief betrokken waren bij de collaboratie lokte bij de wielerlegende, zelf geboren tijdens de repressie, heel wat verontwaardiging uit. Volgens hem beperkte de ‘zwarte tak’ van zijn familie zich tot de oom en neven van zijn vader en had hijzelf van zijn ouders de middelnaam ‘Louis’ meegekregen als eerbetoon aan zijn oom die in het concentratiekamp van Bergen-Belsen om het leven was gekomen.[72] Bovendien had Maurice De Wilde nagelaten te vermelden dat Merckx’ familie ook een ‘witte’ verzetsvleugel had.[73] Zo was Merckx’ moeder koerier bij de weerstand en werden drie ooms (langs moederskant) van hem door de Duitse bezetter gedeporteerd naar de concentratiekampen. Slechts een van hen keerde levend terug en werd zijn peter.[3]
Naar aanleiding van een gerechtelijk onderzoek naar een grootschalige fraudezaak bij de politiezone Brussel-Zuid werd Eddy Merckx in maart 2012 door de Brusselse onderzoeksrechter Jean-Claude Van Espen in verdenking gesteld van actieve corruptie (omkoping van een ambtenaar) bij de openbare aanbesteding van 46 fietsen. Op vraag van Merckx zou de Anderlechtse politiecommissaris Philippe Boucar in de offertes van de concurrenten hebben geneusd en hem hun prijzen hebben doorgespeeld. Zo kon Merckx kort daarna een beter, lees goedkoper, geantedateerd bod uitbrengen en alsnog het contract binnenhalen. In ruil zou Merckx Boucar en zijn vrouw gratis of tegen een flinke korting een dure Merckx-fiets hebben gegeven.[74][75] In februari 2019, vier jaar na het afsluiten van het dossier door de onderzoeksrechter, besliste de Franstalige raadkamer van Brussel om Eddy Merckx en twaalf andere medebeklaagden buiten vervolging te stellen wegens verjaring van de feiten.[76] Een jaar eerder had Merckx zijn fietsenfabriek Eddy Merckx Cycles al overgelaten aan de Belgian Cycling Factory, het bedrijf achter fietsenmerk Ridley.[77]
Op 5 december 1967 trouwde Eddy Merckx met de Franstalige Claudine Acou, de dochter van wielrenner Lucien Acou. Hoewel zowel de burgerlijke als de kerkelijke huwelijksplechtigheden tweetalig verliepen, waren veel Vlamingen boos omdat het jawoord enkel in het Frans werd uitgesproken. Om gelijkaardige communautaire spanningen te vermijden en zijn (deels) beladen familiegeschiedenis indachtig profileert Merckx zich sindsdien graag als een tweetalige modelbelg die trots is op zijn goede relaties met de Belgische dynastie.[78][79] Vanwege zijn Franstalige opleiding in het middelbaar onderwijs en het dialect dat thuis werd gesproken, beheerste hij noch het Standaardnederlands noch het Frans perfect en verliep zijn communicatie soms wat moeizaam.[80]
Op 14 februari 1970 kregen ze een dochter, Sabrina Merckx, die later trouwde met de Argentijnse proftennisser Eduardo Masso. Uit dit huwelijk werd Merckx' kleinzoon Luca Masso geboren, een professioneel hockeyspeler. Op 8 augustus 1972 werd Eddy Merckx' enige zoon Axel Merckx geboren, die later ook profwielrenner zou worden. Diens Belgisch-Canadese dochter Axana behaalde op 17 mei 2019 twee gouden medailles op het open Belgisch kampioenschap zwemmen, één op de 200 meter rugslag en één op de 400 meter wisselslag.[81]