
Cocaïne
chemische verbinding / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Cocaïne, of benzoyl-methyl-ecgonine, ook wel coke genoemd, is een stimulerend middel dat behoort tot de alkaloïden.[1] Cocaïne is een van de drugs die oorspronkelijk op de markt werden gebracht als geneesmiddel. Het kan worden gesnoven, gerookt, of geïnjecteerd. De mentale gevolgen van inname van cocaïne zijn onder andere een verminderd contact met de werkelijkheid, euforie en/of sterke rusteloosheid. Lichamelijke gevolgen zijn onder meer een verhoogde hartslag, transpiratie en verwijde pupillen.[2] Hoge doses kunnen leiden tot een verhoogde bloeddruk en verhoogde lichaamstemperatuur.[3] De effecten treden enkele seconden tot enkele minuten na inname op en kunnen tussen de vijf en de negentig minuten aanhouden.[2]
![]() |
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht. Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts. |
Cocaïne | ||||
---|---|---|---|---|
Chemische structuur | ||||
![]() | ||||
Farmaceutische gegevens | ||||
Beschikbaarheid (F) | (oraal) 30% (nasaal) 30-60% | |||
Metabolisatie | Hepatisch (CYP3A4) | |||
Halveringstijd (t1/2) | 0,7-1,5 uur | |||
Uitscheiding | Nieren | |||
Gebruik | ||||
Geneesmiddelengroep | anesthetica, lokaal, overige | |||
Voorschrift/recept | Niet van toepassing | |||
Toediening | Topisch, oraal, nasaal, intraveneus, oculair | |||
Dosering | (oculair) 50 mg/ml | |||
Risico met betrekking tot | ||||
Zwangerschapscat. | C | |||
Overdosis | 200 mg (algemeen)
20 mg (mogelijk) | |||
Databanken | ||||
CAS-nummer | 50-36-2 | |||
ATC-code | N01BC01 | |||
PubChem | 5760 | |||
DrugBank | APRD00080 | |||
Farmacotherapeutisch Kompas | S01HA01 | |||
Chemische gegevens | ||||
Molecuulformule | C17H21NO4 | |||
IUPAC-naam | methyl (1R,2R,3S,5S)-3-(benzoyloxy)-8-methyl-8-azabicyclo[3.2.1]octaan-2-carboxylaat | |||
Molmassa | 303,353 g/mol | |||
Smeltpunt | 195°C | |||
Kleur | Wit | |||
Oplosbaarheid | 1,800 g/L | |||
Aggregatietoestand | Vast | |||
|
Cocaïne kan tot verslaving leiden omdat het een groot effect heeft op dopamine en het beloningssysteem van de hersenen. Cocaïne blokkeert de heropname van serotonine, noradrenaline en dopamine in neuron uit de synaptische spleet in de hersenen. Hierdoor ontstaat een grotere concentratie van deze drie neurotransmitters. Dopamine creëert een gevoel van genot en geluk. Noradrenaline zorgt voor alertheid. Serotonine versterkt de zintuiglijke waarneming, het geheugen, een positieve stemming, de slaap en seksuele verlangens.[1] Al na een korte gebruiksperiode kan iemand verslaafd raken. Na herhaaldelijk gebruik neemt het aantal dopamine-receptoren af. Dit leidt bij niet-gebruik tot ontwenningsverschijnselen.[1]
Veelvuldig gebruik vergroot de kans op beroertes, hartinfarcten, longklachten bij mensen die het roken, bloedvergiftiging, en hartstilstand.[1][4] Daarnaast kan het ervoor zorgen dat iemand minder plezier kan ervaren en zich erg moe gaat voelen.[1] Cocaïne kan de bloed-hersenbarrière gemakkelijk passeren en kan de barrière zelfs aantasten.[5][6]
Cocaïne komt voor in de natuur en wordt geëxtraheerd uit de bladeren van de cocaplant. Deze plant groeit voornamelijk in Zuid-Amerika.[2] Naar schatting gaat er in de Verenigde Staten 100 tot 500 miljard dollar per jaar om in de zwarte markt.[1] In Nederland ligt dit naar schatting boven de 1 miljard euro per jaar.[7]
In Nederland wordt cocaïne nog sporadisch gebruikt als oogdruppel.[8] Andere benamingen in onder andere straattaal zijn ook wel sos, taf, sosa, sneeuw, wit, yayo, kabouterpost.[9]