Gouw (Duits: Gau, Fries: goa, Gronings: go, Limburgs: goew) is een meerduidig, niet scherp afgebakend begrip waarmee oorspronkelijk het door de Romeinen gebruikte woord pāgus voor een bestuurseenheid werd vertaald. Een gouw was onderdeel van het Germaans stamgebied en in de Frankische tijd een aanduiding voor de gewesten. Er kan ook een landschap mee worden aangeduid, meer in het bijzonder een gebied dat langs het water is gelegen. De vorming van, zeggenschap over en ontwikkelingen rondom een gouw verschillen sterk per regio en in de tijd.
Ruwweg ten zuiden van de Frans-Nederlandse taalgrens in het huidige België waren de gouwen onderdeel van de voormalige Romeinse civitates of stadsgebieden. In de Nederlandse en Belgische geschiedenis speelden gouwen een rol van de vierde tot de elfde eeuw. Toen het Frankische Rijk in de zevende en achtste eeuw zijn gezag over de Nederlanden uitbreidde, vormden ze bestuurseenheden in het rijksverband onder vorm van gouwgraafschappen.
Bestuurlijke functie
Gouwen hadden meestal natuurlijke grenzen, zoals rivieren, kusten, heuvelruggen of bergketens of dichte wouden. Ze werden bestuurd door een gouwgraaf; een bestuurlijke functie, uitgeoefend in een bepaalde gouw, en in de eerste plaats geen erfelijke titel, zoals later die van graaf van een bepaald gebied. Een gouwgraaf werd aangesteld door de keizer als diens vertegenwoordiger; kwam hij te overlijden of misdroeg hij zich, dan werd er door de keizer een nieuwe gouwgraaf aangesteld.
Rechterlijke functie
De centrale instelling was het gouwding. Dit was de bijeenkomst van dinggenoten, de vrije en weerbare mannen, op gezette tijden (meestal drie keer per jaar) op een vaste plaats (oorspronkelijk in de open lucht), waar werd rechtgesproken volgens het volksrecht en waar andere grote beslissingen werden genomen. De bijeenkomst stond onder leiding van een bij acclamatie aangewezen voorzitter, de rechter of richter. Deze voorzitter was na de inlijving in het Frankische Rijk de gouwgraaf.
Naast de drie vastgestelde echte of geboden dingen waren er de ongeboden dingen voor bijzondere gevallen. De dinggenoten waren dingplichtig, dat wil zeggen dat zij verplicht aanwezig moesten zijn. Karel de Grote veranderde de dingplichten door een afvaardiging van scabini, waarvan afgeleid schepenen.
Vanaf de tiende eeuw raakten gouwen en gouwdingen in verval door de uitbreiding van de horigheid. Daardoor nam het aantal vrije mannen af en de verbrokkeling van de gouwen in graafschappen toe. De gouwnaam bleef evenwel nog lange tijd in gebruik voor geografische situeringen.
Opmerking: Deze lijst is onvolledig en de bijgevoegde kaarten zijn onder voorbehoud; deze zijn pas eeuwen later gemaakt als reconstructie en de nauwkeurige indeling is betwist. Ook zijn gouwen in de loop der eeuwen veranderd van vorm, samengevoegd dan wel gesplitst, komen anderen slechts een enkele keer voor en nemen de latere graafschappen vaak de naam van een voormalige gouw over (bijvoorbeeld Brabant). Voorzichtigheid is geboden bij het intekenen van gouwen in kaarten.
Gouwen in de Noordelijke Nederlanden (Nederland en West-Duitsland)
Altgau: klein graafschap rond Bad Tennstedt en Großfurra
Ammergau: het dal van de Ammer/Amper ten westen en zuidwesten van München tot aan de grens met Oostenrijk
Anglachgau: Vlakke gebied ten oosten van de Rijn tussen Rastatt en Mannheim.
Argengau: Graafschap ten NO van het Bodenmeer, rondom de stad Lindau. In 769 werd Rothard, stamvader van de Welfen graaf van de Argengau. De Argengau vormde de kern van de Duitse bezittingen van de Welfen.
Auelgouw: graafschap op de oostelijke oever van de Rijn, tegenover Bonn
Eritgau: betrekkelijk klein graafschap, in het noorden begrensd door de Donau, in het westen en zuiden door de Linzgau en in het oosten door de Folchotsbaar.
Hegau: een betrekkelijk klein graafschap ten westen van het Bodenmeer, tussen de Rijn en de Donau. Wordt gekenmerkt door resten van vulkanen die als steile heuvels enkele honderden meters boven het omringende landschap uitsteken. Op de toppen van al deze heuvels zijn kastelen gebouwd.
Grabfeld: Een uitgestrekt graafschap van Fulda in het westen, tot Schweinfurt in het zuiden en het Thüringer Woud in het noordoosten. Later werd het verdeeld in een westelijk en een oostelijk graafschap, waarbij de grens ongeveer door de Rhön werd gevormd.
Königssondergau: klein graafschap op de noordoever van de Main, in het westen grenzend aan de Rijn. Door Karel de Grote gecreëerd als zijn persoonlijk bezit.
Lahngouw: Het stroomgebied van de rivier de Lahn in het noordwesten van het hertogdom Franken, vanaf Limburg an der Lahn stroomopwaarts. Dietkirchen bij Limburg was een belangrijk kerkelijk centrum. Later werd het graafschap gedeeld in de Opper- en Neder-Lahngouw;(Duits: Lahngau).
Lerigouw
Liesgau: graafschap in Saksen aan de zuidwestelijke kant van de Harz, oostelijk van Göttingen
Linzgau: graafschap tussen de noordelijke over van het Bodenmeer en de Donau.
Lobdengau: graafschap aan de benedenloop van de Neckar
Metzgouw: graafschap in en rond de plaats Metz in het huidige Frankrijk (Duits: Metzgau)
Moezelgouw: graafschap gelegen aan de beide zijden van de rivier de Moezel
Nahegouw: graafschap gelegen op de linker Rijnoever, ten noorden van de Wormsgouw op de beide oevers van de rivier de Nahe waarbij de rivier de Selz de grens vormde
Niddagau: graafschap rond de rivier de Nidda, ten noordoosten van Frankfurt am Main
Nordgau (Nederlands: Noordgouw) in de volgende gebieden:
Nordgau (Beieren): het noordelijkste deel van Beieren, ten noorden van Regensburg, markgraafschap aan de grens van Bohemen.
Nordgau (Elzas) graafschap dat de noordelijke helft van de Elzas omvat, tot in de 11e eeuw geregeerd door nakomelingen van Eticho I. Daarna werd het gebied verdeeld door de Habsburgers, het bisdom Straatsburg en de vrije stad Straatsburg.
Nordthüringgau: graafschap ten westen van de Elbe rondom de stad Maagdenburg
Opperrijngouw: graafschap ten oosten van de Rijn en ten zuiden van de Main, gelegen tegenover Worms, ten zuiden begrensd door de Lobdengau en ten oosten door de Mainzgau. Ontstaan door deling van de oudere Rijngouw aan het einde van de achtste eeuw, daarbij ontstonden ook de Nederrijngouw, vaak Rijngouw (Duits: Rheingau) genoemd, en de Königssondergau; die bezit was van de koninklijke familie (DuitsOberrheingau).
Ortenau: graafschap ten oosten van de Rijn, aan het zuiden grenzend aan de Breisgau, in het oosten aan vormt het Zwarte Woud de grens en in het noorden lag de grens bij Baden-Baden.
Pfinzgau: graafschap rond de rivier te Pfinz, ten oosten van Karlsruhe
Radenzgau: groot graafschap in het noorden van Beieren dat het oostelijke, grootste, deel van het huidige Opper-Franken besloeg.
Rammachgau: graafschap ten zuiden van de Donau, begrensd in het zuiden door de Haistergau, in het westen door het Ruadolteshuntare, in het oosten door de Illergau en in het noorden door het Ruadolteshuntare en de Illergau.
Rijngouw: graafschap ten oosten van de Rijn, ten weerszijden van de Main. Tijdens de regering van Karel de Grote creëerde die de Konings-ondergouw op de noordelijke oever van de Main, als persoonlijk bezit van de koning. Hierdoor werd de Rijngouw in twee delen verdeeld: de Opperrijngouw (het gedeelte ten zuiden van de Main) en de (Onder)Rijngouw (het resterende deel ten noorden van de Main).
Ruhrgouw: graafschap op de rechteroever van de Rijn rond de steden Essen en Duisburg
Saalgau: graafschap ten noorden van de Main. In het noorden en oosten begrensd door de Grabfeld gau.
Wormsgouw: graafschap gelegen ten westen van de Rijn, rond de steden Worms en Mainz. Oorspronkelijk strekte het zich in noordelijke richting uit tot aan Koblenz maar in de tiende eeuw werd de rivier de Selz de noordgrens.
Zwabengouw: graafschap gelegen oostelijk van Quedlinburg tot aan de rivier de Saale in de huidige Duitse deelstaat Saksen-Anhalt (het lag afzonderlijk van het zuidwestelijk gelegen Hertogdom Zwaben).
Gouwen in Oostenrijk, Zwitserland en Noord-Italië
Aargau: graafschap in het noorden van Zwitserland. Het graafschap omvatte niet alleen het huidige Zwitserse kanton Aargau maar ook grote gebieden ten westen en ten zuiden daarvan.
Zürichgau: groot graafschap in Zwitserland, omvatte niet alleen het huidige kanton Zürich maar ook ongeveer de huidige kantons Uri, Glarus, Schwyz en Zug.
Handboek tot de staatkundige geschiedenis der Nederlanden: De Middeleeuwen (1979) door Prof. Dr. I. H. Gosses, geheel omwerkt door Prof. Dr. R. R. Post. Uitgeverij Martinus Nijhoff bv, 's-Gravenhage.
Léon Vanderkindere, La formation territoriale des principautés belges au Moyen Age, vol. 2, Bruxelles, H. Lamertin, 1902 (digitale versie van de ULB) beschrijft de overgang in de eind 8ste en 11de eeuw van gouwen (pagi) naar graafschappen (comitati) en vorstendommen. Gearchiveerd op 1 april 2023.
Wikiwand in your browser!
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.