Top Qs
Tijdlijn
Chat
Perspectief
Ronse
gemeente in Oost-Vlaanderen, België Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Remove ads
Ronse (Frans: Renaix) is een stad en faciliteitengemeente in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. De stad telt ruim 27.000 inwoners, die Ronsenaars[1] worden genoemd. Ronse is gelegen in het Zuid-Vlaamse Heuvelland of de zogenaamde Vlaamse Ardennen. De schrijver Omer Wattez noemde Ronse ook wel "de koningin der Vlaamse Ardennen", omwille van de ligging en groene omgeving. De patroonheilige van de stad is Sint Hermes.
Ronse geldt als een handelsstad met een provinciaal karakter en een belangrijk regionaal onderwijscentrum met verzorgende functie. Als "Parel van de Vlaamse Ardennen" profileert de taalgrensstad zich als een cultuur-toeristisch centrum van waaruit men de natuur van de Vlaamse Ardennen kan ontdekken. Hierdoor kent Ronse een steeds toenemend dagtoerisme.
Remove ads
Geschiedenis
Samenvatten
Perspectief
Etymologie
De naam Ronse, voor het eerst vermeld als Rotnace (855-873), wijst op een Belgische of Keltische oorsprong. De naam is afgeleid van de nabijgelegen rivier de Ronne met het Keltische achtervoegsel -acum, wat "vestiging aan de Ronne" betekent. Door de eeuwen heen heeft de naam zowel een Germaanse ontwikkeling, met klemtoon op de eerste lettergreep (Ronse), en Romaanse ontwikkeling, met klemtoon op de laatste lettergreep (Renaix), doorgemaakt.
De rivier stroomt echter net ten zuiden van Ronse en doorkruist nooit haar grondgebied, wat deze verklaring onzeker maakt. Toponymisten geloven nu dat de naam Ronse zowel van een rivier als van een persoon afkomstig kan zijn, en dat we nooit zeker zullen zijn van de oorsprong van de naam van de stad[2].
Vroege nederzettingen
Vanaf het Paleolithicum werden reeds verschillende heuvels in de Vlaamse Ardennen door de mens bewoond. Ook in en rond het Muziekbos zijn sporen van menselijke activiteit gevonden. Maar pas tijdens het Neolithicum is er in Ronse sprake van een permanente nederzetting, die vooral gebaseerd was op landbouw en veeteelt. In 1836 en 1875 werden van een 17-tal grafheuvels of tumuli uit de vroege en midden Bronstijd (ca. 2.100-1.200 v.Chr.) blootgelegd, waaronder twee met urnen met crematieresten in een grafkamer van lokale zandsteen.
Ook in de Romeinse tijd bevond zich op het grondgebied van Ronse een nederzetting. Dit wordt bevestigd door fragmenten van een Romeins bouwwerk die als recuperatiemateriaal gebruikt werden in de romaanse gewelven van de Sint-Hermescrypte. Ook zijn er Romeinse munten gevonden op de Muziekberg en in het Bois Joly daterend uit de 2de en 4de eeuw na Christus. Eind de 5de eeuw werden de Romeinen verjaagd door Childerik. Daar waar de Romeinse cultuur de Germaanse bezetting overleefde, ontstond de taalgrens.

Middeleeuwen
Vroege middeleeuwen
Nadat tijdens de ‘donkere’ middeleeuwen de Romeinse infrastructuur volledig in verval is geraakt, stichtte Sint-Amandus, met de steun van de Merovingische vorst Dagobert I, voor de evangelisatie van de Lage Landen in de 7de eeuw een klooster gewijd aan de heiligen Petrus en Paulus.[3] Deze patrocinia als Sint-Pieter, Sint-Paulus en Sint-Martinus zoals in Ronse duiden op de vroegste kersteningsperiode van deze streken in de 7de eeuw[4][5].
Karel de Grote, die als Karolingische vorst het beschikkingsrecht had over Ronse, schonk het klooster als financiële en materiële ondersteuning aan Heridag, de eerste bisschop van het bisdom Hamburg. Na zijn overlijden schonk zijn zoon en opvolger Lodewijk de Vrome, tussen 831 en 834 het kloosterdomein, als onderdeel van het "Tenement van Inde", aan de abdij van Inde te Kornelimünster bij Aken[6]. Deze eerste bloeiperiode kwam in 860 met de komst van de relieken van Sint-Hermes van Salzburg naar Ronse op vraag van keizer Lotharius. In 880 vluchtten de monniken echter met hun kostbaarheden uit vrees voor de oprukkende Noormannen, die de Schelde gebruikten als toegangspoort tot de Lage Landen. In 940 keerden de relieken van Sint-Hermes terug door bemiddeling van de bisschop van Kamerijk, Fulbert en werden ze in 1089 ondergebracht in de crypte onder de Sint-Hermesbasiliek. De relieken stimuleerden de plaatselijke economie door de komst van vele geesteszieken, die bij Sint-Hermes soelaas kwamen zoeken.
Hoge middeleeuwen

Met het verdrag van Verdun in 843 en het uiteenvallen van het Frankische Rijk van Karel de Grote, vormde de Schelde vanaf 925 de grens tussen het Franse en het Duitse Rijk: Het gebied ten oosten van de Schelde kwam onder het gezag van de Duitse keizer, Lotharius I, terwijl het andere viel onder de soevereiniteit van de Franse koning, Karel de Kale. Om de westgrenzen van zijn rijk te beschermen, richtte de Duitse keizer Otto II (973-983) drie belangrijke versterkingen op langs de rechteroever van de Schelde. Samen met Antwerpen en Valenciennes, werd Ename in 974 gesticht als hoofdplaats van de Mark Ename.
Uit de verbrokkeling van het West-Frankische rijk ontstond het graafschap Vlaanderen. Gesteund door een aantal aanzienlijke families uit de Scheldevallei, de huizen van Petegem, Oudenaarde en Eine, wist Boudewijn IV van Vlaanderen in 1033 Ename aan de overzijde van de Schelde te veroveren, maar de Duitse keizer wilde hem de mark evenwel niet toekennen. Toen Boudewijn V van Vlaanderen zich aansloot bij de opstand van Godfried II van Lotharingen, werd hem de mark Valencijn ontnomen, waarop hij in 1047 Ename opnieuw bezette. Kort na 1056 werd Rijks-Vlaanderen, het noordwestelijke deel tussen Schelde en Dender, door de Duitse keizer toegewezen aan de graven van Vlaanderen. Rijks-Vlaanderen is evenwel niet te verwarren met Kroon-Vlaanderen, dat ten westen van de Schelde lag en in leen werd gehouden van de Franse koningen.
De heer van Oudenaarde-Pamele verwierf, vermoedelijk als beloning voor steun aan de graaf, verschillende heerlijkheden gelegen tussen de waterlopen Maarke en Ronne op de rechter Schelde-oever, het zogenaamde Land tussen Marke en Ronne. Later hielden zij het in leen van de heren van Heinsberg en Gulik.[7]
Dezelfde heren van Pamele werden door de abt van de verafgelegen abdij van Inde aangesteld als voogd van het "Tenement van Inde", waaronder het klooster van Ronse, terwijl Gerard de Wattripont, leenman van de heer van Oudenaarde, in 1126 werd aangesteld als ondervoogd. Het was Gerard de Wattripont die de nederzetting in 1240 een stadskeure verleende, het gebied in 1264 afkocht van de abdij en zodoende de eerste heer van Ronse werd. In 1280 verkocht de abdij de overblijvende bezittingen van het Tenement, waaronder Ronse aan Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaanderen. In 1293 verwierf hij ook de stad. Ronse, werd vanaf toen "stad en de heerlijkheid Ronse" genoemd. De vrije heerlijkheid en baronie van Ronse vormde een onafhankelijke enclave in het land van Aalst. Gwijde gaf het gebied in 1289 in leen aan zijn zoon Gwijde van Namen[8].
Late middeleeuwen

Het Tenement, dat aanvankelijk bestond uit een twintigtal dorpen, zowel ten noorden als ten zuiden van de huidige taalgrens, werd door het Sint-Hermeskapittel bestuurd vanuit "De Vrijheid" voor rekening van de abdij van Inde. [9].
Gaandeweg kalfde dit patrimonium echter af, tot abt van Kornelismünster omstreeks 1280 de overblijvende bezittingen van het Tenement, waaronder Ronse, verkocht aan de graaf van Vlaanderen,Gwijde van Dampierre. Daarnaast verkoopt Gilles de Wattripont in 1293 de ondervoogdij en al zijn rechten en verwierf Gwijde van Dampierre ook de stad. Ronse werd vanaf toen "stad en de heerlijkheid Ronse" genoemd. De vrije heerlijkheid - vanaf 1549 de baronie van Ronse - vormde een onafhankelijke enclave in het land van Aalst. Gwijde gaf het gebied in 1289 in leen aan zijn zoon Gwijde van Namen.
Ronse werd in het noorden militair en strategisch afgebakend door een gordel van moten langs de Molenbeek (waaronder de Hoge Mote), terwijl de verdediging in het zuiden gevormd werd door vesten (waaronder de Oude Vesten)[10]. Voor de rest bleef de stad onversterkt en was aldus verschillende decennia betwist gebied tussen de graven van Vlaanderen en Henegouwen. Zo wordt Ronse in 1298 geplunderd en platgebrand bij de machtsstrijd tussen de Dampierres en de Avesnes omtrent het Debattenland. Pas na de Vrede van Parijs in 1323 behoorde Ronse definitief toe aan de graaf van Vlaanderen onder de kasselrij van Aalst en beschikte tot aan de Franse Revolutie over een volledige juridische en fiscale onafhankelijkheid en een eigen rechtssysteem. Op kerkelijk gebied ressorteerde Ronse tot 1559 onder het bisdom Kamerijk, nadien onder het aartsbisdom Mechelen en sinds 1801 onder het bisdom Gent.
Een tweede heerlijkheid op het grondgebied van Ronse was de vrijheerlijkheid of "De Vrijheid". Dit was het ca. 5 ha omheind gebied met het St.-Pieters-en-Hermesklooster als centrum, met de kapittelproost als wereldlijke heer en een eigen rechtsmacht.
Een derde kleine heerlijkheid, de "heerlijkheid en vrijheid van Landenbourg", tot de 17de eeuw "Audenbroeck" genoemd, vormde als leen van de heerlijkheid van Frasnes, een Henegouwse enclave in Vlaanderen.
Renaissance en ancien régime


In 1513 en 1553 werd Ronse getroffen door hevige stadsbranden maar de brand van 21 juli 1559 ruïneerde de stad volledig. Hierop krijgt Ronse gedurende twintig jaar een belastingvrijstelling van koning Filips II van Spanje. Tijdens de Beeldenstorm vluchtten de geestelijken en werd de Sint-Hermeskerk gesloten. In de periode tussen 1550 en 1580 was Ronse een belangrijk centrum van calvinisme in de Spaanse Nederlanden. Maar na de nederlaag van de protestanten tegen de hertog van Alva in de Zuidelijke Nederlanden vertrokken veel protestantse wevers naar Holland. Ook vertrok een groot deel van de sociale bovenklasse naar gelijkgezinde buurlanden, zoals Duitsland, Engeland en de Noordelijke Nederlanden.
Aan het begin van de 17e eeuw haalde Ronse voordeel uit de relatieve vreedzame periode onder Ferdinand en Isabella. Tijdens deze periode werd een van de grootste kastelen van de Nederlanden gebouwd voor Jan VIII van Nassau-Siegen, die sinds 1629 baron van Ronse was. Van 1680 tot 1700 werd Ronse een tijdlang aan Frankrijk gehecht, ondanks de tegenstand van de Spaanse koning.
Na de Franse Revolutie
Na deze eerste Franse aanhechting keerde de stad terug naar het graafschap Vlaanderen als deel van de Oostenrijkse Nederlanden om na de Slag bij Fleurus weer door Frankrijk bezet te worden. Met de annexatie bij Frankrijk in 1795 kwam een einde aan de bestuurlijke en gerechtelijke verscheidenheid in Ronse tussen Vrijheid, stad, baronie en heerlijkheid van Landenbourg en werd Ronse één gemeente in het Scheldedepartement. Ronse werd in deze periode geconfronteerd met belangrijke onteigeningen en de stad bevond zich snel in financiële moeilijkheden. In 1796, werd de oude stadsadministratie ontbonden om plaats te maken voor de Franse wetgeving tot de val van het napoleontische rijk in 1815 waarbij Ronse deel ging uitmaken van de Nederlandse provincie Oost-Vlaanderen. Onder Frans bewind werd de baronie opgeheven en het kasteel van Ronse verkocht. Vanaf dan begon het kasteel zeer snel tot een ruïne te vervallen totdat het in 1823 werd afgebroken.
De maatschappelijke elite van de stad was sedert de 19e eeuw verfranst geraakt.
Textielnijverheid
Vanaf 1250 kende Ronse een opgang van de industrie en was vanaf de 13e eeuw een centrum van lakenindustrie mede door een privilege verleend door Jan I van Brabant.
Op 26 maart 1478 plunderden de Franse troepen de stad en staken ze haar in brand. Maar ze herstelde snel van de aanval dankzij deze lakenindustrie. Onder druk van de Engelse concurrentie schakelde Ronse over van wol- naar vlasnijverheid en werd het een belangrijk centrum van saquin, het grof linnen, dat op de lijnwaadmarkt van Oudenaarde en Ath via Spanje ook zijn weg vond naar de Nieuwe Wereld.
In 1513 en 1553 werd Ronse getroffen door hevige stadsbranden, maar de brand van 21 juli 1559 ruïneerde de stad volledig. Hierop kreeg Ronse gedurende twintig jaar een belastingvrijstelling van koning Filips II. Tijdens de Beeldenstorm vluchtten de geestelijken en werd de Sint-Hermeskerk gesloten. In de periode tussen 1550 en 1580 was Ronse een belangrijk centrum van calvinisme in de Spaanse Nederlanden. Maar na de nederlaag van de protestanten tegen de hertog van Alva in de Zuidelijke Nederlanden vertrokken veel protestantse wevers naar Holland. Ook vertrok een groot deel van de sociale bovenklasse naar gelijkgezinde buurlanden, zoals Duitsland, Engeland en de Noordelijke Nederlanden.[11]
In 1840, binnen het nieuw opgerichte Koninkrijk België, was meer dan 55% van de bewoners afhankelijk van de textielindustrie. De bloei in textielnijverheid leidde tot een groeiende bevolking en welvaart. Maar een paar jaar later leidde deze afhankelijkheid door de toegenomen mechanisatie echter tot een diepe economische crisis. Veel inwoners verlieten daarop de stad om in Noord-Frankrijk (Rijsel-Roubaix-Tourcoing) in de textielnijverheid te werken of om in regio van de Somme of de Oise in de landbouw te gaan. Vanaf de jaren 1870, bloeide de textielindustrie ondanks een tijdelijke vertraging tijdens de Eerste Wereldoorlog. Tussen de twee wereldoorlogen in groeide Ronse uit tot het tweede textielcentrum in Vlaanderen, met de nadruk op katoen. De neergang van deze industrietak begon na de Tweede Wereldoorlog, maar raakte pas echt in grote moeilijkheden in de jaren 1960. In het Must Museum voor textiel aan de Hoge Mote wordt het verhaal verteld van de textielindustrie.
Remove ads
Geografie
Samenvatten
Perspectief
Ligging
Ronse is een stad in de provincie Oost-Vlaanderen, gelegen op de taalgrens. Het grondgebied van de stad Ronse grenst in het noorden aan de gemeenten Kluisbergen en Maarkedal (beide in Oost-Vlaanderen), in het oosten aan Elzele (provincie Henegouwen), en in het zuiden en westen aan de fusiegemeenten Frasnes-lez-Anvaing en Mont-de-l'Enclus (beide in Henegouwen). Met een oppervlakte van 3453 hectare bleef Ronse als gevolg van de taalgrenswet van 1962 een afzonderlijke gemeente met taalfaciliteiten voor de Franstalige minderheid.
Nabijgelegen steden (in vogelvlucht):
- Oudenaarde (ca. 10 km, 31.000 inw.)
- Kortrijk (ca. 25 km, 76.000 inw.)
- Doornik (ca 20 km, 70.000 inw.)
- Aat (ca. 18 km, 28.000 inw.).
Ronse ligt in het Zuid-Vlaamse Heuvelland, ook bekend als de Vlaamse Ardennen. Deze heuvelachtige streek in het zuiden van de Oost-Vlaanderen kenmerkt zich door variërende hoogtes tussen 88 en 150 meter. Het landschap, dat doorloopt in het Henegouwse Pays des Collines, ligt grosso modo tussen de steden Oudenaarde en Zottegem in het noorden en Geraardsbergen en Ronse in het zuiden, en wordt begrensd door de rivieren de Dender (oosten) en de Schelde (westen). Typische kenmerken zijn beboste heuveltoppen met steile hellingen, diep ingesneden beekdalen, kronkelende beekjes en gekasseide holle wegen.
De hoogste heuvels - de Muziekberg, Hotondberg en de Kluisberg - liggen op een oost-westlijn door het gebied en reiken tot 150 meter. Deze regio maakt deel uit van het Schelde-Dender-interfluvium. Bekende hellingen in Ronse zijn: Broeke, Statieberg, Fortuinberg, Muziekberg, Kanarieberg, Hemelberg, Ten Berge, Helling van Kraai, Spinessenberg, Fiertelmeers, Scherpenberg, Hotondberg, Hoogberg-Hotond, Oude Kruisens, Kruisberg.
Kernen
Ronse heeft geen deelgemeenten, maar omvat wel diverse kernen, gehuchten en wijken:
- Gehuchten en dorpen:
- De Klijpe (ten weste van de stadskern)
- Louise-Marie (noordoosten, op de grens met Etikhove)
- Wijken en buurten: Biest, Breucq, Bruyère, Hoog-Deurne en Laag-Deurne, Floréal, Germinal, Hogervelde, Schoonboeke, Stookt en ook Ten Houte en Koekamer (op de grens met Schorisse).
Grenzende gemeenten en dorpen (zie kaart):

- a. Schorisse (gemeente Maarkedal)
- b. Etikhove (gemeente Maarkedal)
- c. Nukerke (gemeente Maarkedal)
- d. Zulzeke (gemeente Kluisbergen)
- e. Kwaremont (gemeente Kluisbergen)
- f. Rozenaken (gemeente Mont-de-l'Enclus)
- g. Wattripont (gemeente Frasnes-lez-Anvaing)
- h. Dergneau (gemeente Frasnes-lez-Anvaing)
- i. Saint-Sauveur (gemeente Frasnes-lez-Anvaing)
- j. Elzele (gemeente Ellezelles)
Ruimtelijke beschrijving
Ronse ligt in een vallei langs de Molenbeek en wordt omringd door heuvelruggen. De noordelijke heuvels (tot 150 m) worden voornamelijk gebruikt voor recreatie (wandelen en fietsen), terwijl westelijke en oostelijke zones een gefragmenteerd stadsbeeld vertonen: woonwijken, bedrijventerreinen, landbouwgronden en sportterreinen liggen verspreid, wat resulteert in een minder samenhangende stadsstructuur.
Natuur en landschap
Ronse ligt in de Vlaamse Ardennen en Zandlemig Vlaanderen. Het noordelijk deel van de gemeente omvat heuvels tot 150 meter, zoals de Muziekberg, Kruisberg en Hotondberg. Deze gebieden zijn deels bebost en herbergen natuurgebieden als:
- Muziekbos (met de Geuzentoren)
- Sint-Pietersbos
- Bois Joly
- Hotond-Scherpenberg
- Pyreneeën-Tombele
- Bos Ter Eecken
- Heynsdalebos
Het centrum van Ronse ligt in een laagte, waar de Molenbeek stroomt en uitmondt in de Ronne. Het zuidelijk deel (30-40 m hoogte) sluit aan bij het Henegouwse Pays des Collines. Op de grens van beide gebieden ligt het natuurreservaat Pyreneeën-Tombele.
Remove ads
Demografie
Samenvatten
Perspectief
Ronse is een historische stad, die een bloeiende textielindustrie kende vanaf de jaren 1870. Dat weerspiegelt zich in de bevolkingsgroei. Rond de eeuwwisseling van de 19de naar de 20ste eeuw telde de stad ongeveer 20.000 inwoners. In 2025 bedroeg het inwonersaantal 27.577, vergelijkbaar met het niveau van 1947 (25.294 inwoners). Volgens prognoses van Statbel (het Belgisch statistiekbureau) wordt tegen 2035 een bevolking van 28.377 inwoners verwacht. De bevolkingsgroei van de afgelopen jaren ligt iets boven het Vlaamse gemiddelde, volgens de Belfius-indeling.
Bevolkingsgroei

- Bronnen:NIS, Opm:1831 tot en met 1981=volkstellingen; 1990 en later= inwonertal op 1 januari
Leeftijdsopbouw
Het aandeel jongeren (0–19 jaar) in Ronse is relatief hoog in vergelijking met het Vlaamse gemiddelde. In 2025 bedraagt het aandeel 23,5% (Vlaams gemiddelde: 19,4%). Het aandeel 65-plussers is met 18,4% lager dan het Vlaamse gemiddelde (19,8%), wat wijst op een langzamere vergrijzing dan elders in Vlaanderen.
Bevolkingssamenstelling
In 2025 had 30,4% van de inwoners van Ronse een vreemde origine, wat hoger ligt dan het Vlaamse gemiddelde (20,5%). Dit maakt Ronse relatief multicultureel in vergelijking met andere Vlaamse gemeenten.
Sociaal-economische indicatoren
Het gemiddeld inkomen per inwoner bedroeg in 2017 €15.059, wat lager is dan het Vlaamse gemiddelde (€19.636) en het Waalse gemiddelde (€17.281). Desondanks was het aantal inwoners met een leefloon met 2,8 per 1.000 inwoners lager dan het Vlaamse gemiddelde (6 per 1.000 inwoners).
Volgens de kansenarmoede-index (percentage geboorten in kansarme gezinnen in 2016) scoort Ronse 22,8%, wat aanzienlijk hoger is dan het Vlaamse gemiddelde (12,8%).
Remove ads
Economie
Samenvatten
Perspectief
Ronse is een stad met een kleinschalige economie, die zowel dienstverlenend als maakgericht is. Historisch gezien is de stad sterk verbonden met de textielindustrie, die sinds de 19de eeuw een centrale rol speelt in de lokale economie. Ondanks uitdagingen en veranderingen in de globale markt, blijft deze sector tot op heden van belang.
Textielindustrie
Vanaf de 19de eeuw was Ronse een belangrijk centrum voor de textielproductie, met name voor laken, vlas en katoen. In de loop van de 20ste eeuw kende de sector echter een terugval als gevolg van mechanisatie en concurrentie uit lagelonenlanden. Dit leidde tot een afname van het aantal textielbedrijven en een verschuiving naar andere economische activiteiten.
Desondanks blijft de textielindustrie een belangrijk onderdeel van de lokale economie. De stad heeft geïnvesteerd in innovatie en modernisering, onder andere met de opening van het Textile Open Innovation Centre (TIO³) in 2011. Dit centrum heeft als doel om de textielindustrie te verbinden met moderne technologieën en duurzame praktijken.[13][14]
Diversificatie van de economie
De huidige economie van Ronse bestaat uit een mix van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) in industrie en bouw, gecombineerd met handel, zorg, onderwijs en andere dienstensectoren. De stad profileert zich als een locatie voor innovatieve industriële bedrijvigheid en tertiaire diensten. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van het bedrijventerrein Pont-West.[15]
Daarnaast heeft Ronse geïnvesteerd in toerisme en cultuur, wat bijdraagt aan de lokale economie. De stad is bekend om zijn historische bezienswaardigheden en evenementen, die jaarlijks veel toeristen trekken. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van een toeristische sector, die een steeds belangrijkere rol speelt in de lokale economie. De stad beschikt ook over natuurgebieden en recreatieve voorzieningen, die bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de stad voor toeristen en inwoners.
De lokale overheid stimuleert nieuw ondernemerschap met subsidies en ondersteuning voor startende ondernemers. Daarnaast investeert de stad in bedrijfsontwikkeling en werkgelegenheidsprojecten, waaronder trajecten voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.[16][17][18]
Economische uitdagingen
Ronse staat voor een aantal economische uitdagingen. De stad heeft te maken met een vergrijzende bevolking en een relatief laag gemiddeld inkomen in vergelijking met andere Vlaamse gemeenten. Dit beïnvloedt de koopkracht van de inwoners en kan de aantrekkelijkheid van de stad voor nieuwe bedrijven en investeringen verminderen.
Een andere uitdaging is de transitie van de textielindustrie. Hoewel de stad heeft geïnvesteerd in andere economische activiteiten, blijft de afhankelijkheid van de textielindustrie een uitdaging. Om de lokale economie toekomstbestendig te maken, moet de stad blijven inzetten op diversificatie en innovatie.
Daarnaast heeft Ronse te maken met milieu-uitdagingen, waaronder de verontreiniging van de Molenbeek met PFAS (waaronder PFOS). In juli 2021 werden langs de Molenbeek normoverschrijdende hoeveelheden PFAS aangetroffen.[19][20] Deze verontreiniging, die mogelijk afkomstig is van plaatselijke textielbedrijven, kan gevolgen hebben voor zowel de lokale economie als het milieu. [21][22]
Remove ads
Cultuur en toerisme
Samenvatten
Perspectief
Ronsisch dialect
Het Ronsisch dialect is een lokaal dialect dat zich heeft ontwikkeld onder invloed van Brabantse dialecten, met name het Pajottenlands en het Brussels. Daarnaast zijn er klankovereenkomsten met de rollende accenten uit de Denderstreek. Opvallend is dat de typische klanken van de Schelde- en Leie-dialecten, die kenmerkend zijn voor het nabijgelegen West-Vlaanderen, geen invloed hebben gehad op het Ronsisch dialect.
Deze taalkundige eigenschappen zijn mogelijk het gevolg van de historische germaniseringsgolf langs de lijn Ronse-Béthune, waarbij Ronse het eindpunt vormde van een eerste migratiegolf van Germaanse bevolkingsgroepen in de 7de-8ste eeuw.[23] Later kwam het kustgebied (deels door de zee vrijgegeven en herschapen) onder Germaanse invloed te staan, met name de Vlaamse taal.[23] Uit deze ontwikkeling kan worden afgeleid dat de streek ten oosten van Ronse een rol heeft gespeeld in de vorming van de lokale taal en culturele uitwisselingen.
Bezienswaardigheden
Religieuze gebouwen
- Sint-Hermesbasiliek: Een laatgotische kerk met een Romaanse en laatgotische crypte, de Sint-Hermescrypte, gewijd aan Sint Hermes, de patroonheilige van Ronse.
- Nieuwe Sint-Martinuskerk (1896): Een neogotisch gebouw, ontworpen door architect Modeste de Noyette.
- Toren van de Oude Sint-Martinuskerk: Een 15de-eeuwse toren, overblijfsel van de originele kerk.
- Kapel Lorette: Een kleine kapel in neogotische stijl.
- Kapel Wittentak: Een neogotische kapel.
- Hemelvaartskerk: Een protestantse kerk aan de Bredestraat 82, bediend door de gemeenschap van Ronse-Maarkedal-Kluisbergen.
- Sint-Pieterskerk: Een historische kerk in het centrum van Ronse.
- Sint-Antonius van Paduakerk: Een kerk met bijbehorend Minderbroedersklooster.
- Schuurkerk: Een voormalige schuur, omgebouwd tot kerkgebouw.
Burgerlijke architectuur
- Stadhuis van Ronse: Gelegen op de Grote Markt, een historisch gebouw in traditionele stijl.
- Station van Ronse: Oorspronkelijk gebouwd op 't Zand in Brugge, later verplaatst naar Ronse.
- Villa Madonna: Een beschermd monument, ontworpen door Modeste de Noyette.
- Villa Carpentier: Het enige landhuis ontworpen door Victor Horta, een belangrijke vertegenwoordiger van de art nouveau.
- Brembosmolen: Een historische molen, in de omgeving van Ronse.
- Art-decohuizen: Een aantal woonhuizen in art-decostijl, gebouwd tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog, als getuigenissen van de bloeiende textielindustrie.[24]
- Kasteel De Malander: Een historisch kasteel met rijke geschiedenis.
- Hoge Mote: Een verdedigingswerk uit de middeleeuwen, verbouwd tot kanunnikenhuis. Momenteel huisvest het gebouw het Toeristisch infokantoor van Ronse.
Overige bezienswaardigheden
- Museum voor textiel (MUST): Een museum gewijd aan de textielgeschiedenis van Ronse.
- Het Textile Open Innovation Centre (TIO³): Een modern innovatiecentrum voor de textielsector.
- Folkloremuseum: Een museum met een collectie van lokale folklore en tradities.
- De Zottenmuur en het muzikale standbeeld van Ephrem Delmotte: Een kunstwerk ter ere van de Ronsense componist.
- Zonnewijzer: Een mozaïekzonnewijzer (5x7 meter) voor de bibliotheek, gelegen aan het Eugène Soudansquare.
- Malanderpark: Een stadspark met historische elementen.
- Bruulpark: Een groen gebied in het centrum van Ronse.
- Stadstuin: Een openbare tuin met speelruimtes.
- Gekandelaarde linde: Een beschermde boom met cavalerie-elementen, opgenomen in de inventaris van onroerend erfgoed.[25]
Evenementen
- Ronsense Bommelfeesten (of Bommels): Een traditioneel carnaval, georganiseerd in januari op de zaterdag vóór de eerste maandag na Driekoningen. Dit is het eerste carnaval van het jaar in België, met wortels die teruggaan tot de middeleeuwen.
- Fiertel: Een historische processie die plaatsvindt op Drievuldigheidszondag. Tijdens dit evenement wordt het reliekschrijn van Sint-Hermes in een processie rond de stad gedragen over een afstand van 32 km. Dit schrijn wordt gevolgd door honderden wandelaars en fietsers.
- Ronde van Vlaanderen: Een bekende wielerklassieker die jaarlijks door Ronse trekt, met name over de iconische hellingen van de Vlaamse Ardennen.
Remove ads
Sport
Samenvatten
Perspectief
Voetbal
KSK Ronse was een Belgische voetbalclub met stamnummer 38, opgericht in 1909 en aangesloten bij de KBVB. De club behoorde tot de oudste voetbalclubs van België en bereikte op zijn hoogtepunt de tweede klasse. In april 2022 werd bekend dat KSK Ronse aan het einde van het seizoen 2021–2022 zou ophouden te bestaan als gevolg van financiële problemen.[26] De activiteiten werden overgenomen door KVV Vlaamse Ardennen (stamnummer 3857), die vervolgens werd hernoemd tot KSK Vlaamse Ardennen.
Daarnaast is Football Club Ronse sinds 2020 actief als lokale voetbalploeg in de lagere provinciale reeksen.
Basketbal
Blue Rocks Ronse-Kluisbergen is een basketbalclub met zowel een heren- als een damesploeg, actief in de landelijke en provinciale reeksen. De club beschikt ook over jeugdploegen voor jongens en meisjes.
Wielrennen
Ronse is een belangrijke locatie in de wielerwereld en was tweemaal gaststad voor de wereldkampioenschappen wielrennen:
- 1963: De Belg Benoni Beheyt won de wegwedstrijd voor beroepsrenners.[27]
- 1988: De Italiaan Maurizio Fondriest behaalde de overwinning.[28]
De stad ligt in de vallei van de Kruisberg, een bekende helling in de Ronde van Vlaanderen en andere voorjaarsklassiekers. Tijdens deze wedstrijden worden de Oude Kruisens en de Kruisstraat beklommen. De Kruisstraat was tevens het decor voor de finale van het wereldkampioenschap wielrennen in 1988.
In 2025 was Ronse gaststad voor de wereldkampioenschappen G-wielrennen, een discipline voor wielrenners met een handicap.[29]
Remove ads
Politiek
Samenvatten
Perspectief
Structuur
De gemeente Ronse maakt deel uit van het kieskanton Ronse in het provinciedistrict Oudenaarde, het kiesarrondissement Aalst-Oudenaarde en de kieskring Oost-Vlaanderen.
Bestuur 2013-2018
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 vond een politieke verschuiving plaats in Ronse. Open Vld en GB-IC herenigden zich onder de naam Liberale Unie, terwijl het kartel sp.a-Groen uiteen viel. Groen koos ervoor om samen met CD&V op te komen, en N-VA nam voor het eerst met een volledige lijst deel aan de verkiezingen. Vlaams Belang leed, net als elders in Vlaanderen, een aanzienlijk verlies. Opvallend was de verjonging van de lokale politiek, met een record aantal jongeren op de kieslijsten.
Ondanks een mondeling akkoord tussen CD&V-Groen en sp.a op de dag van de verkiezingen (14 oktober 2012), kwam toch een andere coalitie aan de macht. CD&V-Groen vormde een bestuur met N-VA en de Liberale Unie.[30] Voor het eerst sinds 83 jaar was er een bestuur zonder socialisten in Ronse. Luc Dupont (CD&V/Groen) bleef burgemeester en leidde een coalitie van CD&V-Groen, N-VA en Liberale Unie, die samen een meerderheid vormden met 17 op 29 zetels. In februari 2016 verliet Groen de coalitie, waarna schepen Wouter Stockman als onafhankelijke verder zetelde.
Bestuur 2019-2024
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 behaalden vijf partijen zetels in de gemeenteraad: CD&V (onder leiding van uittredend burgemeester Luc Dupont), de coalitiepartners N-VA en Open Vld, en oppositiepartijen sp.a en Groen. Vlaams Belang diende geen lijst in, en het radicaal-linkse PVDA*PTB, dat voor het eerst deelnam, behaalde geen zetels. CD&V en N-VA vormden met 19 van de 29 zetels een meerderheid en zetten hun coalitie voort zonder Open Vld. Luc Dupont bleef burgemeester tot september 2022, waarna hij de functie overdroeg aan Ignace Michaux, toenmalig eerste schepen.
Bestuur 2024-2030
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober 2024 deden zes lijsten mee, die allemaal zetels behaalden:
- CD&V teamronse (onder leiding van uittredend burgemeester Ignace Michaux),
- N-VA (coalitiepartner),
- Plan9600 (een stadslijst bestaand uit Open Vld en onafhankelijken, aangevoerd door voormalig NVA-schepen Aaron Demeulemeester),
- Het kartel Vooruit-Groen,
- Vlaams Belang (voor het eerst sinds 2012 weer actief),
- PVDA*PTB.
De uittredende coalitiepartners CD&V teamronse en N-VA behaalden 15 van de 29 zetels en verruimden hun coalitie met Vooruit, dat 4 van de 5 zetels van het kartel Vooruit-Groen had behaald. Groen koos voor de oppositie en diende een verzoek tot hertelling in bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen, omdat partijlid Lech Schelfout één stem tekort kwam om verkozen te raken.[31] Dit verzoek werd afgewezen. De enige Groen-verkozene, Youssef Elidrissi, verliet de partij en sloot zich als onafhankelijke aan bij de Vooruit-fractie, waardoor Groen geen zetels meer in de raad had.[32]
Resultaten gemeenteraadsverkiezingen sinds 1976
In onderstaande tabel zijn de politieke verschuivingen in Ronse weergegeven sinds 1976. Opvallend is dat de lijst RN in 1979 nog 13,7% behaalde, maar bij latere verkiezingen verdween. De lijst LDR-EDB (Liberale Democraten Ronse-Eenheid der Belgen) deed in 2000 mee en ging later op in VLD. De partij GB-IC (Gemeentebelangen-Intérêts Communaux) was een lokale afsplitsing van de VLD en nam in 2006 deel met een eigen lijst.
De vetgedrukte cijfers geven de meerderheidspartijen aan. De grootste partij per verkiezing is in kleur weergegeven.
De rode cijfers verwijzen naar de lijstnamen onder welke de partijen bij elke verkiezing opkwamen.
Burgemeesters[36]
- Jean-Baptiste Guisset (?)
- Emmanuel François Vanhove (1830-1840)
- Edouard Joly (lib.) (1840)
- Yves Magherman (Katholieke Partij) (1841-1848)
- Emmanuel Mouroit (lib.) (1848-1861)
- Joseph Desclée (lib.) (1861-1869)
- Jean-Baptiste De Keyser (lib.) (1869-1872)
- Ephrem De Malander (kath.) (1872-1895)
- Oswald Ponette (kath.) (1895-1910)
- Oscar Delghust (1911-1926)
- Cyr Cambier (1917) (waarnemend burgemeester)
- Oscar Thomaes (1918) (waarnemend burgemeester)
- Eugène Soudan (BWP) (1926-1958)
- Leo Vindevogel (Katholieke Vlaamse Volkspartij) (1941-1944) (oorlogsburgemeester)
- Jacques Piessevaux[37] (CVP) (1959-1964)
- Marcel Vanderhaegen (BSP) (1965-1977)
- Robert Van Wingene (BSP-SP) (1977-1982)
- Orphale Crucke (SP) (1983-1994)
- Walter Kerckhove (SP) (1995-2000)
- Luc Dupont (CD&V) (2001-2022)
- Ignace Michaux (CD&V) (2022-)
Remove ads
Geboren in Ronse
- 1500: Hermes Van Wynghene, raadsheer van keizer Karel V
- ca. 1515: Cypriano de Rore, Franco-Vlaamse componist
- 1594: Ernestine Yolande van Ligne, prinses van Amblise
- 1834: César Snoeck, vermaard muziekinstrumentenverzamelaar
- 1842: Alphonse Renard, geoloog en fotograaf
- 1848: Gustave Royers, politicus en ingenieur
- 1860: Edmond Puissant, kanunnik, archeoloog en kunstverzamelaar
- 1871: Ovide Decroly, leraar, pedagoog en psycholoog
- 1880: Eugène Soudan, politicus
- 1880: Joseph Ferrant, verzetsstrijder en spion
- 1905: Ephrem Delmotte, beiaardier, componist
- 1922: Albert Cambier, museumbeheerder-oudheidkundige
- 1928: Etienne Verschueren, componist
- 1929: Roland Cardon, componist
- 1933: Mark Grammens, journalist
- 1938: Adi Steurbaut, beeldhouwer en kunstschilder
- 1938: Jacques Stockman, voetballer
- 1943: Pierre Carteus, voetballer
- 1947: Eddy Van Butsele, atleet
- 1949: Isabella l'Arbre de Malander, Prinses van Liechtenstein
- 1959: Marnik Baert, regisseur en ontwerper
- 1963: Rudy Demotte, politicus
- 1982: Guillaume Devos, acteur
- 1984: Stéphanie de Lannoy, prinses van Luxemburg
- 1985: Dieter Spileers, acteur
- 1985: Robin Tonniau, syndicalist en politicus
- 1987: Astrid Stockman, sopraan
- 1991: Hanne Van Hessche, hoogspringster
- 1993: Louis Vervaeke, wielrenner
- 1993: Alix Gerniers, hockeyster
- 1994: Gilles Ruyssen, voetballer
Remove ads
Partnersteden
Jablonec nad Nisou (Tsjechië)
Kleef (Duitsland)
Sandwich (Verenigd Koninkrijk)
Saint-Valery-sur-Somme (Frankrijk)
M'saken (Tunesië)
Trivia
Zie ook
Externe links
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Remove ads
